03/10/23
Op 26 september is in de Eerste Kamer het wetsvoorstel Werken Waar Je Wilt afgewezen en een motie aangenomen om zo snel mogelijk de fiscale knelpunten bij thuiswerken van grensarbeiders op te lossen. Op grond van het wetsvoorstel kon een verzoek van een werknemer om meer thuis (of op kantoor) te werken niet meer zomaar op elke grond geweigerd worden door de werkgever. Het goedkeuren van een verzoek tot thuiswerken kan in internationale situaties echter tot complexe fiscale, arbeidsrechtelijke en sociale zekerheidsgevolgen leiden. En dit is een van de redenen van de Eerste Kamer om niet in te stemmen met de Wet Werken waar je wilt.
Stel dat uw werknemer een verzoek indient om meer thuis te gaan werken vanuit een ander EU-land. U zult dan moeten beoordelen of u het verzoek toe- of afwijst. Als u het verzoek tot thuiswerken inwilligt, kunnen daar echter gevolgen aan vastzitten voor de belasting- en sociale zekerheidspositie van uw werknemer, eventuele vennootschapsbelastingplicht van de werkgever in het woonland van de werknemer en het toepasselijk (arbeids)recht in de arbeidsovereenkomst. Dit kan eventueel ook tot andere verplichtingen voor u leiden, zoals een registratieplicht voor de sociale zekerheid of de vennootschapsbelasting in het woonland van de werknemer. Hieronder bespreken wij dit in het kort.
Het zou zomaar kunnen dat uw werknemers uit Duitsland of België een verzoek tot thuiswerken indienen. In de huidige situatie is het wellicht zo dat uw werknemer volledig in het werkland (zijnde Nederland) fysiek arbeid verricht. In dit geval is uw werknemer volledig in Nederland belast voor dit inkomen. Als uw werknemer vaker of geheel vanuit huis werkt, zal heffing over het arbeidsinkomen ook meer of wellicht zelfs in het geheel bij het woonland (Duitsland of België) komen te liggen. Kortom: het thuiswerken kan invloed hebben op de belastingpositie van uw werknemer.
Dit kan uiteraard onwenselijk zijn.Tijdens de COVID 19-crisis heeft Nederland aparte afspraken gemaakt met Duitsland en België om te voorkomen dat door thuiswerken de belastingplicht en eventueel de vennootschapsbelastingplicht zou verschuiven van het werkland naar het woonland. Deze afspraken golden uiteraard ook voor werknemers die in Nederland wonen, maar die in Duitsland of België werken. Deze afspraken zijn verlopen op 30 juni 2022. Eerder is bekend geworden dat Nederland in gesprek is met België en Duitsland om nieuwe afspraken in het kader van thuiswerken te maken. Een ‘thuiswerkregeling’ introduceren in een belastingverdrag is echter niet eenvoudig en in het nieuwe belastingverdrag met België is nog geen dergelijke regeling opgenomen.
Hoewel hier momenteel nog discussie over bestaat, kan op werknemers die thuis gaan werken vanuit het buitenland (ook) het recht van het land waar de arbeid wordt verricht van toepassing worden. Ondanks de rechtskeuze in de arbeidsovereenkomst, mag op grond van Europese wetgeving namelijk niet worden afgeweken van de dwingendrechtelijke bepalingen die gelden in het land waar de werknemer ‘gewoonlijk’ arbeid verricht. Het gewoonlijke werkland is het land waar de werknemer het belangrijkste deel van zijn/haar werkzaamheden verricht. Dit zou betekenen dat werknemers naast Nederlandse arbeidsvoorwaarden (die van toepassing zijn op basis van de rechtskeuze) ook aanspraak kunnen maken op buitenlandse arbeidsvoorwaarden (op basis van het ‘gewoonlijke werkland’-criterium) voor zover deze gunstiger zijn.
Overigens dienen werkgevers hun zorgplicht ten aanzien van de arbeidsomstandigheden ook na te leven voor thuiswerkplekken in het buitenland. Zo moet een werkplek ter beschikking worden gesteld die ergonomisch verantwoord is.
Ook vanuit het perspectief van sociale zekerheid kunnen er gevolgen zijn als uw werknemer vanuit huis werkt. Als een werknemer die normaliter in Nederland zou werken, meer zal thuiswerken vanuit het woonland dan is er een kans dat de werknemer op basis van het EU-recht ook sociaal verzekerd raakt in het woonland. Dit heeft niet alleen gevolgen voor de werknemer, zo kan het zijn dat de werkgever zich zal moeten registreren in het woonland van de werknemer om de premies af te dragen.
In tegenstelling tot de belastingplicht is er voor de sociale zekerheid op EU niveau een kaderovereenkomst gesloten. De kaderovereenkomst komt tegemoet aan de wensen van werknemers en werkgevers om gedeeltelijk thuis te kunnen werken zonder genoemde gevolgen. Op dit moment hebben negentien lidstaten de kaderovereenkomst getekend en heeft alleen het Verenigd Koninkrijk aangegeven de overeenkomst niet te zullen tekenen. Op basis van de overeenkomst kunnen grenswerkers tot maximaal 50% van hun tijd thuis werken, zonder aan het socialezekerheidsregime van dat land onderworpen te worden. Lees voor verdere achtergrond ons eerder Belastingnieuwsartikel.
Als een werknemer thuis werkt kan er een vaste inrichting van de werkgever ontstaan in het woonland van de werknemer. Dit kan onder andere gevolgen hebben voor de heffing van vennootschapsbelasting in het woonland van de werknemer. In het algemeen zal een werknemer die een aantal dagen per week thuis werkzaam is, niet snel leiden tot een vaste inrichting als de werknemer daarnaast beschikt over een werkplek op het kantoor van zijn werkgever. Als de werknemer echter door bijvoorbeeld zijn business development rol vanuit huis contracten met klanten kan sluiten, wordt het risico op een vaste inrichting groter. Echter, dit zal van geval tot geval bekeken moeten worden omdat sommige landen sneller een vaste inrichting vaststellen bij thuiswerken dan andere landen.
Door het aannemen van de motie rondom het oplossen van de fiscale knelpunten bij thuiswerken van grensarbeiders, komt mogelijk een oplossing in zicht. Tot die tijd adviseren u om duidelijk beleid en inzicht te hebben in het thuiswerken van uw grensarbeiders om ongewenste consequenties op het gebied van internationale belastingheffing, het toepasselijke (arbeids)recht of sociale zekerheid te voorkomen.