Details van de NOW-2 regeling

23/06/20

Dit artikel is voor het laatst geüpdatet op 15 maart 2021.

De officiële regeling voor NOW-2 is bekendgemaakt. In grote lijnen is de regeling zoals aangekondigd. De tekst van de regeling geeft wel inzicht in belangrijke details en verschillen met NOW-1. Wij informeren u hieronder over NOW-2. Aanvragen hiervoor kunnen worden gedaan van 6 juli tot en met 31 augustus 2020.

Data en referentieperioden

NOW-2 is een tegemoetkoming in de loonkosten voor de periode juni tot en met september 2020. Het aanvraagtijdvak voor NOW-2 loopt van 6 juli tot en met 31 augustus 2020.

Ook voor NOW-2 moet de omzetdaling ten minste 20 procent zijn. De omzetdaling wordt vastgesteld over een viermaandsperiode die start op 1 juni, 1 juli of 1 augustus. Als voor de tweede keer een beroep wordt gedaan op NOW moet de viermaandsperiode aansluiten op de gekozen driemaandsperiode voor NOW-1. De referentiemaand voor de loonsom is maart (peildatum 15 mei) van dit jaar.

Als er geen loonsom is voor maart 2020, wordt uitgegaan van de loonsom van november 2019. Bij de definitieve vaststelling van de subsidie wordt de loonsom van 1 juni tot en met 30 september 2020 vergeleken met driemaal de loonsom van de referentiemaand.

Bij een lagere gemiddelde loonsom in de subsidieperiode wordt een vermindering op de uiteindelijke NOW-subsidie toegepast.

De vaste (forfaitaire) opslag voor werkgeverslasten bedraagt 40 procent.

Termijnen voor aanvraag tot vaststelling subsidie

De vaststelling van NOW-2 kan worden aangevraagd vanaf 15 maart 2021. Voor alle werkgevers blijft het vaststellingsloket voor NOW-2 geopend tot en met 5 januari 2022.

De vaststelling van NOW-1 kan worden aangevraagd vanaf 7 oktober 2020. Anders dan eerder was aangekondigd, geldt dit óók voor werkgevers die ook NOW-2 aanvragen. De vaststelling voor beide termijnen hoeven niet gelijktijdig te worden aangevraagd.

Vaststelling omzetdaling: overnames en verkoop

De hoofdregel voor de vaststelling van het omzetverlies is dat de omzet van de gekozen viermaandsperiode wordt vergeleken met een derde van de jaaromzet van 2019. Bij een groep of concern moet het omzetverlies in principe op het niveau van het concern worden vastgesteld. Pas als op concernniveau geen 20 procent omzetverlies wordt gehaald, kan mogelijk NOW-2 worden aangevraagd op basis van de werkmaatschappijmogelijkheid, waarbij extra voorwaarden gelden. Voor de afbakening van de groep is de samenstelling op 1 juni 2020 bepalend. Voor NOW-1 was dat de samenstelling van de groep op 1 maart 2020.

Voor NOW-1 gold een alternatieve omzetbepaling voor startende ondernemingen. Later is ook een alternatieve omzetbepaling in de regeling gekomen voor de situatie dat een concern een overname had gedaan waarbij sprake was van overgang van onderneming. Deze bepalingen gelden ook voor NOW-2.

Overgang van onderneming

In NOW-2 blijft de keuzemogelijkheid van een alternatieve omzetbepaling bij overgang van onderneming bestaan. Voor de omzetvergelijking wordt dan gekeken naar de omzet over de periode vanaf de eerste volledige kalendermaand vanaf de overgang tot en met 29 februari 2020, omgerekend naar vier maanden. De einddatum blijft dus 29 februari 2020, dit wordt niet verlengd voor NOW-2.

Verkoop van concernonderdelen

Voor NOW-2 is een aparte omzetbepaling in de regeling gekomen voor de situatie dat onderdelen of activiteiten binnen het concern zijn afgestoten.

Als een werkgever in de periode van 2 januari 2019 tot en met 1 februari 2020 een onderdeel of activiteit heeft afgestoten, dan moet voor de omzetvergelijking worden gekeken naar de omzet vanaf de eerste volledige kalendermaand vanaf de afstoting van het (laatst afgestoten) onderdeel of de (laatst afgestoten) activiteit tot en met 29 februari 2020, omgerekend naar vier maanden.

Als er sprake is van een afstoting/verkoop vanaf 2 februari 2020 geldt de hoofdregel en moet als referentieomzet een derde van de omzet over 2019 worden gehanteerd.

Verplichtingen en vermindering van subsidie bij grotere ontslagaanvragen

Op het aanvraagformulier voor NOW-2 moeten bedrijven zich ertoe committeren dat zij, als de Wet melding collectief ontslag (WMCO) van toepassing is, gedurende een periode van (maximaal) vier weken zullen overleggen met de vakbonden (of bij gebreke daarvan een andere vertegenwoordiging van werknemers) over de voorgenomen ontslagen en de ontslagaanvraag niet eerder in te dienen dan vier weken nadat de WMCO-melding aan UWV en de betreffende vakbonden is gedaan. Dit geldt voor WMCO-meldingen in de periode van 30 mei tot en met 30 september 2020.

Vermindering van de totale NOW-2 subsidie

Bij een grotere aanvraag voor bedrijfseconomisch ontslag kan de totale NOW-subsidie worden verminderd. Het totale subsidiebedrag wordt met 5 procent verminderd als:

  • de werkgever in de periode van 30 mei tot en met 30 september 2020 één of meerdere meldingen als bedoeld in de WMCO doet; én
  • gedurende het subsidietijdvak voor 20 of meer werknemers in een werkgebied van de WMCO ontslag om bedrijfseconomische redenen aanvraagt.

Voor de vermindering van het subsidiebedrag is niet vereist dat de aanvragen voor bedrijfseconomisch ontslag voortvloeien uit de WMCO-melding; bovenstaande voorwaarden worden los van elkaar beoordeeld.

De vermindering wordt niet toegepast als de werkgever met de betreffende vakbonden (of bij gebreke daarvan een andere vertegenwoordiging van werknemers), over iedere WMCO-melding een akkoord heeft bereikt over de noodzaak van het aantal te vervallen arbeidsplaatsen. Als geen akkoord is bereikt, wordt de vermindering ook niet toegepast als de partijen gezamenlijk de Stichting van de Arbeid hebben verzocht te beoordelen of het voorgestelde aantal te vervallen arbeidsplaatsen noodzakelijk is en de werkgever dit verzoek aan de Stichting van de Arbeid niet heeft ingetrokken.

Beoordeling van ontslagaanvragen door UWV

Bij een aanvraag voor bedrijfseconomisch ontslag beoordeelt het UWV de bedrijfseconomische noodzaak voor ontslag. In verband hiermee zal de werkgever aannemelijk moeten maken dat de NOW-subsidie of een andere steunmaatregel in zijn geval geen voor de hand liggende oplossing is geweest. Op dit laatste punt zal het UWV wel terughoudend toetsen.

Alleen als er overeenstemming is bereikt met de vakbonden over de (aantallen) ontslagen en dit uit een schriftelijke verklaring van de betreffende vakbonden blijkt, toetst UWV de bedrijfseconomische noodzaak voor ontslag in principe niet.

Accountantsverklaring

Voor NOW-2 gelden dezelfde grenzen als voor NOW-1 voor de eis van een accountantsverklaring bij de vaststellingsaanvraag. Een accountantsverklaring is vereist wanneer het voorschot van 80 procent van de subsidie 100.000 euro of meer bedraagt én wanneer het uiteindelijke subsidiebedrag 125.000 euro of meer bedraagt. Een accountantsverklaring is altijd vereist als een werkmaatschappij NOW aanvraagt op basis van het eigen omzetverlies (in plaats van het omzetverlies op concernniveau). De accountantsverklaring behelst de naleving van de subsidievoorwaarden.

Verklaring derde deskundige

Voor bedrijven met een subsidiebedrag onder de grens van een accountantsverklaring is een verklaring van een derde deskundige vereist als het voorschot 20.000 euro of meer bedraagt én als de uiteindelijke subsidie 25.000 euro of meer bedraagt. Voor de verklaring van de derde deskundige stelt de Minister een standaardformulier beschikbaar waarmee de omzetdaling kan worden bevestigd.

Documentatie vaststellingsaanvraag

Bij de vaststellingsaanvraag van NOW-2 moeten in ieder geval de volgende stukken worden meegestuurd:

  • de definitieve gegevens over de omzetdaling in de omzetperiode, alsmede informatie waaruit dit blijkt;
  • een verklaring waaruit blijkt of in de periode van 2 januari 2019 tot en met 1 februari 2020 onderdelen of activiteiten zijn afgestoten;
  • de accountantsverklaring of verklaring van een derde deskundige als deze is vereist;
  • een verklaring dat is voldaan aan de (algemene) verplichtingen voor aanvragers van NOW en de verplichtingen in verband met het dividend- en bonusverbod.

Ook geldt bij de vaststellingsaanvraag het volgende:

  • Als wordt verzocht om toepassing van NOW op basis van het omzetverlies van de werkmaatschappij, moet de werkgever verklaren dat aan de aanvullende voorwaarden hiervoor is voldaan en een accountantsverklaring meesturen waaruit dit blijkt.
  • Als wordt verzocht om toepassing van NOW op basis van het omzetverlies van de werkmaatschappij, moet de werkgever bij de vaststellingsaanvraag beschikken over een overeenkomst over werkbehoud met een van de vakbonden of andere vertegenwoordiging van werknemers, en over een verklaring van het groepshoofd/de moedermaatschappij over het dividend- en bonusverbod.
  • Bij de vaststellingsaanvraag maakt de werkgever kenbaar of is voldaan aan de voorwaarden voor de 5 procent vermindering van de subsidie; en zo ja, of is voldaan aan de voorwaarden om deze vermindering te voorkomen, voorzien van de stukken waaruit dit blijkt.

Inspanningsverplichting scholing

Een nieuwe voorwaarde voor NOW-2, gericht op het voorkomen van werkloosheid, is de verplichting voor de werkgever om werknemers te stimuleren deel te nemen aan een ontwikkeladvies of scholing. Werkgevers moeten bij de aanvraag van NOW-2 verklaren aan deze inspanningsverplichting te zullen voldoen.

De wezenlijke veranderingen die de samenleving en de economie op dit moment ondergaan vragen om andere bedrijfsmodellen en andere inzet van mensen. Voor werknemers die nu minder uren kunnen werken is het zinvol om zich voor te bereiden op een andere manier van werken of op ander werk.

Werkgevers kunnen de aandacht hiervoor inpassen in het bestaande scholingsbeleid in hun onderneming of bespreken met de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging. Daarnaast kunnen zij wijzen op het belang van scholing en ontwikkeling tijdens individuele personeelsgesprekken. Ook kunnen werkgevers hun werknemers middelen verschaffen via bijvoorbeeld O&O-fondsen. Het crisispakket NL leert door voorziet ook in middelen. De scholing zelf is geen onderdeel van de NOW-2, de inspanningsverplichting is dat wel.

Verbod op het uitkeren van dividend, bonus en inkoop eigen aandelen

Zoals aangekondigd geldt voor NOW-2 een dividend- en bonusverbod over 2020. Als bedrijven een gebroken boekjaar hanteren geldt het dividend- en bonusverbod voor het boekjaar waarin de maanden juni, juli, augustus en september 2020 vallen. Als er twee boekjaren in die periode vallen, geldt het verbod voor beide boekjaren.

Omzetverlies op concernniveau

Als uw concern als geheel 20 procent of meer omzetverlies heeft, moeten vennootschappen die een beroep willen doen op NOW-2 deze aanvragen op basis van het omzetverlies op concernniveau. In deze situatie geldt alleen voor de vennootschappen die een beroep doen op NOW-2 een verbod op:

  • het uitkeren van dividenden aan aandeelhouders (ook aan aandeelhouders binnen de groep);

  • het uitkeren van bonussen aan de Raad van Bestuur; aan het bestuur en directie van het groepshoofd of de moedermaatschappij; en aan het bestuur en de directie van de eigen vennootschap;

  • de inkoop van eigen aandelen. 

Bovenstaande verboden gelden dus niet voor de vennootschappen binnen het concern die geen NOW aanvragen (als deze er zijn). Deze vennootschappen mogen wel dividend uitkeren aan hun aandeelhouders en bonussen uitkeren aan bestuur en directie.

Omzetverlies op werkmaatschappijniveau

Alleen als uw concern als geheel geen 20 procent omzetverlies heeft, maar individuele werkmaatschappijen binnen uw concern wel, dan kunnen deze werkmaatschappijen NOW aanvragen op basis van hun eigen omzetverlies. Hierbij gelden wel strengere voorwaarden. Zo geldt in deze situatie voor zowel de vennootschappen die NOW aanvragen als voor het concern, de groep of de moedermaatschappij een verbod op: 

  • het uitkeren van dividenden aan aandeelhouders;
  • het uitkeren van bonussen aan de Raad van Bestuur; aan bestuur en directie van het groepshoofd of de moedermaatschappij; en aan bestuur en directie van de eigen vennootschap;
  • de inkoop van eigen aandelen.

De reikwijdte van het dividendverbod is in deze situatie dus een stuk breder dan wanneer op basis van omzetverlies op concernniveau NOW-2 wordt aangevraagd. De reden voor de bredere reikwijdte van het verbod in deze situatie is dat het concern of de moedermaatschappij hier een beroep doet op bijzondere solidariteit van de overheid, terwijl de groep als geheel geen 20 procent omzetverlies heeft.

Verklaring groepshoofd of moedermaatschappij

Bij NOW-2 op basis van het omzetverlies op werkmaatschappijniveau moet het groepshoofd of de moedermaatschappij uitdrukkelijk verklaren zich aan het dividend- en bonusverbod te houden. De aanvragende rechtspersoon moet voorafgaand aan de vaststellingsaanvraag (dat is niet de initiële aanvraag) over deze verklaring van het groepshoofd of de moedermaatschappij beschikken.

Contact

Nicolien Borggreve

Nicolien Borggreve

Partner, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)62 081 66 41

Daniël Sternfeld

Daniël Sternfeld

Partner, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)61 089 28 89

Volg ons