15/11/24
Dit artikel is voor het laatst bijgewerkt op 18 december 2024
Het kabinet stelde in het Belastingplan 2025 voor de aftrek voor giften van bedrijven en aanmerkelijkbelanghouders af te schaffen vanaf 1 januari 2025. Eerder wilde het kabinet ook het mes zetten in de giftenaftrek voor particulieren in de inkomstenbelasting. Maar anders dan in het Hoofdlijnenakkoord aangaf, bleven de regelingen voor aftrek van eenmalige en periodieke giften aan goede doelen met het Belatingplan 2025 al ongewijzigd in stand. De Tweede Kamer heeft vervolgens op 14 november 2024 bij amendement de giftenaftrek voor bedrijven behouden en de periodiekegiftenaftrek verruimd door de bovengrens te verhogen van 250.000 euro naar 1,5 miljoen euro per jaar.
Dat is het resultaat van een succesvolle lobby door met name de goededoelensector. Zoals de PwC Chief Economist Officer Barbara Baarsma eerder opmerkte in een opinie in Trouw, wordt de kunst en cultuur sector hard geraakt door een combinatie van btw-verhoging, hogere kansspelbelasting, minder giftenaftrek en minder subsidie.Voor de giftenaftrek heeft het kabinet dat iets verzacht. Ook de btw-verhoging voor de cultuursector lijkt van de baan, alhoewel voor dit plan nog alternatieve dekking moet worden gevonden in 2025.
Er komt wel een einde aan de regeling geven uit de vennootschap. Dit creëert een knelpunt voor de overdracht van vermogen en bedrijven aan anbi's, bijvoorbeeld in het kader van steward-ownership. Met de verhoging van het plafond van de periodiekegiftenaftrek wil de Tweede Kamer daarin enigszins tegemoetkomen. De Eerste Kamer heeft via een aangenomen motie de regering verzocht om samen met de (filantropische) sector alternatieven voor deze regeling te verkennen.
Bedrijven kunnen een aftrekbare gift blijven doen aan goede doelen (anbi's of steunstichtingen sbbi). Deze zogenoemde niet-zakelijke gift is aftrekbaar voor de vennootschapsbelasting tot 50 procent van de winst met een maximum van 100.000 euro. Boven deze grenzen is de gift niet aftrekbaar.
De gift boven deze grens wordt tot 31 december 2024 niet ‘geherkwalificeerd’ als een belaste uitdeling aan de aandeelhouder in privé en een gift vanuit privé. Vanaf 1 januari 2025 komt daar een verandering in. Dan geldt een niet-zakelijke gift aan goede doelen - voor zover boven de eerder genoemde grens - als een niet-zakelijke uitgave die wordt herkwalificeerd als een uitdeling aan de aandeelhouder. Hierover moet de aandeelhouderinkomsten- en dividendbelasting betalen. De uitgave kan vervolgens weer worden aangemerkt als een schenking door de aandeelhouder in privé aan de betreffende anbi of steunstichting sbbi. Dat betekent dat de aandeelhouder in privé wel gebruik kan maken van de giftenaftrek in de inkomstenbelasting.
Daarnaast kunnen zakelijke uitgaven zoals sponsoring, reclame, uitgaven in het kader van maatschappelijk verantwoord ondernemen of ter versterking van het bedrijfsimago (zoals zakelijke giften aan goede doelen) voor een vennootschap als zakelijke kosten kwalificeren. Daarmee zijn ze volledig aftrekbaar voor de vennootschapsbelasting.
De aftrek voor giften van particulieren blijft ongewijzigd. Uw eenmalige giften aan anbi's en steunstichting sbbi zijn binnen bepaalde grenzen aftrekbaar. Uw periodieke giften aan anbi's en bepaalde verenigingen zijn tot en met 31 december 2024 volledig aftrekbaar tot een maximum van 250.000 euro per jaar. Na die datum geldt een bovengrens van 1,5 miljoen euro. Verder blijft de multiplier voor giften aan culturele instellingen intact.
Voor de aftrek van eenmalige giften geldt zowel een drempel als een plafond. Zo zijn eenmalige giften aftrekbaar voor zover ze meer bedragen dan 1 procent van uw (gezamenlijk) verzamelinkomen vóór toepassing van de persoonsgebonden aftrek, met een minimum van 60 euro, en tot een maximum van 10 procent van uw (gezamenlijk) verzamelinkomen vóór toepassing van de persoonsgebonden aftrek. Het verzamelinkomen is het totale inkomen uit box 1, box 2 en box 3.
De maximering van de aftrekbaarheid van periodieke giften op 250.000 euro per jaar en per huishouden is ingevoerd per 1 januari 2023 en heeft overgangsrecht tot en met 2026. In de toelichting bij deze maatregel staat dat deze aanpassing een aandachtspunt zal zijn bij de volgende evaluatie van de giftenaftrek en dat die over vijf tot zeven jaar zal plaatsvinden. Op basis daarvan is onze verwachting dat de giftenaftrek voor particulieren – met de huidige verhoging naar 1,5 miljoen euro – de komende jaren ongewijzigd blijft, in ieder geval tot de evaluatie die in 2028, 2029 of 2030 zal plaatsvinden.
Een aandachtspunt is dat het kabinet met het afschaffen van de regeling geven vanuit vennootschap een einde maakt aan de mogelijkheid voor aanmerkelijkbelanghouders om zonder fiscale belemmeringen vermogen of een onderneming aan een anbi te kunnen overdragen. Die regeling is een mooie impuls voor steward-ownership. Bij dit bedrijfsmodel wordt het aandeelhouderschap ingevuld door een aangewezen groep stewards (‘rentmeesters’) die dat dienend aan de onderneming invullen. Winsten blijven daarbij veelal in de onderneming of krijgen vanuit de anbi een sociaal-maatschappelijke bestemming. Steward ownership kan een goed alternatief zijn voor een traditionele bedrijfsopvolging, bijvoorbeeld als er geen opvolger binnen de familie is.
Nu de maatregel is aangenomen, wordt een bedrijfsopvolging aan anbi's fiscaal lastiger, terwijl dit naar ons idee juist een positieve ontwikkeling is. De niet-zakelijke gift vanuit een vennootschap, voor zover die hoger is dan 100.000 euro, wordt per 1 januari 2025 aangemerkt als een uitdeling aan de aandeelhouder, die daarover box 2-heffing en dividendbelasting moet voldoen. De Tweede Kamer heeft hierin enigszins willen tegemoet komen door het plafond van de periodieke giftenaftrek te verhogen van 250.000 euro naar 1,5 miljoen euro per jaar. Dit betekent echter dat de overdracht van de aandelen in minimaal vijf jaar moet plaatsvinden. Voor zeer waardevolle aandelenpakket biedt dit dus geen volledige oplossing. Wij pleiten daarom voor een alternatief, bijvoorbeeld een regeling vergelijkbaar met de bestaande doorschuifregeling in de inkomstenbelasting.
Enigszins in die richting heeft de Eerste Kamer een motie aangenomen met het verzoek aan de regering om met de (filantropische) sector in overleg te treden over de impact van het afschaffen van deze geefregeling en mogelijke alternatieven daarvoor in samenspraak met de sector te verkennen. Een motie om te onderzoeken of een alternatieve regeling concreet voor steward-ownership mogelijk is, heeft het echter niet gehaald.
Op basis van het Hoofdlijnenakkoord was nog de doelstelling om de giftenaftrek in de inkomstenbelasting uiterlijk in 2028 te uniformeren en verschillende soorten giften fiscaal gelijk te behandelen. Het kabinet heeft nu echter besloten om de giftenaftrek in de inkomstenbelasting te handhaven en meent het fiscale stelsel te vereenvoudigen door de slechts giftenaftrek in de vennootschapsbelasting en de regeling geven vanuit vennootschap af te schaffen. De overweging om de giftenaftrek in de inkomstenbelasting niet te uniformeren is mede gebaseerd op de beperkte ruimte voor beleidsmaatregelen die grote aanpassingen in de automatisering vereisen. Als alternatief voor uniformering overweegt het kabinet de omvorming van de giftenaftrek naar een (matching)subsidie, waarvoor een vervolgonderzoek is gestart en waarvan de uitkomsten begin 2025 worden verwacht.