Handhaving schijnzelfstandigen per 2025: nog geen boetes

20/12/24

Vanaf 2025 gaat de Belastingdienst weer volledig handhaven op schijnzelfstandigheid. Eerder was al aangekondigd dat het handhavingsmoratorium per 1 januari 2025 zou aflopen. Wel was het nog onduidelijk hoe de Belastingdienst in 2025 zou gaan handhaven, omdat de Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties (Wet VBAR) pas per 2026 ingaat. Op 18 december 2024 is het handhavingsplan gepubliceerd op de website van de Belastingdienst, met daarin aandacht voor de gevraagde ‘zachte landing’.

Handhaving schijnzelfstandigheid

Per kamerbrief is nu aangegeven dat de Belastingdienst in 2025 nog geen verzuim- en vergrijpboetes gaat opleggen aan organisaties die zzp'ers inhuren voor werkzaamheden die niet als zelfstandige worden uitgevoerd. Wel kunnen er vanaf 1 januari 2025 weer naheffingen loonheffingen worden opgelegd. Dit kan dan met terugwerkende kracht tot 1 januari 2025. Dit noemen ze een ingroeimodel: tot en met 2030 kan de Belastingdienst over de periode vanaf 1 januari 2025 (dus vijf jaar terug) correctieverplichtingen en naheffingsaanslagen opleggen.

De focus van de handhaving ligt met name op de loonheffingen van de opdrachtgevers. Daarbij is het zogenoemde Deliveroo arrest de leidraad. In dit verband is de brief van 17 december 2024 van Minister Agema van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van belang. Hierin geeft zij aan dat voor de zorgsector dezelfde regels voor dienstbetrekkingen gelden als in andere sectoren. Het werken met zelfstandigen vindt zij op voorhand niet logisch in instellingsverband, bij vaste waarnemers in de eerstelijnszorg, of bij assistenten en ondersteunende functies. Voor specifieke deelgebieden kan het anders zijn.

Voor de periode vóór 1 januari 2025 kan de Belastingdienst alleen correcties opleggen indien er sprake is van kwaadwillendheid of als een eerder gegeven aanwijzing niet voldoende is opgevolgd.

Wat betekent dit voor uw organisatie?

Voor organisaties is het dus belangrijk om met ingang van 1 januari 2025 een tijdige en zorgvuldige beoordeling van de arbeidsrelaties te maken, waarbij ook naar de doorwerking onder de nieuwe wet- en regelgeving in 2026 wordt gekeken. Lees ook ons eerdere bericht over de Wet VBAR.

Voor de toekomst kan geen gebruik meer worden gemaakt van een modelovereenkomst. Naar aanleiding van een aangenomen motie is goedgekeurd dat alle lopende goedgekeurde modelovereenkomsten van kracht blijven tot eind 2029. Deze modelovereenkomsten bieden overigens alleen zekerheid voor zover opdrachtgever en opdrachtnemer ook daadwerkelijk werken zoals is overeengekomen in de modelovereenkomst. Met name ten aanzien van de veronderstelde zelfstandigheid dient dit goed te worden beoordeeld.

Met de opheffing van het handhavingsmoratorium en het stopzetten van de behandeling van nieuwe modelovereenkomsten, verwacht de Belastingdienst een toename in de vraag naar vooroverleg van zowel opdrachtgevers als opdrachtnemers. Indien nodig zal de Belastingdienst de termijn van in behandeling nemen van het vooroverleg verlengen.