08/04/22
De Tweede Kamer heeft op 5 april een motie aangenomen, waarin de regering wordt verzocht om de beoogde verhoging van de onbelaste reiskostenvergoeding al in 2023 door te voeren. De Staatssecretaris Van Rij had eerder al aangegeven dat wordt uitgezocht of de onbelaste reiskostenvergoeding omhoog kan per 1 juli 2022. Werkgevers kunnen dan 23 cent in plaats van 19 cent per kilometer verstrekken als onbelaste reiskostenvergoeding aan hun werknemers.
In het coalitieakkoord van 15 december 2021 was al afgesproken dat de onbelaste reiskostenvergoeding wordt verhoogd per 1 januari 2024. Momenteel kan er tot 19 cent per kilometer onbelast vergoed worden door de werkgever. Vanwege de stijgende energieprijzen dringt de Tweede Kamer erop aan om deze verhoging eerder door te voeren.
Staatssecretaris Van Rij gaf eerder op 21 maart aan dat dit vanwege uitvoeringstechnische redenen (nog) niet mogelijk is. Destijds heeft hij in een debat aangegeven dat hij wel gaat kijken naar de mogelijkheid om de verhoging van de onbelaste reiskostenvergoeding naar voren te halen. Hij dacht daarbij dat het uitvoeringstechnisch mogelijk zou zijn om de verhoging per 1 juli 2022 in te laten gaan. Hoe de hieraan gerelateerde kosten - naar schatting zo’n 260 miljoen - gedekt moet worden is nog onduidelijk.
Daarnaast heeft de Tweede Kamer ook een motie aangenomen inzake de onbelaste reiskostenvergoeding. In deze motie wordt geopperd om de onbelaste reiskostenvergoeding vervroegd te verhogen van 19 cent naar 23 cent per kilometer in 2023. Hoewel de financiering nog altijd niet rond is, stelt de Tweede Kamer dat de opbrengst van het eerder afschaffen van de jubelton in elk geval kan worden gebruikt. Op basis van deze motie heeft Staatssecretaris tot aan Prinsjesdag de tijd om dit uit te zoeken.
Als de verhoging van de onbelaste reiskostenvergoeding versneld wordt ingevoerd, dan zou u daar mogelijk per 1 januari 2023 gebruik van kunnen maken en uw werknemers onbelast een ruimere reiskostenvergoeding kunnen verstrekken. Uw werknemers ontvangen dan maximaal 23 cent per kilometer. Aangezien het hier een gerichte vrijstelling betreft, gaat deze verhoging niet ten koste van de vrije ruimte binnen de werkkostenregeling (WKR).
Indien de beoogde verhoging niet per 1 januari 2023 plaatsvindt en u uw werknemers tegemoet zou willen komen in het kader van de verhoogde reiskosten, dan is het veelal mogelijk om het meerdere (boven de 19 cent per kilometer) aan te wijzen als eindheffingsloon en dit onder te brengen in de vrije ruimte van de WKR. Op deze manier hoeft uw werknemer geen additionele loonbelasting af te dragen over deze vergoeding. Let daarbij wel op: bij een overschrijding van de vrije ruimte bent u als werkgever 80 procent eindheffing verschuldigd. Neem bij vragen contact op met uw PwC-adviseur.