28/07/22
AG Kokott heeft op 14 juli 2022 conclusie genomen in de zaak Luxury Trust Automobil GmbH (zaak C-247/21). De AG is van mening dat in het geval van een vereenvoudigde ABC-transactie, de indicatie ‘vrijgestelde intracommunautaire ABC-transactie’ op de factuur van B aan C niet voldoende is, omdat die factuur een verwijzing moet bevatten waaruit blijkt dat de btw is verlegd naar de afnemer van de prestatie. Volgens de AG mag een gewijzigde factuur waarop vervolgens wél melding van de btw-verleggingsregeling wordt gemaakt alsnog worden uitgereikt, onder de voorwaarde dat de afnemer deze gewijzigde factuur ook daadwerkelijk ontvangt. De wijziging van die factuur geldt dan vanaf de datum van uitreiking van de gewijzigde factuur (‘ex tunc’ werking). De AG geeft namelijk aan dat in deze situatie het effect van de wijziging van de factuur geen terugwerkende kracht tot de oorspronkelijke factuurdatum kan hebben.
Indien het Hof van Justitie besluit de zienswijze van AG Kokott te volgen, is een verwijzing op de factuur naar een vrijgestelde intracommunautaire ABC-transactie niet langer voldoende voor het toepassen van de vereenvoudigde ABC-regeling. Ondernemers die als tussenhandelaar (partij B in de schakel) fungeren en de vereenvoudigde ABC-regeling willen toepassen, moeten in ieder geval duidelijk een verwijzing op de factuur opnemen waaruit blijkt dat de btw verlegd is. Op het moment dat deze verwijzing ontbreekt loopt de ondernemer het risico op een nummerverwerving in de lidstaat van vestiging. Een eventueel gewijzigde factuur waarop alsnog melding wordt gemaakt van de verlegging van btw naar de afnemer, biedt ook niet direct uitkomst doordat het effect van die wijziging geen terugwerkende kracht heeft. Duidelijkheid hierover volgt echter pas bij het oordeel van het Hof van Justitie.
Luxury Trust Automobil GmbH (hierna: ‘Luxury Trust’ of ‘partij B’) is een in Oostenrijk gevestigde ondernemer die als tussenhandelaar fungeert bij de grensoverschrijdende in- en verkoop van luxe voertuigen. De zaak gaat over een ABC-transactie, waarbij Luxury Trust (partij B) voertuigen aankoopt van een leverancier in de UK (partij A) en deze doorverkoopt aan een afnemer (partij C) in Tsjechië. De voertuigen worden direct vanuit de leverancier in de UK bij de afnemer (partij C) afgeleverd, waarbij het vervoer door Luxury Trust (partij B) wordt geregeld. De intracommunautaire levering vindt derhalve in de schakel A-B plaats, waardoor Luxury Trust in eerste instantie intracommunautaire verwervingen dient aan te geven in Tsjechië. Partijen hebben echter getracht de vereenvoudigde ABC-regeling toe te passen, waarbij de intracommunautaire verwerving van de goederen door partij B in Tsjechië in beginsel werd vrijgesteld en de heffing van btw in het kader van de opeenvolgende lokale levering werd verlegd van partij B naar partij C.
De drie facturen uitgereikt door Luxury Trust aan partij C bevatten enkel een verwijzing naar een vrijgestelde intracommunautaire ABC-transactie. De Oostenrijkse belastingautoriteit is van mening dat de vereenvoudigde ABC-regeling op deze transacties niet kon worden toegepast omdat op de facturen van Luxury Trust niet is vermeldt dat de heffing van btw is verlegd naar de afnemer van de prestatie. Doordat Luxury Trust de facturen heeft uitgereikt onder haar Oostenrijkse btw-identificatienummer heeft de Oostenrijkse belastingautoriteit veronderstelt dat intracommunautaire verwervingen in Oostenrijk hebben plaatsgevonden (d.w.z. nummerverwervingen).
Aan het Hof van Justitie wordt de vraag voorgelegd of, in het geval van een vereenvoudigde ABC-transactie, de vermelding van een vrijgestelde intracommunautaire levering op de factuur voldoende is om de afnemer van de prestatie aan te wijzen als degene die de btw moet betalen. Daarnaast wordt gevraagd of (i) een dergelijke melding op de factuur met terugwerkende kracht kan worden gewijzigd door alsnog te vermelden dat de heffing van btw wordt verlegd naar de afnemer, (ii) of het nodig is dat de ontvanger van de factuur de gewijzigde factuur ontvangt om een wijziging effectief te laten zijn en (iii) of het effect van de wijziging met terugwerkende kracht geldt tot de oorspronkelijk factuurdatum. Voordat het Hof van Justitie oordeelt over de prejudiciële vragen heeft eerst AG Kokott haar conclusie gegeven.
AG Kokott is van mening dat de indicatie ‘vrijgestelde intracommunautaire ABC-transactie’ op de factuur van partij B aan partij C niet voldoende is om de vereenvoudigde ABC-regeling toe te passen. Mede met het oog op het doel van de vereenvoudigde ABC-regeling geeft de AG aan dat de factuur een verwijzing moet bevatten waaruit blijkt dat de afnemer wordt aangewezen voor het betalen van de btw omdat de heffing van btw naar hem is verlegd. Alleen op grond van die verwijzing kan de afnemer van de prestatie weten dat hij degene is die de btw is verschuldigd. Ook de lokale belastingautoriteit kan aan de hand van een verwijzing naar de btw-verleggingsregeling op de factuur bepalen of de vereenvoudigde btw-regeling inderdaad van toepassing is en derhalve beoordelen of de tussenhandelaar een btw-registratie in het land van aankomst van de goederen kan voorkomen. Via de inhoud van de factuur aan zijn afnemer kan de tussenhandelaar, partij B, dus beslissen of hij van de vereenvoudigingsregeling gebruik wil maken of niet.
De AG gaat voorts in op eventuele wijzigingen van de originele factuur in het kader van vereenvoudigde ABC-transacties. Volgens de AG mag een gewijzigde factuur waarop wél melding van de btw-verleggingsregeling wordt gemaakt alsnog worden uitgereikt aan de afnemer, onder de voorwaarde dat die afnemer deze gewijzigde factuur ook daadwerkelijk ontvangt. De wijziging van die factuur geldt dan vanaf de datum van uitreiking van de gewijzigde factuur (‘ex tunc’ werking). De AG geeft namelijk aan dat het effect van de wijziging van de factuur geen terugwerkende kracht tot de oorspronkelijke factuurdatum kan hebben, omdat de voorwaarden voor het toepassen van de vereenvoudigde ABC-regeling niet met terugwerkende kracht kunnen worden vastgesteld.