07/07/21
Recent is een aantal uitspraken gewezen over de toepassing van de 30%-regeling voor ingekomen werknemers. Zowel Rechtbank Den Haag als Hof Den Bosch beslissen dat de 30%-regeling niet in de aangifte inkomstenbelasting kan worden geclaimd en alleen kan worden toegepast als de werkgever de vergoeding voor extraterritoriale kosten (het “30%-deel”) heeft aangewezen als eindheffingsbestanddeel.
In de casus bij rechtbank Den Haag was in geschil of de 30%-regeling in de aangifte inkomstenbelasting kon worden toegepast. De casus betreft een Deense werknemer die in loondienst was van 1 januari 2012 tot en met 31 maart 2015 bij een in Nederland gevestigde werkgever.
In april en mei 2015 ontving de werknemer een nabetaling waarop de 30%-regeling door de werkgever niet werd toegepast in de salarisadministratie en waarvoor de werkgever geen deel als eindheffingsbestanddeel had aangewezen voor extraterritoriale kosten. De rechtbank oordeelt dat voor het loonbegrip in de inkomstenbelasting wordt aangesloten bij het loonbegrip voor de loonbelasting. De keuze van de werkgever om het loon niet als eindheffingsbestanddeel aan te wijzen werkt daarom door naar de inkomstenbelastingheffing en het loon dient volledig in de inkomstenbelastingheffing te worden betrokken. Dat de werknemer aangeeft schriftelijke afspraken met de werkgever gemaakt te hebben over de toepassing van de 30%-regeling, maakt dit voor de rechtbank niet anders.
Ook het beroep van de Deense werknemer op het arrest van de Hoge Raad van 27 april 2012 faalt, nu dat arrest ziet op het jaar 2006. In dat jaar was de werkkostenregeling, zoals deze geldt in het jaar 2015, nog niet in werking getreden. Eindheffingsbestanddelen hoefden in 2006, anders dan voor het jaar 2015 het geval is, niet door de inhoudingsplichtige te worden aangewezen.
Hof Den Bosch oordeelde recent in vergelijkbare zin in een andere casus waar de 30%-regeling ook pas in de aangifte inkomstenbelasting werd toegepast.
Voor werkgevers en werknemers zijn deze recente uitspraken een bevestiging dat het standpunt van de belastingdienst gevolgd wordt in de tot nu toe gevoerde procedures. Indien de 30%-regeling (terecht of onterecht) niet is toegepast in de salarisadministratie (niet als eindheffingsbestanddeel is aangewezen onder de werkkostenregeling), heeft de werknemer volgens bovengenoemde jurisprudentie geen mogelijkheid om de 30%-regeling alsnog toe te passen in de aangifte inkomstenbelasting.
Wel merken wij op dat er nog geen cassatieprocedure bij de Hoge Raad is geweest over deze problematiek onder de huidige werkkostenregeling.
Ter afsluiting merken wij op dat de 30%-regeling alleen van toepassing is op loon uit tegenwoordige dienstbetrekking en niet op loon uit vroegere dienstbetrekking. In specifieke situaties zoals garden leave of nabetalingen bij einde dienstbetrekking is het voor de werkgever wellicht niet altijd duidelijk of een betaling loon uit tegenwoordige dienstbetrekking is of bijvoorbeeld buiten de looptijd van de 30%-regeling valt. Wij raden aan om hierover vooraf advies in te winnen en/of afstemming met de Belastingdienst te zoeken.
In vervolg op de eerdere aankondiging is de thuiswerkvergoeding nu concreet opgenomen als onderdeel van het wetsvoorstel Belastingplan 2022 dat op Prinsjesdag...
Ter compensatie van het niet doorgaan van de Baangerelateerde investeringskorting worden per 1 augustus 2021 de premies van het Algemeen Werkloosheidsfonds...
Het bijzonder uitstel van betaling eindigt op 1 oktober 2021. Veel ondernemers hebben na afloop van verleend uitstel betaling niet hervat. Actie is vereist.