Kabinetsreactie IBO-rapport over betere vermogensverdeling

06/10/22

Op Prinsjesdag 2022 heeft het kabinet, zoals eerder aangekondigd, gereageerd op het rapport van het Interdepartementale beleidsonderzoek (IBO) over vermogensverdeling, getiteld: 'Licht uit, spot aan: de vermogensverdeling'. Dit heeft geresulteerd in fiscale maatregelen in het pakket Belastingplan 2023 en aankondigingen van meer fiscale maatregelen komende tijd. Zowel de gepresenteerde als de aangekondigde fiscale maatregelen zetten we voor u op een rij met de laatste ontwikkelingen naar aanleiding van de nota van wijziging op het Belastingplan 2023.

De kabinetsreactie op de CPB-evaluatie van de bedrijfsopvolgingsregeling volgt op zijn vroegst in november 2022.

Zie over het IBO-rapport ons eerdere bericht 'IBO-rapport: fiscale opties voor betere vermogensverdeling’. Lees meer over de fiscale maatregelen uit het Belastingplan 2023 op onze Belastingplanpagina.

 

Wat betekent dit voor uw onderneming?

Het kabinet geeft met zijn reactie op het rapport duidelijk aan dat het van mening is dat de belasting op inkomen uit arbeid omlaag moet, daar waar de belasting op inkomen uit vermogen omhoog zou moeten. Op die manier wil het kabinet de vermogensongelijkheid in Nederland tegengaan.

De kern van de reactie is een aantal concrete stappen om deze verschuiving van belastingheffing vorm te geven. Daarnaast wil het kabinet de vermogensverdeling in Nederland periodiek in kaart brengen om die kennis explicieter te kunnen meenemen in de besluitvorming.

Uitgangspunt en concrete maatregelen

Het uitgangspunt dat het kabinet benoemt in de reactie, is dat werk moet lonen. De ruimte om de lasten op arbeid te verlagen, zoekt het kabinet in het zwaarder belasten van vermogen. Hierbij kiest het kabinet voor een gefaseerde aanpak. In het coalitieakkoord en de Voorjaarsnota 2022 had het kabinet de volgende maatregelen al aangekondigd:

 

  • Afschaffen van de schenkingsvrijstelling eigen woning van ruim een ton. In 2023 wordt deze verlaagd en per 2024 wordt deze helemaal afgeschaft.
  • Het lenen door dga’s bij de eigen bv beperken tot 700.000 euro per 2023. De Wet excessief lenen is inmiddels door de Tweede Kamer aangenomen en ligt nu bij de Eerste Kamer.
  • Het verhogen van de overdrachtsbelasting op niet-woningen naar 10,1 procent.
  • De doelmatigheidsmarge van het gebruikelijk loon van dga’s verlagen van 25 procent naar 15 procent in 2023.
  • De fiscale oudedagsreserve voor IB-ondernemers uitfaseren.
  • Het verlagen van de grens van de eerste schijf in de vennootschapsbelasting van 395.000 euro naar 200.000 euro per 2023.

Hier voegde het kabinet op Prinsjesdag 2022 in de Miljoenennota 2022 nog de volgende maatregelen aan toe:

  • Het verhogen van het box 3-tarief in stapjes van 1 procent tot 34 procent in 2025. Hierbij wordt ook het heffingsvrij vermogen verhoogd van ongeveer 50.000 euro naar 57.000 euro.
  • Het sneller afbouwen van de zelfstandigenaftrek.
  • Het volledig afschaffen van de doelmatigheidsmarge gebruikelijk loon, in plaats van het verlagen van de marge.
  • Het verhogen van het lage Vpb-tarief van 15 procent naar 19 procent.
  • Het verlagen van de Aof-premie voor kleine werkgevers, het verruimen van de werkkostenregeling en het verhogen van de EIA, MIA en VAMIL. Het kabinet gebruikt hiervoor de opbrengst van het verhogen van het lage Vpb-tarief.
    Bij nota van wijziging op het Belastingplan 2023 wordt als lastenverlichting het premietarief voor het arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof) voor kleine bedrijven ongeveer met een half procentpunt verlaagd ten opzichte van de gewoonlijke wijziging. Vooralsnog werd uitgegaan van een tarief van 5.46 procent voor kleine werkgevers (het lage Aof-tarief). 
  • Het invoeren van een gedifferentieerd tarief in box 2. In 2024 is een box 2-inkomen tot 67.000 euro belast met 24,5 procent inkomstenbelasting en daarboven met 31 procent.

 

  • Het beperken van de periodieke giftenaftrek in de inkomstenbelasting per 2023 tot  250.000 euro per belastingplichtige en de eventuele fiscale partner per kalenderjaar. Bij nota van wijziging op het Belastingplan 2023 is deze maatregel verder uitgewerkt. Uitgezonderd zijn de verplichtingen tot periodieke giften die al op 4 oktober 2022, 16:00 uur zijn aangegaan. Deze periodieke giften zijn tot en met 31 december 2026 nog volledig aftrekbaar. Door een overgangsperiode van vier kalenderjaren te hanteren voor periodieke giften die vóór 4 oktober 2022, 16.00 uur, zijn aangegaan, zijn deze periodieke giften in ieder geval gedurende vijf kalenderjaren volledig aftrekbaar. Een overgangsperiode van vier kalenderjaren geldt ook wanneer de verplichting is aangegaan voor een periode langer dan vijf kalenderjaren. Het plafond van 250.000 euro is exclusief de multiplier voor giften aan culturele ANBI’s.
  • De overdrachtsbelasting op niet-woningen verder verhogen tot 10,4 procent (in plaats van 10,1 procent).
  • Als laatste wil het kabinet structureel 550 miljoen euro aan extra belastingopbrengsten ophalen door het aanpakken van “opmerkelijke belastingconstructies” en oneigenlijk gebruik van fiscale regelingen. Dit omvat in ieder geval het standaard aanmerken van verhuurd vastgoed als beleggingsvermogen, bij de toepassing van de bedrijfsopvolgingsregeling in de schenk- en erfbelasting en de doorschuifregeling in de inkomstenbelasting.

Opmerkelijke belastingconstructies

Volgens het kabinet  is sprake van fiscale onevenwichtigheden, waarvan met name de top van de vermogensverdeling profiteert. Het kabinet wil het globaal evenwicht herstellen en tevens inkomen uit arbeid en inkomen uit vermogen evenwichtiger belasten.

In verband met zijn taakstellende opdracht om structureel 550 miljoen euro op te halen aan extra belastingopbrengsten, vermeldt het kabinet dat zijn reactie op de CPB-evaluatie van de BOR in november zal volgen. Het uitgangspunt bij een eventuele aanpassing van de BOR zal zijn het ondersteunen van de continuïteit van familiebedrijven, door reële bedrijfsopvolgingen eenvoudiger en eerlijker te maken en oneigenlijk gebruik tegen te gaan.

Los van de taakstellende opdracht is het kabinet voornemens jaarlijks een lijst te presenteren met “opmerkelijke belastingconstructies”. Onder opmerkelijke belastingconstructies schaart het kabinet zowel belastingarbitrage als opmerkelijk gebruik van fiscale regelingen.

 

De beperking van de aftrek van periodieke giften (zoals hiervoor beschreven) voert het kabinet in naar aanleiding van een opmerkelijke belastingconstructie. Het kabinet benadrukt dat het filantropie ondersteunt en het belang van periodieke giften ondersteunt, maar is van mening dat het niet meer mogelijk zou moeten zijn om uitzonderlijk hoge inkomens volledig te verrekenen met excessieve periodieke giften aan met name zelf opgerichte ANBI’s.

Herziening boxenstelsel

Het kabinet neemt de aanbeveling ter harte om de herziening van het boxenstelsel in de inkomstenbelasting op de lange termijn te onderzoeken, maar geeft wel aan dat zijn prioriteit op dit moment ligt bij het vormgeven van het toekomstige stelsel van box 3 op basis van werkelijk rendement. Centraal bij het onderzoek naar het boxenstelsel zal staan de neutrale behandeling van inkomsten uit werk en verschillende vermogensvormen.

Meten is weten

Het kabinet omarmt de beleidsrichting ‘meten is weten’, waarin wordt voorgesteld de ontwikkelingen in vermogensverdeling consistent, in samenhang en periodiek in beeld te brengen, om op die manier de kennis explicieter te kunnen meenemen in de besluitvorming. Onderdeel hiervan is een aantal beleidsopties:

  • Het monitoren van de belastingdruk voor verschillende typen werkenden en op verschillende vermogenssoorten. Het doel hiervan is om het evenwicht tussen werknemerschap en ondernemerschap weer te herstellen. Hierbij merkt het kabinet wel op dat enig verschil in toptarief tussen werknemers en zelfstandigen gerechtvaardigd kan zijn vanwege het ondernemersrisico dat zelfstandigen lopen en het feit dat zij niet kunnen deelnemen aan werknemersverzekeringen en collectieve pensioenregelingen.
    Onder dit punt valt ook het gelijker belasten van verschillende vermogensvormen. Denk hierbij aan box 2 en box 3.
  • De Belastingdienst zal samen met het ministerie van Financiën jaarlijks een overzicht geven van opmerkelijke belastingconstructies, die het kabinet met de Voorjaarsnota kan meesturen. Deze opmerkelijke belastingconstructies zijn overigens niet beperkt tot belastingen op inkomen en vermogen, maar kunnen alle belastingen betreffen.
  • Het kabinet vraag het CBS om jaarlijks een overzicht te maken van de vermogensverdeling in Nederland, om zo op meer consistente wijze inzicht te krijgen om goed mee te kunnen nemen in de besluitvorming.
  • Onderdeel van de informatie over vermogensverdeling is dat het kabinet de kwaliteit van deze informatie wil verbeteren. Concreet hierin is dat het ministerie van Financiën een onderzoek start naar de omvang van vermogens van huishoudens ondergebracht in stichtingen.
  • Als laatste wil het kabinet in het kader van informatie over de vermogensverdeling meer aandacht gaan besteden aan de aangiftedata over vermogen en daarbij overwegen om een centraal aandeelhoudersregister in te voeren. 

 

Contact

Pjotr Anthoni

Pjotr Anthoni

Senior Tax Manager Knowledge Centre, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)61 091 73 45

Mitra Tydeman

Mitra Tydeman

Senior Tax Manager Knowledge Centre, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)63 024 66 06

Jan Nieuwenhuizen

Jan Nieuwenhuizen

Senior Manager, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)63 009 60 77

Volg ons