22/12/22
Het Hof van Justitie heeft op 8 december 2022 geoordeeld in de zaak Luxury Trust Automobil GmbH (zaak C-247/21). Het Hof oordeelt dat in het geval van een vereenvoudigde ABC-transactie, de eindafnemer (partij C) niet geldig als de tot voldoening van btw gehouden persoon is aangewezen wanneer de door de tussenhandelaar (partij B) opgestelde factuur niet de vermelding ‘btw verlegd’ bevat. Daarnaast geeft het Hof van Justitie aan dat de weglating van van de vermelding ‘btw verlegd’ op de factuur niet achteraf kan worden gecorrigeerd door toevoeging van een vermelding die aangeeft dat de factuur betrekking heeft op een intracommunautaire ABC-transactie en dat de belastingschuld wordt verlegd naar degene voor wie de levering bestemd is (partij C).
Door het oordeel van het Hof van Justitie is een verwijzing op de factuur naar een vrijgestelde intracommunautaire ABC-transactie niet langer voldoende voor het toepassen van de vereenvoudigde ABC-regeling. Ondernemers die als tussenhandelaar (partij B in de schakel) fungeren en de vereenvoudigde ABC-regeling willen toepassen, moeten in ieder geval duidelijk een verwijzing op de factuur opnemen waaruit blijkt dat de btw verlegd is. Op het moment dat deze verwijzing ontbreekt loopt de ondernemer het risico op een nummerverwerving in de lidstaat van vestiging. Een eventueel gewijzigde factuur waarop alsnog melding wordt gemaakt van de verlegging van btw naar de afnemer, biedt ook geen uitkomst doordat het effect van die wijziging geen terugwerkende kracht heeft.
Luxury Trust Automobil GmbH (hierna: ‘Luxury Trust’ of ‘partij B’) is een in Oostenrijk gevestigde ondernemer die als tussenhandelaar fungeert bij de grensoverschrijdende in- en verkoop van luxe voertuigen. De zaak gaat over een ABC-transactie, waarbij Luxury Trust (partij B) voertuigen aankoopt van een leverancier in de UK (partij A) en deze doorverkoopt aan een afnemer (partij C) in Tsjechië.
De voertuigen worden direct vanuit de leverancier in de UK bij de afnemer (partij C) afgeleverd, waarbij het vervoer door Luxury Trust (partij B) wordt geregeld. De intracommunautaire levering vindt derhalve in de schakel A-B plaats, waardoor Luxury Trust in eerste instantie intracommunautaire verwervingen dient aan te geven in Tsjechië. Partijen hebben echter getracht de vereenvoudigde ABC-regeling toe te passen, waarbij de intracommunautaire verwerving van de goederen door partij B in Tsjechië in beginsel werd vrijgesteld en de heffing van btw in het kader van de opeenvolgende lokale levering werd verlegd van partij B naar partij C.
De drie facturen uitgereikt door Luxury Trust aan partij C bevatten enkel een verwijzing naar een vrijgestelde intracommunautaire ABC-transactie. De Oostenrijkse belastingautoriteit is van mening dat de vereenvoudigde ABC-regeling op deze transacties niet kon worden toegepast omdat op de facturen van Luxury Trust niet is vermeldt dat de heffing van btw is verlegd naar de afnemer van de prestatie. Doordat Luxury Trust de facturen heeft uitgereikt onder haar Oostenrijkse btw-identificatienummer heeft de Oostenrijkse belastingautoriteit veronderstelt dat intracommunautaire verwervingen in Oostenrijk hebben plaatsgevonden (d.w.z. nummerverwervingen).
Aan het Hof van Justitie wordt de vraag voorgelegd of, in het geval van een vereenvoudigde ABC-transactie, de vermelding van een vrijgestelde intracommunautaire levering op de factuur voldoende is om de afnemer van de prestatie aan te wijzen als degene die de btw moet betalen. Daarnaast wordt gevraagd of (i) een dergelijke melding op de factuur met terugwerkende kracht kan worden gewijzigd door alsnog te vermelden dat de heffing van btw wordt verlegd naar de afnemer, (ii) of het nodig is dat de ontvanger van de factuur de gewijzigde factuur ontvangt om een wijziging effectief te laten zijn en (iii) of het effect van de wijziging met terugwerkende kracht geldt tot de oorspronkelijk factuurdatum.
In lijn met de conclusie van AG Kokott oordeelt het Hof van Justitie dat in het geval van een vereenvoudigde ABC-transactie, de eindafnemer (partij C) niet geldig als de tot voldoening van btw gehouden persoon is aangewezen wanneer de door de tussenhandelaar (partij B) opgestelde factuur niet de vermelding ‘btw verlegd’ bevat. Alleen op grond van die vermelding kan de afnemer van de prestatie weten dat hij degene is die de btw is verschuldigd.
Daarnaast geeft het Hof van Justitie aan dat de weglating van de vermelding ‘btw verlegd’ op de factuur niet achteraf kan worden gecorrigeerd door toevoeging van een vermelding die aangeeft dat de factuur betrekking heeft op een intracommunautaire ABC-transactie en dat de belastingschuld wordt verlegd naar degene voor wie de levering bestemd is (partij C). Omdat een dergelijke correctie of wijziging geen terugwerkende kracht kan hebben, gaat het Hof van Justitie verder niet in op de overige vragen die zijn gesteld over een gewijzigde factuur door de verwijzende rechter.