17/06/21
Dit artikel is voor het laatst geüpdatet op 29 juni 2021.
De regeling van het bijzonder uitstel van betaling (BUVB) wordt verder verlengd en gaat gelden tot 1 oktober 2021. Ondernemers die al eerder een aanvraag voor drie maanden uitstel hadden ingediend kunnen tot 1 oktober 2021 om verlenging van het uitstel vragen. Dit betekent dat van ondernemers wordt verwacht dat zij vanaf 1 oktober 2021 weer de belasting gaan betalen die vanaf dat moment verschuldigd wordt. Zo moeten de loon- en omzetbelastingen over het laatste belastingtijdvak van vóór 1 oktober 2021 (o.a. derdede kwartaal 2021 of september 2021) dus tijdig worden voldaan.
De Belastingdienst raadt ondernemers die dat nog niet hebben gedaan, dringend aan om het bijzonder uitstel van betaling vanwege de coronacrisis tijdig te verlengen. Zie ook het bericht op de Belastingdienst-website.
U hebt tot en met 30 september 2021 de mogelijkheid om BUVB aan te vragen voor een periode van drie maanden. De regeling wordt verder verlengd met drie maanden en gaat dus gelden tot 1 oktober 2021. Verlenging van eerder verleend BUVB kunt u eveneens aanvragen tot en met 30 september 2021. Verlenging vindt niet automatisch plaats, u moet die aanvragen. Had u eerder dit jaar al verlenging van bijzonder uitstel van betaling gekregen, geldt het verlengde uitstel automatisch tot en met 30 september 2021.
Al het verleende BUVB eindigt uiterlijk 1 oktober 2021, of zoveel eerder als het (initieel) verleende BUVB afloopt. Vraagt u na 30 juni 2021 voor de eerste keer bijzonder uitstel van betaling aan? Ook dan geldt dit uiterlijk tot en met 30 september 2021. Al uw belastingschulden die na de termijn van uitstel ontstaan, moet u meteen voldoen. Dat is dus vanaf 1 oktober 2021 het geval, of zoveel eerder als het (verlengde) BUVB afloopt. De betalingsplicht voor de btw of loonheffingen over het derde kwartaal 2021 of september 2021 valt bijvoorbeeld buiten het BUVB. Deze belastingen moet u op reguliere wijze voldoen of afdragen.
Dus toch nog verlenging tot oktober 2021
Eerder werd de mogelijkheid voor aanvraag van BUVB niet verder verlengd. Dat dit nu toch gebeurt, is op basis van een in de Tweede Kamer unaniem aangenomen motie hiertoe. De minister van Financiën had deze motie afgeraden omdat hij verwacht dat de economie zich snel zal herstellen en bedrijven hun belastingen zoals btw en loonheffingen zullen gaan betalen. Volgens de indieners van de motie zullen echter nog niet alle ondernemers per 1 juli 2021 volledig of gedeeltelijk omzet draaien en zou het ontbreken van het BUVB hun liquiditeitspositie daarom ernstig in gevaar brengen.
De start van de terugbetalingstermijn schuift een jaar op, van 1 oktober 2021 naar 1 oktober 2022. De termijn waarin u kan terugbetalen wordt daarnaast verlengd van 36 maanden naar 60 maanden. U mag overigens wel eerder aflossen. Het kabinet kiest expliciet niet voor het generiek (geheel of gedeeltelijk) kwijtschelden van de belastingschuld.
Als u uitstel voor drie maanden hebt gekregen en u na afloop daarvan nog niet aan lopende betalingsverplichtingen kunt voldoen, is het raadzaam om zo snel mogelijk alsnog verlenging van het uitstel tot 1 oktober 2021 aan te vragen. Wanneer een belastingplichtige na afloop van het verkregen uitstel van betaling één keer niet voldoet aan een betalingsverplichting, vervalt de hele regeling namelijk. Aangezien deze bijzondere vorm van belastinguitstel wordt verleend per fiscaal nummer (RSIN), bestaat dit risico van vervallen dus voor de hele regeling die is verleend aan het betreffende fiscale nummer. Een significant aantal belastingplichtigen - naar schatting ca. 60.000 (!) - blijkt na afloop van verleend uitstel van betaling hun betalingsverplichting niet of slechts gedeeltelijk te hervatten. De Belastingdienst heeft hierover brieven verstuurd aan ondernemers en een dringende oproep gedaan om alsnog verlengd uitstel aan te vragen: ‘Dringend advies: verleng uw bijzonder uitstel van betaling vanwege de coronacrisis’. Voor 1 oktober 2021 kunt u eventuele tekortkomingen veelal nog oplossen door alsnog verlengd uitstel aan te vragen.
Het percentage invorderingsrente wordt vanaf 1 januari 2022 in stappen van 1 procentpunt verhoogd in plaats van direct naar 4 procent zoals eerder voorgenomen. De stappen zijn als volgt: op 1 januari 2022 naar 1 procent, op 1 juli 2022 naar 2 procent, op 1 januari 2023 naar 3 procent en tenslotte op 1 januari 2024 naar 4 procent.
De verlenging van de steunmaatregelen, waaronder het BUVB, zorgde ervoor dat de verwachte instroom bij de bijzonder beheer afdelingen van de banken en de faillissementsgolf uitbleven. Volgens de uitkomsten van de tweede Bijzonder Beheer Barometer van februari 2021 zou het uitblijven van de verwachte instroom bij de bijzonderbeheerafdelingen van banken en van de faillissementsgolf slechts uitstel kunnen zijn en geen afstel. De Bijzonder Beheer Barometer is een initiatief van PwC en Universiteit Leiden en is gebaseerd op een onderzoek onder een expertpanel van bijzonderbeheerbankiers, insolventieadvocaten, herstructureringsadviseurs en investeerders om de staat van de economie in Nederland in beeld te brengen.
Als u denkt niet aan de verplichtingen te kunnen voldoen om vanaf 1 oktober 2021 nieuw opkomende belastingverplichtingen te betalen en vanaf 1 oktober 2022 te beginnen met het aflossen van de coronabelastingschulden, dan kan de Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA) een alternatief bieden. Met een succesvol beroep op de WHOA is het mogelijk om bij een aanzienlijke schuldenlast een faillissement af te wenden. Vanwege de coronabelastingschulden zal de Belastingdienst veelal de belangrijkste schuldeiser zijn, maar het is tot dusver nog onduidelijk onder welke voorwaarden deze zal instemmen met een onderhands akkoord.
In een Kamerbrief heeft het kabinet laten weten dat er geen generieke kwijtschelding van belastingschulden komt. Wel wordt de mogelijkheid onderzocht om een coulante positie in te nemen - bijvoorbeeld door het opgeven van bijzondere verhaalsmogelijkheden van de Belastingdienst - maar het kabinet stelt dat dit enkel kan als andere schuldeisers ook coulance in acht nemen. De inzet is om via publiek-private afspraken tot nadere afstemming te komen, maar het is nog onduidelijk of dit echt gaat lukken.
Bij een onderhands akkoord moeten schuldeisers genoegen nemen met minder dan hun volledige vorderingen, maar een deel van de schulden zal wel betaald moeten worden. Het geld dat voor 1 oktober gebruikt wordt om belastingschulden te betalen, is later wellicht nodig voor het sanarinstraject. Voor een weloverwogen keuze is meer duidelijkheid over de positie van de Belastingdienst dus gewenst.