Belastingplan 2023: wat verandert er voor de dga?

20/09/22

Dit artikel is voor het laatst geüpdatet op 21 december 2022.

De directeur-grootaandeelhouder (dga) krijgt te maken met diverse nieuwe fiscale maatregelen. Sommige daarvan gaan per 2023 in, andere later.

Deze maatregelen zijn onder meer bedoeld om het verschil in de belastingheffing tussen dga’s enerzijds en ondernemers in de inkomstenbelasting en werknemers in loondienst anderzijds te verminderen. De maatregelen betreffen een verhoging van de vennootschapsbelasting voor bedrijven vanaf 2023. Een aanpassing van het box 2 tarief met daarin twee belastingschijven en enkele maatregelen om oneigenlijk gebruik van faciliteiten of uitstel van belasting tegen te gaan.

Wat betekent dit voor u en uw onderneming?

De nieuwe fiscale maatregelen voor de dga zetten we hierna voor u op een rij.

Box 2: per 2024 twee schijven van 24,5 procent en 31 procent 

Het huidige box 2-tarief bedraagt 26,9 procent. Per 2024 krijgt box 2 twee schijven. De eerste schijf belast tot 67.000 euro aan box 2-inkomsten per persoon tegen een tarief van 24,5 procent en voor de tweede schijf geldt een tarief van 31 procent over het meerdere. Met het lage tarief worden BV’s gestimuleerd om jaarlijks een deel van de winst uit te keren als dividend. Voor fiscaal partners geldt dat het inkomen uit aanmerkelijk belang aan beide partners kan worden toegerekend. Voor fiscaal partners geldt daarom het verlaagde tarief tot een gezamenlijk voordeel uit aanmerkelijk belang van 134.000 euro. In 2023 geldt nog het tarief van 26,9 procent.

Aanpassing tariefopstap vennootschapsbelasting

Vanaf 2023 is het tarief in de vennootschapsbelasting voor de eerste 200.000 euro 19 procent. Vanaf 200.000 euro betalen bedrijven het belastingtarief van 25,8 procent. In 2022 was het tarief 15 procent over de eerste 395.000 en 25,8 procent over het meerdere. De aanpassing van de tariefopstap betekent daarom een lastenverzwaring voor bedrijven aangezien zij eerder het hogere tarief gaan betalen. Bij een winst vanaf circa 400.000 euro betekent dat een bijna 30.000 euro hogere vpb-last. Deze aanpassing in de vennootschapsbelasting moet leiden tot een kleiner verschil tussen ondernemers in de inkomstenbelasting en werknemers enerzijds en dga’s anderzijds.

Tijdelijke verruiming willekeurige afschrijving in 2023

Er is een tijdelijke verruiming van afschrijving voor nieuwe bedrijfsmiddelen aangekondigd. De willekeurige afschrijving bedraagt maximaal 50 procent van het investeringsbedrag in het kalenderjaar van investering. Het restant wordt vervolgens regulier afgeschreven. Bepaalde bedrijfsmiddelen worden van de regeling uitgesloten, bijvoorbeeld gebouwen en immateriële activa. De keuze, na invoering van deze regeling, voor willekeurige afschrijving in 2023, heeft ook invloed op de op te nemen latenties in de jaarrekening (en kwartaalrapportages) van 2023.

We verwachten dat de details van deze maatregel worden gepubliceerd bij het eindejaarsbesluit. Wanneer het besluit is verschenen, publiceren we daar een Belastingnieuwsbericht over. Dit bericht zal op deze pagina worden geplaatst bij de verdiepende artikelen.

Doelmatigheidsmarge gebruikelijk loon wordt afgeschaft

De gebruikelijkloonregeling in de loonbelasting bepaalt dat dga’s minimaal het loon moeten ontvangen dat gebruikelijk is voor de arbeid die als dga wordt verricht. Het gebruikelijk loon is minimaal gelijk aan het hoogste van de volgende bedragen:

  1. Het loon van de meestverdienende werknemer binnen de organisatie;

  2. 75 procent van het loon van de meest vergelijkbare dienstbetrekking (van een werknemer buiten de organisatie);

  3. De wettelijke minimum ondergrens van 48.000 euro (2022)

Onder de huidige regeling tot 1 januari 2023 geldt dus een doelmatigheidsmarge van 25 procent bij het tweede criterium, wanneer het gebruikelijk loon van de dga wordt vergeleken met het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking. In de Voorjaarsnota was voorgesteld om deze doelmatigheidsmarge van 25 procent te verlagen naar 15 procent.

Per 1 januari 2023 wordt de doelmatigheidsmarge in zijn geheel afgeschaft. Het gebruikelijk loon wordt daardoor minimaal gelijk aan het loon van de meestverdienende werknemer binnen de organisatie of minimaal gelijk aan het loon van van de meest vergelijkbare dienstbetrekking buiten de organisatie. Daarnaast geldt nog de wettelijke minimum ondergrens.

 

Vervallen gebruikelijkloonregeling innovatieve start-ups

Voor dga’s van innovatieve start-ups geldt tot 1 januari 2023 dat zij bij de toepassing van de gebruikelijkloonregeling mogen uitgaan van het wettelijk minimumloon. Voor deze regeling gold in beginsel een termijn tot 1 januari 2022 tenzij de regeling voor die tijd positief zou zijn geëvalueerd. De regeling was verlengd met een jaar en de evaluatie van de regeling is inmiddels voltooid. Uit de evaluatie blijkt dat van de regeling maar zeer beperkt gebruik wordt gemaakt en dat de baten van de regeling ook heel beperkt zijn. Volgens het kabinet slaagt de regeling er daarom niet in om innovatieve start-ups te stimuleren en daarom vervalt de uitzondering van de gebruikelijkloonregeling per 1 januari 2023. Aanmerkelijkbelanghouders die al gebruik maken van de regeling in 2022 kunnen, als zij daarvoor in aanmerking komen, nog gebruik maken van het overgangsrecht tot en met 2024.

Wet excessief lenen

Het wetsvoorstel excessief lenen bij de eigen vennootschap is op 20 december 2022 door de Eerste Kamer aangenomen en treedt op 1 januari 2023 in werking. Op grond van deze wet worden leningen van een aanmerkelijkbelanghouder en diens partner boven de 700.000 euro belast in box 2 alsof het een dividenduitkering betreft. Onder voorwaarden geldt een uitzondering voor de bestaande en nieuwe leningen ter financiering van uw eigen woning. De evaluatie van deze maatregel vindt in 2026 plaats. Lees meer hierover in ons bericht ‘Dga’s moeten belasting betalen over bovenmatige leningen’.

Aanpassing van de bedrijfsopvolgingsregeling en de doorschuifregeling

Het kabinet heeft zich voorgenomen om in de komende jaren ongewenste belastingconstructies en oneigenlijk gebruik van fiscale faciliteiten aan te pakken. De bedrijfsopvolgingsregeling in de Successiewet en doorschuifregeling in box 2 van de inkomstenbelasting hebben het doel om de continuïteit van het bedrijf bij een overdracht te waarborgen. De vrijstelling van de bedrijfsopvolgingsregeling is in 2022 door het CPB geëvalueerd.

In zijn reactie op deze evaluatie geeft het kabinet expliciet aan dat de fiscale faciliteiten voor bedrijfsopvolging zullen blijven bestaan en dat eventuele aanpassingen pas op Prinsjesdag 2023 in wetgeving worden ingediend. Het kabinet onderzoekt momenteel welke aanpassingen nodig zijn. Eventuele aanpassingen zouden dan naar verwachting op zijn vroegst ingaan per 19 september 2023 (Prinsjesdag) om 15.15 uur of per 1 januari 2024. Het kabinet heeft in ieder geval eerder aangegeven om verhuurd vastgoed standaard als beleggingsvermogen te willen merken, zodat  de faciliteiten niet langer daarop van toepassing zullen zijn. De kwalificatie van verhuurd vastgoed als beleggings- of ondernemingsvermogen is nu al vaak onderwerp van discussie.

In het voorjaar 2023 komt het kabinet met een voorstel om ongewenste belastingconstructies en oneigenlijk gebruik van fiscale faciliteiten aan te pakken. Daarbij wordt ook gekeken naar de effecten van het standaard aanmerken van verhuurd vastgoed als beleggingsvermogen in de BOR.

Op 7 juni 2022 hebben GroenLinks en PvdA een initiatiefwetsvoorstel ingediend, waarin al versoberingen van de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten zijn voorgesteld. Het is nog niet duidelijk of deze voorgestelde versoberingen zullen worden overgenomen door het kabinet.

Verlaging cap bijtellingsvoordeel voor auto van de zaak die privé wordt gebruikt

Met ingang van 2022 is de cap in de bijtelling (de catalogusprijs waarover de maximale korting op de bijtelling voor emissievrije personenauto’s van toepassing is) al verlaagd. Per 1 januari 2023 wordt de cap verder verlaagd van 35.000 euro naar naar 30.000 euro.

Jubelton afgeschaft

Alhoewel deze regeling niet specifiek voor de dga geldt, kan deze wel relevant zijn: de verruimde schenkingsvrijstelling van 106.671 euro (2022) voor de eigen woning wordt per 2024 geschrapt. In aanloop daartoe gaat deze vrijstelling per 2023 omlaag tot 28.947 euro.

Contact

Jan Nieuwenhuizen

Jan Nieuwenhuizen

Senior Manager, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)63 009 60 77

Mitra Tydeman

Mitra Tydeman

Senior Tax Manager Knowledge Centre, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)63 024 66 06

Bart Drechsel

Bart Drechsel

Tax Manager, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)65 100 24 60

Volg ons