Maximering 30%-regeling

20/09/22

Onder voorwaarden kunnen buitenlandse werknemers in aanmerking komen voor de 30%-regeling. Wanneer de 30%-regeling van toepassing is, kan 30% van het loon uit tegenwoordige dienstbetrekking onbelast vergoed worden. Deze forfaitaire vergoeding ziet op extra kosten die deze werknemers maken om in Nederland te kunnen werken, zoals extra kosten voor huisvesting en levensonderhoud. De 30%-regeling heeft als doelstellingen om schaarse en deskundige werknemers aan te trekken, het Nederlandse vestigingsklimaat aantrekkelijk en competitief te houden en de administratieve lasten voor werkgevers en werknemers te verminderen. Deze regeling wordt in twee fases aangepast. 

De aanpassingen

Per 1 januari 2023 wordt de keuze voor de vergoeding van de werkelijke ET-kosten of de 30%-regeling vastgelegd voor een kalenderjaar. Vervolgens wordt de toepassing van de 30%-regeling per 1 januari 2024 gemaximeerd. Vanaf dat moment kunnen werkgevers hun buitenlandse werknemers, die aan de voorwaarden van de 30%-regeling voldoen, maximaal het forfaitaire percentage van 30 procent van het inkomen tot de WNT-norm, ook wel de Balkenendenorm genoemd belastingvrij verstrekken. Op basis van het bedrag van de WNT-norm van 2022 komt dit neer op een maximale belastingvrije vergoeding van 64.800 euro per jaar. Indien een werknemer niet het gehele kalenderjaar in Nederland werkzaam is, wordt het bedrag naar rato berekend.

Vergoeding werkelijke extraterritoriale kosten

Nederlandse werkgevers kunnen bepaalde buitenlandse werknemers die tijdelijk in Nederland werken een vergoeding bieden voor de extra kosten die een verblijf in Nederland met zich meebrengt (extraterritoriale kosten, zogenoemde ET-kosten). Werkgevers kunnen deze vergoeding op twee manieren regelen. Ze kunnen de werkelijke extraterritoriale kosten vergoeden of de forfaitaire 30%-regeling toepassen. 

Door de aanpassing van de 30%-regeling wordt het gebruik van deze forfaitaire regeling gemaximeerd tot maximaal 30% van de WNT-norm. Echter, wanneer de daadwerkelijke kosten van de expat hoger zijn dan 30% van het loon (tot maximaal de WNT-norm) dan is het nog steeds mogelijk om op jaarbasis de werkelijke ET-kosten te vergoeden in plaats van het toepassen van de forfaitaire regeling. Deze kosten moeten dan wel worden aangetoond. 

Onder de nieuwe regeling geldt de keuze voor de toepassing van de werkelijke vergoeding of de 30%-regeling voor een kalenderjaar. Hierop wordt een uitzondering gemaakt tijdens de eerste vier maanden van het eerste jaar van de tewerkstelling in verband met het aanvraagtermijn van de 30%-regeling.

Overgangsregeling

De nieuwe maatregel kent een overgangsregeling. Voor ingekomen werknemers bij wie de 30%-regeling over het laatste loontijdvak van 2022 is toegepast geldt dat de aftoppingsmaatregel niet per 1 januari 2024, maar per 1 januari 2026 wordt toegepast. 

Voor werknemers die per 2023 gebruikmaken van de 30%-regeling geldt de overgangsregeling niet. Voor deze werknemers is het namelijk op voorhand duidelijk dat de aftoppingsmaatregel van toepassing zal zijn per 2024.

Geen aanpassing partiële buitenlandse belastingplicht

De werknemer op wie de 30%-regeling van toepassing is, kan gedurende de looptijd van de 30%-regeling ervoor kiezen om gebruik te maken van de partiële buitenlandse belastingplicht. Hierdoor wordt de binnenlands belastingplichtige expat in Nederland voor box 2 en box 3 behandeld als buitenlands belastingplichtige. Dit betekent dat de expat in Nederland - naast de toepasselijke box 1-heffing - alleen belast wordt voor in Nederland gelegen onroerende zaken en het aanmerkelijk belang in een in Nederland gevestigde vennootschap (zogenoemde Nederlandse situsgoederen). In het land waar de expat vandaan komt, wordt deze vaak niet meer als binnenlands belastingplichtige beschouwd voor de heffing daar, waardoor het inkomen uit box 2 en 3 soms volledig onbelast kan blijven. 

‘Opmerkelijke belastingconstructie’

Als bijlage bij het IBO-rapport over de vermogensverdeling in Nederland is een lijst met opmerkelijke belastingconstructies gepubliceerd. De partiële buitenlandse belastingplicht in samenhang met de 30%-regeling is ook in deze lijst opgenomen. Het doel van deze lijst is het op gang brengen van een discussie over de maatschappelijke wenselijkheid van deze constructies. Het heeft dan ook geen directe gevolgen. 

In het rapport wordt echter wel voorgesteld om de partiële buitenlandse belastingplicht voor box 2 en 3 af te schaffen, eventueel met in ogenschouw nemen van een heffingsvrij deel. In het Belastingplan pakket wordt de partiële buitenlandse belastingplicht in stand gehouden.

Wat betekent dit voor uw organisatie? 

De maximering van de 30%-regeling heeft gevolgen voor u en uw expats. Voor het loon boven de WNT-norm is de 30%-regeling vanaf 2024 niet meer van toepassing voor nieuw ingekomen werknemers vanaf 2023. Pas uw administratieve processen aan om de maximalisering voor nieuw ingekomen werknemers te controleren en wees u bewust van het effect dat de maximering heeft op het (netto) salaris van uw werknemers. 

Vergoedt u ook de schoolgelden voor een internationale school of een internationale afdeling van een niet-internationale school aan een ingekomen werknemer? Dan wijzen wij er u graag op dat de aanpassing van de 30%-regeling hier geen effect op heeft. U kunt deze kosten vrijgesteld blijven vergoeden

De werking van de 30%-regeling en de bovenstaande aanpassingen worden in 2025 geëvalueerd.

Contact

Daniël Sternfeld

Daniël Sternfeld

Partner, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)61 089 28 89

Maaike Sips

Maaike Sips

Senior Manager Knowledge Centre Tax, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)6 5375 55 65

Volg ons