15/09/20
In de Miljoenennota wordt aangekondigd dat in 2021 een nationale CO₂-heffing wordt geïntroduceerd voor industriële productie en afvalverbranding (Wet CO₂-heffing industrie). Deze heffing wordt naast het bestaande systeem voor CO₂-beprijzing op het niveau van de EU (EU-ETS) geïntroduceerd. Naast de CO₂-heffing zijn in de Miljoenennota aanpassingen voorzien in de heffing van energiebelasting/opslag duurzame energie (EB/ODE) en loopt dit jaar de subsidieregeling indirecte emissiekosten ETS af.
Nederland heeft zich gecommitteerd aan het VN-Klimaatakkoord van Parijs om de CO₂-uitstoot met 40% te reduceren in 2030. Het kabinet heeft in het Nederlandse (Ontwerp) Klimaatakkoord (28 juni 2019) het doel vastgelegd om de CO₂-uitstoot met 49% te reduceren in 2030 ten opzichte van het niveau in 1990. In het Nederlandse Klimaatakkoord noemt het kabinet een aantal nieuwe maatregelen om de Nederlandse doelen te bereiken, waaronder de introductie van een nationale CO₂-heffing voor de industrie en een verschuiving in de ODE/EB heffing.
Het Europese emissiehandelssysteem (EU ETS) vormt een belangrijk bestaand beleidsinstrument op Europees niveau voor het beprijzen van CO₂-emissies van bedrijven in onder andere de industrie- en elektriciteitssector.
Het systeem voorziet in een jaarlijkse afname van het aantal emissierechten met 2,2%, tot 0 in 2057. Omdat de hoeveelheid emissierechten ieder jaar schaarser wordt, is de verwachting dat de prijs per ton CO₂ (die prijs was op 1 maart 2020 omstreeks 25 euro) zal stijgen.
Binnen het EU ETS vindt dus beprijzing plaats omdat een CO₂-plafond wordt gecombineerd met de handel in emissierechten (het zogenaamde “cap and trade” systeem). In Europees verband wordt in het kader van de Green Deal tevens gesproken over een versnelde reductie van de jaarlijkse hoeveelheid emissierechten.
De heffing kent een oplopend prijs pad waarbij de prijs een minimumprijs is ten opzichte van de EU-ETS prijs. Voor 2021 wordt een prijs van 30 euro per ton CO₂ voorgesteld, oplopend tot 125 euro per ton CO₂ in 2030.
Niet alle emissies worden belast. In de eerdere jaren worden efficiënte emissies - efficiënt t.o.v. de ETS-benchmark - en een deel van de inefficiënte emissies vrijgesteld (middels zogenaamde dispensatierechten). De toegekende dispensatierechten nemen ieder jaar af waardoor in latere jaren zelfs een deel van de efficiënte emissies wordt belast. De afname van dispensatierechten wordt gedreven door een industriebrede reductiefactor. De relatief lage prijzen en belaste volumes in de beginperiode zijn bedoeld om bedrijven de tijd te geven de emissies te reduceren. Ook andere aspecten van de vormgeving van de CO₂-heffing beogen bedrijven meer tijd te geven voor emissiereductie. Zo bestaat de mogelijkheid dat bedrijven, na het investeren in emissiereductie, de betaalde belasting terugkrijgen indien de investering leidt tot een overschot aan vrijgestelde emissies (zogenaamde herberekening).
Anderzijds kunnen bedrijven vrijgestelde emissies verhandelen met andere bedrijven. Indien sprake is van veel aanbod kan deze handel een kostenverlagend effect hebben voor inefficiënte bedrijven. Volgens het Ministerie van Financiën zullen 235 bedrijven met de heffing te maken krijgen.
De uitvoerende instantie is niet de Belastingdienst maar de Nederlandse Emissie-autoriteit (NEa). De belasting is jaarlijks op aangifte verschuldigd, uiterlijk op 1 oktober na afloop van het betreffende kalenderjaar. Basis voor de berekening van de verschuldigde belasting is het industrieel emissieverslag dat door de betrokken bedrijven zelf moet worden ingediend en zal worden beoordeeld door de NEa (en waar nodig zal het NEa ambtshalve een vaststelling kunnen doen).
Bij de invoering van een nationale CO₂-heffing heeft het kabinet het belang van een gelijk speelveld tussen Nederlandse bedrijven en hun internationale concurrenten meermaals erkend. In deze context heeft PwC drie speelveld-studies uitgevoerd voor het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.
De uitstoot van broeikasgassen bij de productie en consumptie van industriële producten kan schadelijke gevolgen hebben voor het milieu. Producenten en consumenten houden geen rekening met deze schadelijke gevolgen in de productie en consumptiebeslissingen. Hierdoor vindt teveel uitstoot plaats. Een heffing op CO₂-uitstoot zorgt dat de maatschappelijke kosten ‘geïnternaliseerd’ worden door de producenten en consumenten, waardoor broeikasemissies dalen.
In de eerste twee studies (eerste studie: 13 maart 2019; tweede studie: 14 juni 2019) heeft PwC zich gericht op de mogelijke gevolgen van de introductie van een nationale CO₂-heffing in Nederland. PwC onderschrijft dat CO₂-beprijzing een goed instrument kan zijn om emissies te reduceren, maar constateert ook dat beprijzing op nationaal niveau tot weglek van zowel economische activiteit als emissies kan leiden. Daarom bepleit PwC in eerste instantie het versterken van de bestaande Europese beprijzing middels EU-ETS.
De derde studie die door PwC is verricht, is op Prinsjesdag 2020 gepubliceerd. In deze studie heeft PwC een integrale analyse uitgevoerd over de concurrentiële gevolgen van een aantal klimaatbeleidinstrumenten, waaronder de CO₂-heffing, de verschuiving van de EB/ODE lasten, de afschaffing van de indirecte kostencompensatie ETS, SDE++ en EIA subsidies. De belangrijke conclusies zijn:
Het huidige klimaatbeleid brengt het risico tot weglekeffecten met zich mee.
Verschillende maatregelen (waaronder de CO₂-heffing maar ook de veranderingen in de EB/ODE en de afschaffing van de indirecte kosten compensatie voor EU ETS) leiden tot een kostprijsverhoging voor de Nederlandse industrie. Vanwege de beperkte mogelijkheid de afzetprijzen te verhogen zonder verlies aan marktaandeel, en beperkte emissiereductie-opties voor de industrie in de komende 10 jaar, heeft de kostenverhoging naar verwachting een negatieve impact op de financiële resultaten van de Nederlandse industrie. Deze conclusie geldt voor alle 9 onderzochte sectoren.
Uit gedetailleerde case studies met een drietal bedrijven blijkt dat de negatieve impact significant kan zijn. Deze kan, onder de gemaakte aannames, variëren van circa 8% tot circa 52% van de EBITDA in het middel hoge heffing scenario (heffing van 30 euro per ton in 2020 oplopend tot een heffing van 120 euro in 2030). In het hoge heffing scenario kan het effect oplopen tot ~75% van EBITDA. Bij beide scenario’s hebben we rekening gehouden met een reductiefactor die afloopt van 1,2 naar 0,75 (deze factor vermenigvuldigd met de efficiënte emissies, bepaalt de vrijgestelde emissies). Hierdoor ontstaat het risico op weglekeffecten van zowel economische activiteiten als de emissies.
Er is meer onderzoek nodig naar de toereikendheid van de subsidies.
Duidelijkheid over beschikbaarheid van infrastructuur is nodig om emissiereductie mogelijk te maken en het risico op weglek te verminderen.
Onzekerheden in de beleidsvorming moeten zo snel mogelijk worden weggenomen.
Ten tijde van het schrijven van het rapport waren belangrijke aspecten van bijvoorbeeld de CO₂-heffing nog niet duidelijk (bijv. het prijspad en de reductiefactor). Hierdoor hebben we in de studie met verschillende scenario’s gewerkt. In de wetsvoorstel wordt duidelijkheid gegeven over deze belangrijke parameters. Echter behoudt het kabinet de mogelijkheid om zowel het prijspad als de reductiefactor op een later moment te wijzigen. Hierdoor blijft onzekerheid bestaan over deze belangrijke parameters. Deze onzekerheid bemoeilijkt het tijdig kunnen nemen van investeringsbesluiten.
Jaar | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
Hoogte heffing | €30 | €40,56 |
€51,12 |
€61,68 |
€72,24 | €82,80 |
Reductiefactor | 1,2 |
1,14 | 1,09 |
1,03 |
0,97 |
0,92 |
Jaar | 2027 | 2028 | 2029 | na 2030 |
Hoogte heffing | €93,36 | €103,92 |
€114,48 |
€125,04 |
Reductiefactor | 0,86 | 0,80 | 0,74 | 0,69 |
Als PwC zijn we graag onderdeel van de vormgeving van het klimaatbeleid in Nederland. Wij hopen dan ook dat het kabinet de aanbevelingen uit het PwC-onderzoek meeneemt in de verdere behandeling van het wetsvoorstel.
Voor meer informatie over de PwC Speelveldtoetsen kunt u contact opnemen met Gülbahar Tezel. Voor meer informatie over de fiscale vraagstukken rondom de CO₂-heffing kunt u contact opnemen met Niels Muller.
Gülbahar Tezel
Partner Strategy&, Lead Denktank Energietransitie, PwC Netherlands
Tel: +31 (0)61 391 56 71
Partner, Energy transition and sustainable energy, PwC Netherlands
Tel: +31 (0)65 160 08 61