BOR blijft en waarschijnlijk aangepast in Belastingplan 2024

16/12/22

Dit artikel is gebaseerd op de informatie zoals deze op 15 december 2022 bekend was.

De bedrijfsopvolgingsregeling voor de schenk- en erfbelasting (BOR) en de doorschuifregeling in de inkomstenbelasting (DSR) blijven bestaan, maar worden ‘waar nodig’ wel aangepast. Het kabinet onderzoekt momenteel welke aanpassingen nodig zijn. Eventuele aanpassingen zouden dan naar verwachting op zijn vroegst per 19 september 2023 (Prinsjesdag) of 1 januari 2024 ingaan.

Uit de CPB-evaluatie van fiscale regelingen gericht op bedrijfsoverdracht volgt dat de BOR op onderdelen niet voldoet aan de eisen van het kabinet voor fiscale regelingen. Uit de evaluatie blijkt ook dat de DSR als geheel als doeltreffend wordt beoordeeld maar dat doelmatigheid niet goed kan worden beoordeeld. In de kabinetsreactie geeft het kabinet aan: “Het kabinet staat nog steeds achter de doelstelling van de fiscale bedrijfsopvolgingsregelingen, maar acht wel van groot belang dat knelpunten in de BOR worden geadresseerd, en dat oneigenlijke situaties dan wel oneigenlijk gebruik van de BOR worden beperkt.” Het aanpakken van knelpunten zou de fiscale regelingen beter moeten doen aansluiten op de kabinetseisen.

Wat betekent dit voor uw bedrijf en uw bedrijfsopvolgers?

De kabinetsreactie stelt duidelijk dat de fiscale faciliteiten voor bedrijfsopvolging zullen blijven bestaan en dat eventuele aanpassingen pas op Prinsjesdag in wetgeving worden ingediend. Het is goed mogelijk dat dan wordt voorgesteld om de wijzigingen direct om 15.15 uur op Prinsjesdag (19 september 2023) in te doen gaan. Tot dat moment gelden dan de huidige faciliteiten voor bedrijfsopvolging:

  • de voorwaardelijke vrijstelling voor schenk- en erfbelasting van 100% voor zover er sprake is van ondernemingsvermogen tot maximaal 1.134.403 euro en van 83% voor het ondernemingsvermogen daarenboven; en
  • de voorwaardelijke mogelijkheid om de aanmerkelijkbelangheffing in de inkomstenbelasting door te schuiven voor zover sprake is van ondernemingsvermogen.

Helaas geeft de kabinetsreactie geen zekerheid of meer inzicht over hoe deze faciliteiten eventueel zullen worden aangepast, behalve dat de regeling wordt afgeschaft voor verhuurd onroerend goed.

Vervolgonderzoek bedrijfsopvolgingsfaciliteiten

Het kabinet is vervolgonderzoek gestart naar verschillende opties voor aanpassing van de DSR en BOR deze doelmatiger en uitvoerbaarder te maken, zowel vanuit het perspectief van ondernemers als de Belastingdienst. Dit moet leiden tot eenvoudiger regels en minder juridische procedures die veel vragen van de uitvoeringscapaciteit van de Belastingdienst en van belastingplichtigen.

Het nu lopende onderzoek richt zich op

  • De verdeling tussen ondernemings- en beleggingsvermogen en het verbeteren van onderscheid daartussen.
  • Het beperken tot reguliere aandelen waarmee daadwerkelijk ondernemingsrisico wordt gelopen; bijvoorbeeld reguliere aandelen met een stemrecht.
  • Het al dan niet laten vervallen of aanpassen van de dienstbetrekkingseis in de DSR.
  • Het aanpassen van de huidige bezits- en voortzettingseis in de BOR waarbij wordt aangesloten op de flexibiliteit van ondernemingen (wijziging ondernemingsactiviteiten) én waarbij alleen reële bedrijfsopvolgingen in aanmerking komen.
  • Het beperken tot een eenmalige toepassing, zodat meermaals gebruikmaken voor dezelfde onderneming tussen dezelfde personen niet mogelijk is (BOR-carrousel).
  • Een betere registratie van bedrijfsoverdrachten en opname in aangiftes.
  • Overige beleidsopties die het CPB geeft voor een doelmatiger regeling.
  • Door de Belastingdienst en door ondernemers gesignaleerde knelpunten in de uitvoering.

Het kabinet geeft in haar reactie nog aan dat zij een suggestie voor de introductie van een familiebegrip in de BOR heeft afgewezen.

Vervolg bedrijfsopvolgingsfaciliteiten

Beoogd is dat het kabinet de tussentijdse conclusies uit het onderzoek meeneemt in de afweging welke aanpassingen van de BOR en DSR wenselijk zijn. De uitwerking van de verbeteropties zullen worden besproken met verschillende betrokken partijen, zoals bijvoorbeeld VNO-NCW, MKB-Nederland en Familiebedrijven Nederland.

Het kabinet informeert de Tweede Kamer over haar bevindingen uiterlijk aan het eind van de eerste helft van 2023. Het voornemen is om de onderzoeksuitkomsten om te zetten in concrete wetgeving in het pakket Belastingplan 2024.

Contact us

Philip Vossenberg

Philip Vossenberg

Tax partner en Family Business Leader, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)62 295 34 75

Jan Nieuwenhuizen

Jan Nieuwenhuizen

Senior Manager, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)63 009 60 77

Mitra Tydeman

Mitra Tydeman

Senior Tax Manager Knowledge Centre, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)63 024 66 06

Volg ons