Box 3: rechter geeft alleen bij tijdig bezwaar rechtsherstel

20/05/22

Dit artikel is voor het laatst geüpdatet op 7 september 2022.

Op 20 mei 2022 heeft de Hoge Raad opnieuw een tweetal arresten gewezen over Box 3, met als de belangrijkste vraag of iemand die te laat bezwaar heeft gemaakt ook rechtsherstel krijgt voor een te hoge box 3-heffing. In het zogenaamde Kerstarrest van 24 december 2021 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat Box 3 onhoudbaar is vanwege schending van de fundamentele rechten van belastingplichtigen. Naar aanleiding van dat arrest heeft de Staatssecretaris op 4 februari 2022 alle bezwaren in het kader van de massaalbezwaarprocedures 2017 tot en met 2020 toegekend. Een vraag die nog openstond was of mensen die geen bezwaar hebben gemaakt tegen hun aanslag, ook recht hebben op rechtsherstel en dus teruggaaf van inkomstenbelasting in box 3. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat dat niet het geval is. 

Update 7 september 2022

De Hoge raad oordeelde op 20 mei 2022 dat belastingplichtigen die te laat zouden zijn met bezwaar maken, op basis van de wetgeving geen recht hebben op rechtsherstel noch op ambtshalve vermindering van een al vaststaande belastingaanslag. Daarop heeft staatssecretaris Van Rij laten weten dat het kabinet de uitspraak van de Hoge Raad bestudeert en uiterlijk met Prinsjesdag besluit of kleine spaarders alsnog aanspraak maken op het rechtsherstel, zelfs als deze kleine spaarders te laat bezwaar hebben gemaakt. Volgens bronnen in de media is inmiddels het besluit genomen dat alleen tijdige bezwaarmakers aanspraak recht hebben op compensatie met het rechtsherstel.

Wat betekent dit voor u?

Als u tijdig bezwaar heeft gemaakt tegen uw aanslagen inkomstenbelasting 2017 - 2020  krijgt u automatisch rechtsherstel. Meer hierover leest u hier in ons Belastingnieuws-artikel 'Box 3: Kabinet maakt keuze rechtsherstel'. In het kort wordt het rechtsherstel berekend op basis van een heffing over forfaitair inkomen uit drie categorieën vermogensbestanddelen (spaargeld, schulden en overige bezittingen). 

Bezwaar te laat

Als u daarentegen te laat was met het bezwaar en uw aanslagen al definitief vaststonden, heeft u volgens de Hoge Raad geen recht op rechtsherstel van de box 3-heffing. De staatssecretaris heeft eerder aangegeven nog een beslissing te nemen of ook mensen die geen bezwaar hebben gemaakt toch gecompenseerd zullen worden, of niet. Volgens bronnen in de media heeft het Kabinet inmiddels definitief besloten om alleen bezwaarmakers te compenseren voor de te hoge box 3-heffing in de jaren 2017 tot en met 2020. De officiële bevestiging hiervan wordt verwacht op Prinsjesdag.

Bezwaar op tijd, maar niet eens met de nieuwe berekening van box 3 

Naast deze belangrijke uitspraak heeft de Hoge Raad nog een ander arrest gewezen, ook over box 3. Die uitspraak is weer van belang voor mensen die wel tijdig bezwaar hadden gemaakt. Het kan zo zijn dat deze mensen een vermindering van hun belastingaanslag krijgen, maar het niet eens zijn met de manier waarop de vermindering is berekend. De Hoge Raad heeft bepaald dat in dat geval deze mensen opnieuw daartegen kunnen opkomen. Zij moeten dan een verzoek om (verdere) ambtshalve vermindering indienen, waarop de Belastingdienst moet beslissen. Tegen die beslissing van de Belastingdienst, kunnen zij dan opnieuw bezwaar en eventueel beroep bij de rechter aantekenen. Op deze manier houdt de Hoge Raad een vinger aan de pols om erop toe te zien dat het rechtsherstel door de Belastingdienst juist wordt toegepast.

Achtergrond

Termijnen zijn belangrijk

Een belangrijke boodschap van deze arresten van de Hoge Raad is dat termijnen behoorlijk strikt worden toegepast. Als u een belastingaanslag ontvangt waarmee u het niet eens bent, heeft u zes weken de tijd om daartegen bezwaar te maken. Maakt u na deze termijn bezwaar dan is uw bezwaar niet-ontvankelijk. 

Echter, in bijzondere situaties, bestaat hierop een kleine uitzondering. Dan kan de inspecteur ook na de bezwaartermijn nog de aanslag ambtshalve verminderen. Hier kunt u een verzoek om indienen. Voor de inkomstenbelasting geldt dat als de inspecteur besluit om uw verzoek af te wijzen, u deze afwijzing nog via de rechter kunt laten toetsen. Voor andere belastingen bestaat die mogelijkheid niet en bent u afhankelijk van het beleid en de bereidheid van de Belastingdienst. 

In de procedure van een van de arresten van 20 mei 2022 ging het om een belastingplichtige die het niet eens was met zijn box 3-heffing. Hij voerde hiertegen ongeveer dezelfde argumenten aan als de argumenten waarop de Hoge Raad in zijn arrest van 24 december 2021 had besloten dat het box 3-stelsel in strijd was met de fundamentele rechten van belastingplichtigen, zie ons Belastingnieuws-artikel 'Hoge Raad: box 3 moet uitgaan van werkelijk rendement (2017)'. Deze persoon had echter niet tijdig bezwaar gemaakt. De inspecteur heeft zijn brief daarom aangemerkt als een verzoek om ambtshalve vermindering. De inspecteur heeft dit verzoek vervolgens afgewezen, waarna de belastingplichtige naar de rechter is gestapt. De Hoge Raad oordeelt nu dat het gelijk aan de inspecteur is: deze hoeft de aanslag niet ambtshalve te verminderen. 

De reden hiervoor is dat in de wettelijke regeling van de ambtshalve vermindering is opgenomen dat nieuwe jurisprudentie, die ontstaat na het definitief worden van een aanslag (dus het verstrijken van de bezwaartermijn van zes weken), geen geldige reden is voor het ambtshalve verminderen van een aanslag. In dit geval was het arrest van 24 december 2021 een nieuwe rechterlijke uitspraak, zodat deze niet kon gelden als reden voor de ambtshalve vermindering.

Het woord is aan de politiek

Voor mensen die geen bezwaar hebben gemaakt of te laat - bijvoorbeeld omdat zij in de veronderstelling verkeerden dat de wet inzake box 3 juist was toegepast - wordt het nu afwachten of zij in aanmerking kunnen komen voor rechtsherstel. De staatssecretaris heeft aangegeven nog een beslissing te nemen of, en zo ja, wie alsnog zullen worden gecompenseerd. Zuiver juridisch hoeft dit volgens de Hoge Raad niet, op basis van de twee arresten. 

Mensen die tijdig bezwaar hebben gemaakt tegen de box 3-heffing in de aanslagen  inkomstenbelasting 2017 - 2020 krijgen wel (automatisch) ‘rechtsherstel’. Dit houdt in dat een nieuwe berekening wordt gemaakt van het forfaitaire rendement op basis van uw werkelijke vermogensmix. Als uw nieuwe hiermee berekende forfaitaire rendement lager is dan uw oorspronkelijk berekende forfaitaire rendement, dan wordt uw box 3-belasting verminderd. Voor de jaren 2021 en 2022 wordt voor alle belastingplichtigen op deze manier de box 3-belasting berekend.

Mensen die niet tijdig of geen bezwaar hebben gemaakt, worden volgens bronnen in de media niet gecompenseerd voor de te hoge box-3 heffing in de jaren 2017 tot en met 2020. De officiële bevestiging hiervan door het Kabinet wordt verwacht op Prinsjesdag.

Ondertussen werkt de wetgever aan een nieuw box 3 stelsel in verband met de schending van de fundamentele rechten van belastingplichtigen. Oorspronkelijk zou de tijdelijke vormgeving alleen gelden voor 2023 en 2024 en zou in 2025 worden overgegaan naar een box 3-heffing op basis van werkelijk rendement. Op basis van onderzoek van Capgemini werd deze overgang met ingang van 2025 niet haalbaar geacht. Daarom heeft het Kabinet op 5 september 2022 besloten de overgang uit te stellen naar 2026. Meer achtergronden en wat de contouren zijn voor box 3 vanaf 2026, leest u op onze pagina ‘Wegwijzer box 3'.

Te ondernemen acties

Als u onderdeel was van het massaal bezwaar over de jaren 2017 - 2020 verkrijgt u automatisch rechtsherstel (indien u daar inderdaad recht op heeft). Als u geen bezwaar heeft ingediend, maar uw aanslagen voor de jaren 2017 - 2020 stonden nog niet onherroepelijk vast, dan heeft u ook recht op automatisch rechtsherstel. Voorlopig hoeft u niets te doen.  

Wanneer u bericht krijgt van de Belastingdienst inzake het automatisch rechtsherstel kan het zijn dat u het niet eens bent met de berekening. In dat geval heeft de Hoge Raad de mogelijkheid geopend om een verzoek om verdere vermindering in te dienen bij de Belastingdienst en hier eventueel opnieuw over te procederen. Dan moet u wel in actie komen.

In de gevallen waarin u te laat bent, kunt u dus geen rechtsherstel meer claimen. Voor de belastingjaren waarin u nog geen definitieve aanslag heeft gehad en de belastingjaren 2021 en 2022, zal de Belastingdienst automatisch rekening houden met het rechtsherstel.

Contact

Jan Nieuwenhuizen

Jan Nieuwenhuizen

Senior Manager, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)63 009 60 77

Mitra Tydeman

Mitra Tydeman

Senior Tax Manager Knowledge Centre, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)63 024 66 06

Pjotr Anthoni

Pjotr Anthoni

Senior Tax Manager Knowledge Centre, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)61 091 73 45

Volg ons