28/06/23
De staatssecretaris wil de behandeling van schenkingen door een bv aan een anbi wijzigen en eenvoudiger maken. Daarbij zou de schenking van een bv niet meer (fictief) worden gezien als een schenking door de privépersoon en wordt de giftenaftrek voor de vennootschap afgeschaft.
Op dit moment kan een bv een bepaald gedeelte van een (niet-zakelijke) schenking aan een goed doel (anbi) aftrekken van de winst voor de vennootschapsbelasting. Grotere schenkingen worden in bepaalde situaties door de Belastingdienst gezien als een (verkapte) uitdeling aan de aandeelhouder die daarover inkomstenbelasting in box 2 is verschuldigd en die vervolgens - onder voorwaarden - de schenking kan aftrekken in de inkomstenbelasting. Dit kan tot complexe en nadelige situaties leiden, mede vanwege de aftopping van de periodieke giftenaftrek tot 250.000 euro welke per 1 januari 2023 is ingevoerd.
De genoemde aanpassing van deze systematiek wordt momenteel verder onderzocht en wordt op Prinsjesdag nader toegelicht en uitgewerkt.
Als u aandeelhouder bent van een bv die (niet-zakelijke) schenkingen verricht, dan zullen die in de toekomst mogelijk niet meer (deels) aftrekbaar zijn voor de vennootschapsbelasting. Het voordeel is echter dat het bedrag dat voor de bv niet aftrekbaar is, niet langer wordt behandeld als fictieve uitkering aan privé met bijbehorende inkomstenbelastingheffing.
Hoe deze maatregel fiscaal en financieel uitpakt voor uw persoonlijke situatie en die van uw BV hangt van verschillende factoren af alsmede de inhoud van de uiteindelijke wetgeving waarover de details pas op Prinsjesdag bekend worden gemaakt. Wij raden u aan deze ontwikkelingen in de gaten te houden om tijdig te bepalen wat dit betekent voor de inrichting van uw geefstrategie.
Als een bv schenkt aan een ANBI dan wordt dat in bepaalde situaties gezien als vervulling van de persoonlijke behoefte van de aandeelhouder. Op basis van een bestaand goedkeurend beleidsbesluit mag de bv voor ten hoogste 50 procent van de winst (met een maximum van 100.000 euro) de gift aftrekken van de winst voor de vennootschapsbelasting.
De Belastingdienst gaat ervan uit dat een schenking door een bv van een hoger bedrag de persoonlijke charitatieve behoefte van de aandeelhouder dient. Daarom wordt het bedrag dat uitgaat boven de giftenaftrek aangemerkt als een uitkering aan privé, gevolgd door een schenking door de privépersoon. Deze kan vervolgens voor de inkomstenbelasting gebruikmaken van de giftenaftrek, mits aan de voorwaarden daarvoor wordt voldaan. Voor eenmalige giften gelden in de inkomstenbelasting een inkomensafhankelijke drempel en plafond. Voor de aftrekbaarheid van periodieke giften geldt geen drempel, maar geldt per 1 januari 2023 wel een plafond van 250.000 euro per jaar.
De staatssecretaris wil wettelijk regelen dat de schenking van de bv niet meer wordt gezien als een (fictieve) schenking door de privépersoon. Daarbij wordt dan tegelijkertijd de giftenaftrek voor de vennootschap voor dit soort schenkingen afgeschaft. De schenking van de bv blijft dan overigens vrij van schenkbelasting als die wordt gedaan aan een anbi en aan de overige voorwaarden van de vrijstelling voldoet.
Het voorgaande werkt anders uit als uw bv goede doelen steunt door middel van sponsoring, reclame of in het kader van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Deze uitgaven hebben een zakelijk belang voor de vennootschap. Dat maakt dat deze uitgaven zakelijke kosten zijn die net als andere bedrijfskosten volledig aftrekbaar zijn van de winst voor de vennootschapsbelasting en niet leiden tot een belaste uitkering in privé. Dit verandert in principe niet onder de nieuwe (beoogde) regeling. Wel constateren wij in de praktijk dat soms discussies met de Belastingdienst kan ontstaan over de vraag of giften een voldoende zakelijk karakter hebben.
De staatssecretaris is van plan in de zomer 2023 deze mogelijke aanpassing verder uit te werken. In 2023 vindt er ook een evaluatie plaats van de giftenaftrek, daar zal de giftenaftrek voor vennootschappen waarschijnlijk in worden betrokken.
De staatssecretaris geeft aan dat hij de Kamer op Prinsjesdag verder informeert hierover.