18/01/19
Door de meestbegunstigingsbepaling in het belastingverdrag tussen Nederland en Zuid-Afrika maakt een Zuid-Afrikaanse aandeelhouder in een Nederlandse vennootschap aanspraak op een bronbelastingvrijstelling uit een ander belastingverdrag (namelijk tussen Zweden en Zuid-Afrika). Zo luidt het oordeel van de Hoge Raad in een procedure die PwC is gestart. Hiermee wordt naar het oordeel van PwC recht gedaan aan de bedoeling van deze meestbegunstigingsbepaling. Deze uitspraak heeft grote gevolgen voor veel ondernemingen actief in Nederland en Zuid-Afrika. Het betekent dat zij onder voorwaarden om een teruggaaf van ten onrechte ingehouden dividendbelasting kunnen verzoeken. Mogelijk geldt hetzelfde ten aanzien van Zuid-Afrikaanse bronheffing op dividenden naar Nederland.
In belastingverdragen spreken landen af op welke wijze zij de bevoegdheid om belasting te heffen over winst behaald in internationale situaties, onderling verdelen. Ten aanzien van dividenduitkeringen wordt veelal overeengekomen dat het land waarin de uitkerende vennootschap is gevestigd, een beperkt percentage bronbelasting mag heffen. Nederland streeft in zijn fiscale verdragsonderhandelingen in beginsel naar 0% dividendbelasting in concernsituaties. Op basis van de bilaterale onderhandelingen is in het verdrag met Zuid-Afrika evenwel een 5% bronbelasting op dividenden opgenomen. Daarbij is echter op verzoek van Nederland een zogenaamde meestbegungstigingbepaling (‘most favoured nations clause’, of MFN clause) opgenomen. Die regeling houdt kort gezegd in, dat als Zuid-Afrika op een later moment met een ander land een verdrag sluit dat voorziet in een lagere belasting op dividenden, die lagere heffing ook geldt in relatie tot Nederland.
Zuid-Afrika heeft nadien haar verdrag met Zweden heronderhandeld. Daarin staat, als gevolg van ook een MFN clause, voor dividenden een tarief van 0%.
Een in Zuid-Afrika gevestigde vennootschap is de aandeelhouder van een in Nederland gevestigde BV. In 2013 heeft deze BV dividend ter beschikking gesteld onder inhouding van 5% dividendbelasting. In een door PwC begeleide procedure stelt de Zuid-Afrikaanse vennootschap dat zij op basis van de MFN clause tussen Nederland en Zuid-Afrika recht heeft op 0% dividendbelasting.
De Hoge Raad bevestigt nu dat de MFN clause inderdaad van toepassing is. De Hoge Raad achtte niet van belang dat het belastingverdrag tussen Zuid-Afrika en Zweden voor het sluiten van het wijzigingsprotocol in 2012 al een volledige vrijstelling van dividendbelasting in concernrelaties bevatte en dat er in zoverre geen wijziging in de heffing van dividendbelasting op de lijn Zweden - Zuid-Afrika heeft plaatsgevonden. Het gaat er volgens de Hoge Raad om dat op basis van het vernieuwde belastingverdrag Zweden - Zuid-Afrika de heffing wordt beperkt tot een lager percentage dan het tarief in het belastingverdrag Nederland - Zuid-Afrika.
Ondernemingen die dividenden hebben uitgekeerd aan hun Zuid-Afrikaanse aandeelhouder kunnen met deze uitspraak in de hand mogelijk dividendbelasting terugvragen. Daarbij gaat het om uitkeringen in de periode tussen 18 maart 2012 tot en met 2017. Vanaf 2018 hoeft op grond van de Nederlandse wet namelijk geen belasting meer te worden ingehouden op dividenduitkeringen naar vennootschappen in Zuid-Afrika. Verzoeken om teruggaaf van Nederlandse dividendbelasting moeten wel binnen de wettelijke termijn worden gedaan. Het is daarnaast raadzaam dat Nederlandse aandeelhouders van in Zuid-Afrika gevestigde vennootschappen zich beraden op een teruggaafverzoek van mogelijke Zuid-Afrikaanse bronheffing. Want hoewel de uitspraak van de Hoge Raad ziet op de Nederlandse interpretatie, is het goed mogelijk dat de Zuid-Afrikaanse rechter eenzelfde uitleg van de MFN clause zal voorstaan. Deze uitspraak kan ook gevolgen hebben voor enkele andere Nederlandse belastingverdragen waarin een meestbegunstigingsclausule is opgenomen. Uw PwC-adviseur kan u daarover desgewenst verder informeren.
Vaak werd beargumenteerd dat deze kosten aftrekbaar zouden zijn totdat de uiteindelijke aan- of verkoop vaststond. De Hoge Raad heeft dit echter nader...
Zelfs het meest veeleisende hoofd fiscale zaken heeft slechts één wens als het gaat om hoogwaardige advisering inzake de vennootschapsbelasting of fiscale...