29/04/21
Dit artikel is gebaseerd op de informatie zoals deze op 26 oktober 2022 bekend was.
Als u een belang hebt in een trust of een fonds voor gemene rekening, dan kwalificeert u als uiteindelijk belanghebbende (UBO) en moet u uiterlijk 1 februari 2023 worden geregistreerd in het openbare Trustregister. Ook andere betrokkenheid, zoals het zijn van insteller, beschermer of beheerder van een trust(achtige), kan u als UBO doen kwalificeren. Alleen voor fondsen voor gemene rekening met een bepaalde omvang kan onder voorwaarden een omschrijving van een groep natuurlijke personen in het Trustregister volstaan in plaats van een individuele UBO-registratie.
Op 23 november 2021 heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel aangenomen voor een register waarin trusts en soortgelijke juridische constructies samen met hun UBO’s worden geregistreerd. De verplichte UBO-registratie van een trust of soortgelijke juridische constructie treedt per 1 november 2022 in werking. Vanaf die datum moeten trustees binnen drie maanden reeds bestaande trusts en soortgelijke juridische constructies en de UBO’s daarvan registreren. Voor nieuw ingestelde trusts en soortgelijke juridische constructies geldt de registratietermijn van een week. Wijzigingen moeten binnen een week na de eerste registratie worden gemeld.
Het doel van dit register is misbruik van het financiële stelsel van de Europese Unie voor witwassen of terrorismefinanciering te voorkomen. In dit wetsvoorstel staat dat ook open en besloten fondsen voor gemene rekening (als zijnde trustachtigen) in het register worden opgenomen. Bij een nota van wijziging is ook de rechtsbescherming geregeld.
De daadwerkelijke inwerkingtreding van het Trustregister vindt per 1 november 2022 plaats. Alle EU- en EER-landen moeten een Trustregister invoeren, op basis van de EU-antiwitwasrichtlijn. Dat had uiterlijk 10 maart 2020 moeten zijn gebeurd, Nederland is hiermee dus te laat.
Eerder is het wetsvoorstel in consultatie geweest. Hoewel daar zeer kritische reacties op zijn ingestuurd, is het wetsvoorstel nauwelijks gewijzigd. De reacties waren met name kritisch over de openbaarheid van het register en de wrijving met het recht op privacy. Eén belangrijk aspect waarbij de wetgever wel aan de kritiek tegemoet komt, betreft een trust met veel begunstigden en een fonds met veel participanten. Omdat fondsen voor gemene rekening bijzonder veel (wisselende) UBO’s kunnen hebben met ieder een zeer klein belang in dat fonds en wijziging in de UBO-registratie tot onnodig hoge administratieve lasten kan leiden, bestaat een versoepeling voor bepaalde fondsen van gemene rekening. Het gaat om fondsen met minstens 150 participanten waarbij de beheerder een Wft-beschikking heeft. In dat geval wordt in het Trustregister slechts een omschrijving opgenomen van de groep van natuurlijke personen voor wie het fonds hoofdzakelijk is opgericht of werkzaam is. Dan volstaat bij de registratie een omschrijving van deze groep, zoals: 'deelnemers beleggingsfonds'.
Dit is uitgewerkt in het implementatiebesluit registratie uiteindelijk belanghebbenden van trusts en soortgelijke juridische constructies dat op 2 mei 2022 is gepubliceerd. Bij de internetconsultatie van dit implementatiebesluit was eerder als versoepeling voorgesteld om een ondergrens van 3%-belang te hanteren voordat deelnemers in een fondsen voor gemene rekening als UBO kwalificeren. Deze ondergrens van 3%-belang is dus vervangen.
Omdat Nederland open en besloten fondsen voor gemene rekening heeft aangemerkt als ‘soortgelijke juridische constructies’, kunt u bijvoorbeeld als participant met een belang in een fonds voor gemene rekening te maken krijgen met de UBO-registratie voor trusts en soortgelijke juridische constructies. Dit is anders als het om een fonds voor gemene rekening gaat die 150 deelnemers of meer heeft en de beheerder van het fonds over een Wft-vergunning beschikt. In dat geval wordt in het register in plaats van individuele gegevens van de deelnemers alleen een omschrijving opgenomen van de groep van natuurlijke personen voor wie het fonds voor gemene rekening hoofdzakelijk is opgericht of werkzaam is.
Bij een individuele UBO-registratie worden sommige gegevens van u als UBO openbaar toegankelijk. Een UBO van een trust of een soortgelijke juridische constructie kan in bepaalde gevallen bij de KvK een verzoek indienen tot afscherming van zijn of haar openbare gegevens.
Als u na 1 november 2022 - de datum van inwerkingtreding van dit wetsvoorstel - een nieuwe trust of trustachtige instelt, moet de trustee de trust(achtige) en de UBO’s daarvan binnen een week inschrijven in het Trustregister. Bij trust(achtigen) die al op 1 november 2022 al bestonden, hebben trustees vanaf dat moment drie maanden de tijd, dus tot 1 februari 2023, om de trust(achtigen) en hun UBO in te schrijven.
Hierna zetten wij de hoofdpunten uit het wetsvoorstel voor u op een rij.
De Kamer van Koophandel (KvK) wordt de beheerder van dit register. De trustee wordt verantwoordelijk voor de kwaliteit van de in het register opgenomen informatie over de UBO’s van trusts en soortgelijke juridische constructies. Anders dan het UBO-register voor vennootschappen en andere juridische entiteiten maakt het UBO-register voor trusts geen onderdeel uit van het handelsregister en vormt het een afzonderlijk (Trust)register. Evenals bij het UBO-register voor vennootschappen en andere juridische entiteiten zijn bepaalde gegevens openbaar maar andere (aanvullende) gegevens alleen toegankelijk voor de Financial Intelligence Unit (FIU) en de bevoegde autoriteiten.
De registratieplicht rust op de trustee. Deze moet zich daarvoor identificeren bij de beheerder van het register. De trustee moet binnen een week na het plaatsvinden van het feit waarvoor de registratieverplichting ontstond, aan die plicht voldoen. Dat feit kan bijvoorbeeld zijn de vestiging van de trustee in Nederland of de totstandkoming van de trust of soortgelijke juridische constructie.
Als de trustee in Nederland woont of in Nederland gevestigd is, dan geldt de registratieplicht voor de trust(s) die hij of zij beheert. Ook als de trustee weliswaar niet in de Europese Unie woont of is gevestigd maar wel namens de trust in Nederland een zakelijke relatie aangaat of onroerend goed verwerft, moet de trust(achtige) worden geregistreerd.
Om te voorkomen dat trustees zich in meerdere lidstaten moeten registreren, is registratieplicht niet van toepassing op trusts die al in het register van een andere EU-lidstaat zijn geregistreerd. Als de trustee van een trust of soortgelijke juridische constructie die in andere lidstaat is geregistreerd diensten wil afnemen van een Nederlandse zakelijke dienstverlener zoals een bank, accountant, notaris etc., dan moet deze dienstverlener een bewijs van registratie vragen.
Een trust is een juridische constructie die in het leven wordt geroepen door een persoon (de insteller) waarbij goederen worden toevertrouwd aan een beheerder (trustee) die deze vermogensbestanddelen overeenkomstig een (trust)akte aanwendt voor één of meerdere begunstigden of voor een bepaald doel. De trust kent vele verschillende verschijningsvormen en wordt voor verschillende doeleinden gebruikt in de zakelijke sfeer, in familiale sfeer alsook in culturele en charitatieve sferen.
Een soortgelijke juridische constructie wordt gelijkgesteld aan een trust. Elke lidstaat heeft bepaald welke juridische constructies die door haar recht worden beheerst een soortgelijke structuur of soortgelijke functie hebben als een trust. De Europese Commissie heeft een geconsolideerde lijst van deze constructies gepubliceerd.
In Nederland gaat het bij ‘soortgelijke juridische constructies’ om fondsen zonder rechtspersoonlijkheid waarin de deelnemers vermogen bijeenbrengen dat voor gezamenlijke rekening wordt belegd of anderszins wordt aangewend ten behoeve van de UBO’s van dat fonds. Deze fondsen worden bij overeenkomst tot stand gebracht. Het zijn expliciet niet ondernemingen als bedoeld in de Handelsregisterwet 2007.
Onder de definitie vallen in ieder geval open en besloten fondsen voor gemene rekening. Het is mogelijk dat in het Nederlandse register ook soortgelijke juridische constructies uit andere EU-lidstaten moeten worden geregistreerd. Deze vallen derhalve ook onder de definitie van ‘soortgelijke juridische constructies’ en zijn opgenomen in de geconsolideerde lijst van de Europese Commissie.
De trustee beschikt over de goederen uit de trust maar deze goederen maken geen deel uit van het vermogen van de trustee. De personen die in een soortgelijke juridische constructie een vergelijkbare positie hebben als een trustee in een trust, worden gelijk gesteld aan trustees.
De volgende personen worden in ieder geval aangemerkt als UBO(‘s) van een trust:
Ook natuurlijke personen die niet in deze categorieën vallen, kunnen als de UBO’s van een trust of van een soortgelijke juridische constructie worden aangemerkt.
Als de trust of soortgelijke juridische constructie een naam heeft, dan moet deze naam worden geregistreerd. Daarnaast moet uit het register blijken of het om een trust of een soortgelijke juridische constructie gaat, en om wat voor een trust of soortgelijke juridische constructie het gaat.
Ook de datum, de plaats en het doel van een trust of soortgelijke juridische constructie moeten worden geregistreerd. Daarnaast moeten ook afschriften van documenten worden geregistreerd waaruit die gegevens blijken. Het zal hierbij veelal gaan om een trustakte of overeenkomst. De afschriften zijn alleen voor de FIU-Nederland en de bevoegde autoriteiten toegankelijk.
De informatie die over de UBO geregistreerd moet worden, bestaat uit:
Door de openbaarheid van het register zijn de volgende gegevens voor iedereen toegankelijk:
De afschriften van de documenten waaruit deze gegevens blijken of zijn geverifieerd zijn alleen toegankelijk voor de FIU-Nederland en de bevoegde autoriteiten.
De volgende (aanvullende) gegevens en afschriften zijn alleen toegankelijk voor FIU-Nederland en de bevoegde autoriteiten:
In een afzonderlijk besluit zijn de ‘bevoegde autoriteiten’ aangewezen, dit is dus een afgebakende groep. Dit betreft op dit moment o.a. De Nederlandsche Bank, de Autoriteit Financiële Markten, de Belastingdienst, de FIOD en het OM.
De in het register opgenomen informatie blijft openbaar toegankelijk tot vijf jaar nadat de gronden voor de registratie van die informatie hebben opgehouden te bestaan. Voor de FIU en de bevoegde autoriteiten geldt een termijn van maximaal tien jaar.
Degene die toegang wil tot informatie uit het register, moet zich vooraf registreren en een vergoeding betalen. Zijn gegevens worden bewaard.
De UBO’s van trusts en soortgelijke juridische constructies kunnen bij de KvK inzicht krijgen in het aantal keer dat anderen dan de FIU-Nederland en de bevoegde autoriteiten informatie over hen opvragen uit het register.
Als de UBO’s van trusts en soortgelijke juridische constructies door toegang tot de openbare informatie een onevenredig risico lopen (denk aan risico op fraude, ontvoering, chantage) kunnen zij bij de KvK een verzoek indienen om (een deel van) die informatie af te schermen. De UBO moet dan wel op een lijst staan van personen die door de overheid worden beveiligd. Afscherming is ook mogelijk als de UBO minderjarig is of anderszins handelingsonbekwaam (onder curatele of bewind). De afscherming geldt niet voor de FIU-Nederland, de bevoegde autoriteiten, financiële ondernemingen en notarissen.
In het wetsvoorstel wordt de rechtsgang voor UBO-zaken als volgt geregeld. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) wordt in UBO-zaken de bevoegde rechter in eerste en enige aanleg. In bepaalde gevallen is dat anders. In zaken over handhavingsbesluiten die het Bureau Economische Handhaving (BEH) kan nemen (last onder dwangsom en bestuurlijke boete), sanctiebesluiten over de registratieplicht en handhaving van de registratieplicht geldt een rechtsgang in twee instanties: in eerste aanleg Rechtbank Rotterdam en in tweede aanleg (beroep) CBb.
Pjotr Anthoni
Senior Tax Manager Knowledge Centre, PwC Netherlands
Tel: +31 (0)61 091 73 45
Mitra Tydeman
Senior Tax Manager Knowledge Centre, PwC Netherlands
Tel: +31 (0)63 024 66 06