Diëtetiek: de medische vrijstelling is niet altijd van toepassing

11/03/21

De voedingsbegeleidingsdiensten die een sportschool aanbiedt vallen niet onverkort onder de btw-vrijstelling voor medische en paramedische beroepen. Het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ EU) beslist dat de begeleidingsdiensten in dit geval geen therapeutisch doel dienen.

Feiten

Belanghebbende exploiteert een aantal sportscholen en biedt naast de mogelijkheid om te sporten ook voedingsbegeleiding door daartoe gekwalificeerde en gecertificeerde diëtisten. De begeleiding kan worden afgenomen naast de mogelijkheid om te sporten, maar kan ook apart worden afgenomen. Belanghebbende maakt op haar facturen onderscheid tussen de bedragen die verband houden met de mogelijkheid om te sporten en de bedragen die verband houden met de voedingsbegeleiding. Belanghebbende is van mening dat over de voedingsbegeleiding geen btw verschuldigd is, omdat deze dienst onder de btw-vrijstelling voor medische en paramedische beroepen valt.

Het geschil

Voor het Hof van Justitie speelt de vraag of de voedingsbegeleiding een ondergeschikte dienst is aan de mogelijkheid om te sporten en daarom de btw-behandeling van de mogelijkheid om te sporten op het geheel van toepassing is. In dat geval zou namelijk sprake zijn van één dienst die belast is met btw. Het Hof van Justitie voegt daar een voorafgaande vraag aan toe of de voedingsbegeleiding wel vrijgesteld is van btw als het een aparte dienst is.

Oordeel Hof van Justitie

Het Hof van Justitie neemt aan dat de voedingsbegeleiding wordt gegeven door daartoe gekwalificeerde medewerkers en stelt zichzelf de vraag wat het doel is van de voedingsbegeleiding. Daarbij overweegt het Hof dat voedingsbegeleiding op middellange en lange termijn een instrument kan zijn om bepaalde ziekten te voorkomen, maar dat dit speelt in de zeer ruime gezondheidsgerelateerde doelstelling. Daarmee is nog niet gezegd dat wordt voldaan aan de voorwaarde voor toepassing van de medische vrijstelling dat sprake moet zijn van een therapeutisch doel.

Het Hof van Justitie maakt dus een onderscheid tussen diensten die weliswaar gezondheidsbevorderend zijn, maar geen therapeutisch doel dienen, en diensten die daadwerkelijk een therapeutisch doel dienen. Van het dienen van een therapeutisch doel is sprake, indien de diensten worden verricht met het oog op de preventie, de diagnose, de behandeling van een ziekte of het herstel van de gezondheid.

In dit geval stelt het Hof vast dat de voedingsbegeleiding niet met een therapeutisch doel wordt verricht aan de consument. In dit geval was geen sprake van de preventie, de diagnose, de behandeling van een ziekte of het herstel van de gezondheid. De voedingsbegeleiding is daarom volgens het Hof van Justitie belast met btw.

Wat betekent dit voor u? 

Uit dit arrest van het Hof van Justitie volgt dat niet op alle diensten van diëtisten onverkort de medische btw-vrijstelling kan worden toegepast. Indien de diensten onvoldoende verband hebben met de preventie, de diagnose, de behandeling van een ziekte of het herstel van de gezondheid, lijken de diensten van een diëtist niet onder de btw-vrijstelling kunnen vallen.

Voor diëtisten kan het daarom lonen om de eigen dienstverlening nog eens onder de loep te (laten) nemen om te toetsen of de verrichte diensten voldoen aan het criterium dat sprake moet zijn van een therapeutisch doel. Desgewenst kunnen uw PwC-adviseurs hierbij ondersteunen.

Contact

Bart van der Stoep

Senior Manager, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)62 266 76 38

Volg ons