20/11/24
De Belastingdienst heeft twee kennisgroepstandpunten gepubliceerd over de vergoeding van laadkosten voor elektrische (lease) auto's bij werknemers thuis. Met deze standpunten wordt een eerder standpunt ingetrokken. Ondanks dat deze standpunten meer duidelijkheid geven, geeft het niet de praktische mogelijkheden die wij hadden gehoopt. Ook met deze standpunten lijkt het niet mogelijk om een groep van werknemers allemaal dezelfde vaste onbelaste vergoeding per kWh te geven. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld de thuiswerkostenvergoeding of de reiskostenvergoeding.
Voor alle werkgevers die de elektriciteitskosten voor het laden van (lease)auto's vergoeden bij werknemers thuis zijn de kennisgroepstandpunten van belang. Op basis van de kennisgroepstandpunten blijkt dat een kostenvergoeding alleen onbelast gegeven kan worden indien:
De werkelijke uitgaven van de werknemer (intermediaire kosten) worden vergoed of
Er een zakelijke transactie wordt gesloten.
Wanneer een leaseauto wordt opgeladen via een laadpaal bij de werknemer thuis, levert deze werknemer feitelijk elektriciteit door aan de werkgever. Dit "doorleveren" wordt beschouwd als intermediaire kosten. Een vergoeding van intermediaire kosten wordt niet gezien als loon, zolang deze vergoeding niet hoger, maar ook niet lager is, dan de werkelijke uitgaven van de werknemer. Hiervoor dient dus exact en per werknemer te worden bepaald wat de werkelijke kosten voor het thuis laden zijn. De kennisgroep benadrukt hierbij nog dat de vergoeding van intermediaire kosten gebaseerd moet zijn op daadwerkelijk gemaakte kosten en niet op een gemiddelde prijs, zoals die door het CBS wordt vastgesteld. Verder beargumenteert de kennisgroep haar standpunt door te stellen dat door verschillende energiecontracten in de markt, de aanwezigheid en invloed van zonnepanelen of andere energie gerelateerde producten de variatie te groot is om voor alle werknemers hetzelfde tarief te hanteren. Als de werkgever toch een vaste vergoeding per kWh wil geven, moet hij aannemelijk maken dat deze vergoeding lager is dan de werkelijke integrale kostprijs van alle werknemers. Dit is voor werkgevers én werknemers uiteraard een onaantrekkelijk alternatief.
De kennisgroep legt verder uit hoe je de integrale kostprijs kan berekenen. De integrale kostprijs die de werknemer per kWh betaalt, wordt bepaald door de variabele en vaste kosten te delen door het aantal gebruikte kWh. Tot die kosten kan ook een evenredig deel van de afschrijving van zonnepanelen behoren, omdat afschrijvingen onderdeel uitmaken van de integrale kostprijs.
Als een werkgever en een werknemer afspraken maken over de doorlevering van energie onder zakelijke voorwaarden dan vindt deze transactie ook plaats buiten de loonsfeer. De kennisgroep loonheffing neemt het standpunt in dat een vergoeding voor laadkosten thuis als een zakelijke transactie kan worden beschouwd, mits aan specifieke voorwaarden wordt voldaan. Hierdoor kan de vergoeding buiten de loonsfeer blijven en kunnen werknemers worden gecompenseerd voor de gemaakte kosten. Dit houdt in dat werkgevers een vast tarief per kWh kunnen afspreken per individuele werknemer. Dit tarief is dan opgebouwd uit de kosten per kWh, vaste kosten en eventueel ook een evenredig aandeel van de afschrijving op zonnepanelen.
Het gebruik van de gemiddelde stroomprijs, zoals de CBS-consumentenprijs, is volgens de kennisgroep loonheffing niet geschikt als basis voor deze zakelijke transactie. Het standpunt stelt dat de consumentenprijs geen accurate marktprijs vertegenwoordigt als gevolg van historische schommelingen op de energiemarkt.
Met deze kennisgroepstandpunten wordt weliswaar een stap vooruitgezet, maar is er nog steeds geen praktische benadering voor alle situaties van het onbelast vergoeden van de kosten van het thuisladen. Werkgevers moeten per individuele werknemer afspraken over de hoogte van de vergoeding maken, of een lage prijs hanteren. Wanneer werknemers een vast energiecontract hebben dan is de werkelijke integrale kostprijs mogelijk vast te stellen, maar voor werknemers met een variabel energiecontract blijft het onmogelijk om de integrale kostprijs te bepalen.
Daarbij is het vreemd dat ook in de situatie van een zakelijke transactie wordt aangesloten bij de kostprijs, waar een prijs zoals die door andere aanbieders van laadpaalstroom wordt gehanteerd veel logischer zou zijn. Aansluiten bij een zakelijke transactie gebeurt immers ook in de situatie dat de werknemer een appartement aan de werkgever verhuurt.
Het is een stap vooruit, maar het geeft nog geen goed uitvoerbare regeling. Maatwerk blijft vereist.