2024 het jaar van modernisering personenvennootschapsrecht?

22/12/23

Tot 13 februari 2023 liep de internetconsultatie van het ontwerp wetsvoorstel modernisering personenvennootschappen. Tot op heden is er nog geen wetsvoorstel aangeboden aan de Tweede Kamer. Toch is de verwachting dat deze er in 2024 wel gaat komen. In deze bijdrage blikken wij vooruit op wat mogelijk gaat komen en gaan we in op het conceptwetsvoorstel.

Er zijn in Nederland circa 237.000 personenvennootschappen, te weten de maatschap, vof en de cv. Met name het MKB, de agrarische sector en de dienstverlening (waaronder beroepsbeoefenaren als artsen, advocaten, notarissen) maakt gebruik van personenvennootschappen. De personenvennootschap speelt daarmee een belangrijke rol in het rechtsverkeer, voor het bedrijfsleven en voor de Nederlandse economie.

Het huidige personenvennootschapsrecht dateert grotendeels uit 1838. Sindsdien heeft de rechtspraak zich ontwikkeld en zijn de maatschappelijke opvattingen veranderd. De huidige wettelijke regeling beantwoordt onvoldoende aan de behoefte van ondernemers. Volgens de minister is het daarom hoog tijd dat fundamentele veranderingen plaatsvinden in het personenvennootschapsrecht. Er zijn al meerdere pogingen gedaan om het personenvennootschapsrecht te vernieuwen, maar tot op heden heeft dit niet tot grote concrete wijzigingen geleid.

Conceptwetsvoorstel op hoofdlijnen

Er zijn nu drie soorten personenvennootschappen: de maatschap, vof en cv. De maatschap en de vof in de huidige vorm verdwijnen en worden vervangen door ‘de personenvennootschap’. Er geldt overgangsrecht op grond waarvan bestaande vof’s en maatschappen zichzelf wel zo mogen blijven noemen. De cv blijft wel bestaan als bijzondere vorm van de personenvennootschap, maar de cv wordt ook op enkele onderdelen gewijzigd.

Het doel van het conceptwetsvoorstel is het creëren van een duidelijke en eenvoudige regeling die bijdraagt aan zekerheid voor het handelsverkeer en passende waarborgen bevat voor vennoten en schuldeisers. Het wetsvoorstel bevordert het starten en het drijven van ondernemingsactiviteiten. Op basis van het wetsvoorstel wordt het mogelijk om goederen op naam van de personenvennootschap te zetten. Ook wordt het eenvoudiger om vennoten te laten toe- en uittreden en wordt het makkelijker om financiering aan te trekken door vestiging van zekerheidsrechten. Het conceptwetsvoorstel schept meer duidelijkheid over de rechtsverhouding tussen de vennoten, de vertegenwoordiging van de personenvennootschap, de aansprakelijkheid van de vennoten en de gevolgen van ontbinding van de personenvennootschap. Om dit allemaal mogelijk te maken, zijn ook fiscale maatregelen voorgesteld.

Voor de belastingheffing van de maatschap, vof en de (besloten) cv geldt nu dat ze op basis van de huidige wetgeving fiscaal transparant zijn. Dat betekent dat deze personenvennootschappen niet zelf in de belastingheffing worden betrokken, maar dat de achterliggers (de vennoten) belastingplichtig zijn voor hun aandeel in de personenvennootschap. Dit blijft ook zo onder de nieuwe regeling, behalve als het gaat om onroerende zaken (overdrachtsbelasting) en om royalty- en rentebetalingen door een Nederlandse personenvennootschap aan een buitenlands lichaam in specifieke gevallen (Wet bronbelasting).

De belangrijkste aandachtspunten uit het conceptwetsvoorstel zijn:

  • Rechtspersoonlijkheid
  • Aansprakelijkheid
  • Toe- en uittreding
  • Omzettingen
  • Overgangsrecht

Rechtspersoonlijkheid en gevolgen voor de belastingheffing

Er kan sprake zijn van een openbare of een stille personenvennootschap. De openbare personenvennootschap krijgt rechtspersoonlijkheid en een stille personenvennootschap niet. Het toekennen van rechtspersoonlijkheid aan een personenvennootschap is een van de belangrijkste vernieuwingen.

Een openbare personenvennootschap is een personenvennootschap die op een voor derden duidelijk kenbare wijze onder een door de personenvennootschap gevoerde naam deelneemt aan het rechtsverkeer. Bij stille personenvennootschappen handelen de vennoten daarentegen op eigen naam. Als voorbeeld wordt genoemd de personenvennootschap tussen twee huisartsen die bedoeld is om kosten te besparen, door het delen van een kantoorpand en administratieve faciliteiten, ten behoeve van een afzonderlijke, op hun eigen naam en voor eigen rekening uitgeoefende, huisartsenpraktijk.

De rechtspersoonlijkheid zorgt ervoor dat (als het conceptvoorstel in de huidige vorm wordt aangenomen) de openbare personenvennootschap straks een eigen vermogen kan hebben. Op basis van huidig recht is dat niet zo en wordt het vermogen vanuit goederenrechtelijk oogpunt gehouden door de gezamenlijke vennoten. Door de toekenning van rechtspersoonlijkheid kunnen goederen straks op naam van de personenvennootschap worden gesteld en kan de personenvennootschap zelfstandig drager van rechten en verplichtingen worden. Het verkrijgen van rechtspersoonlijkheid houdt niet in dat Boek 2 BW op de openbare personenvennootschap van toepassing wordt, omdat de rechtspersoonlijkheid voor personenvennootschappen beperkter van aard is dan bij Boek 2 - rechtspersonen zoals de BV. Rechtspersoonlijkheid vereenvoudigt ook de toe- en uittreding van vennoten. Uittreding leidt in beginsel niet langer tot algehele ontbinding van de personenvennootschap. Voor de toekenning van rechtspersoonlijkheid is geen akte vereist; de rechtspersoonlijkheid ontstaat door het naar buiten toe treden onder een gemeenschappelijke naam. Daarnaast zijn vennoten verplicht de openbare personenvennootschap in het handelsregister in te schrijven.

Ondanks dat de openbare personenvennootschap op basis van het conceptwetsvoorstel rechtspersoonlijkheid krijgt, is ervoor gekozen om de fiscale transparantie die nu ook geldt te handhaven. Voor de inkomsten-, vennootschaps- en dividendbelasting, alsmede voor de erf- en schenkbelasting is de personenvennootschap fiscaal transparant, ongeacht of sprake is van een openbare of een stille personenvennootschap.

Voor de overdrachtsbelasting wordt de openbare personenvennootschap niet-transparant. Dat betekent dat de openbare personenvennootschap zelfstandig belastingplichtig is voor deze wet. Door de niet-transparantie is de openbare personenvennootschap zelf overdrachtsbelasting verschuldigd bij de verkrijging van een onroerende zaak, en niet langer de vennoten in de openbare personenvennootschap. Daarnaast leidt de vervreemding van een belang in een openbare personenvennootschap, of de toe- of uittreding van een vennoot, niet automatisch tot de heffing van overdrachtsbelasting. De onroerende zaak blijft in deze situaties immers toebehoren aan de openbare personenvennootschap. Door de aanpassingen in de overdrachtsbelasting ontstaat rechtsvormneutraliteit tussen openbare personenvennootschappen met rechtspersoonlijkheid en andere rechtspersonen. In de overdrachtsbelasting worden diverse regelingen opgenomen om dit goed te regelen.

Voor de cv gaan aparte regels gelden. Op basis van een ander wetsvoorstel (Wetsvoorstel kwalificatie buitenlandse rechtspersonen) wordt de cv vanaf 1 januari 2025 altijd als fiscaal transparant gekwalificeerd. Zie hiervoor ons Belastingnieuwsartikel 'Wijziging kwalificatie open cv en buitenlandse rechtsvormen'.

Aansprakelijkheid

Onder het huidige recht wordt nog een onderscheid gemaakt: beoefenaren van beroepsactiviteiten kunnen de maatschap of de vof als rechtsvorm kiezen, terwijl beoefenaren van bedrijfsactiviteiten alleen de vof als rechtsvorm beschikbaar hebben. Het belangrijkste verschil tussen deze twee rechtsvormen ligt vooral in de aansprakelijkheid van de vennoten voor schulden. Dit onderscheid tussen de maatschap en de vof verdwijnt. Hiermee wijzigt ook de aansprakelijkheid.

Voor stille personenvennootschappen geldt dat de vennoten hoofdelijk aansprakelijk zijn voor verbintenissen die zij namens de personenvennootschap aangaan, tenzij zij handelen op basis van een volmacht van alle vennoten. Voor openbare personenvennootschappen geldt dat de vennoten hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de verbintenissen van de personenvennootschap, tenzij zij in de vennootschapsovereenkomst of bij de inschrijving in het handelsregister een beperking van de aansprakelijkheid hebben bedongen. De aansprakelijkheid voor gelijke delen van maten van een maatschap verdwijnt.

Voor de cv geldt in beginsel dat de beherende vennoten hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de verbintenissen van de cv, en dat de commanditaire vennoten niet aansprakelijk zijn, tenzij zij zich bemoeien met het bestuur van de cv of zich naar buiten toe als beherend vennoot gedragen.

Tot slot is een belangrijk aandachtspunt de aanpassing van het beheersverbod. Door deze aanpassing wordt meer ruimte gegeven aan commanditaire vennoten om invloed uit te oefenen op de dagelijkse leiding van de cv, zonder dat zij hun beperkte aansprakelijkheid verliezen. Op basis van het conceptwetsvoorstel wordt het voor commanditaire vennoten mogelijk om de cv op basis van een volmacht te vertegenwoordigen.

Toe- en uittreding

Een andere belangrijke vernieuwing betreft de toe- en uittreding van vennoten. De huidige wet voorziet niet in een toe- of uittredingsregeling, wat in de praktijk als een groot nadeel wordt gezien. Het conceptwetsvoorstel maakt het eenvoudiger om toe- en uit te treden. Toe- en uittreding leidt niet langer tot algehele ontbinding van een openbare personenvennootschap, maar tot gedeeltelijke ontbinding van de overeenkomst, namelijk voor zover deze betrekking heeft op de uittredende vennoot. Het vervreemden van een belang in een personenvennootschap, of de toe- of uittreding van de participant, leidt daardoor ook niet langer automatisch tot de heffing van overdrachtsbelasting. De onroerende zaak blijft in deze situaties immers toebehoren aan de openbare personenvennootschap.

Bij uittreding heeft de uittreder recht op een uittredingsvergoeding, gebaseerd op de waarde van het belang van de vennoot in het bedrijf. Een uittredende vennoot is straks vanaf vijf jaar na uittreding bevrijd van de verplichtingen richting derden. Een toetredende vennoot wordt beter beschermd tegen vorderingen op de vennootschap die zijn ontstaan vóór zijn toetreden. Dit verlaagt de drempel om via een personenvennootschap een onderneming te drijven.

Omzettingen

Het conceptwetsvoorstel voorziet in een regeling voor een omzetting van een openbare personenvennootschap in een Boek 2-rechtspersoon (zoals een BV) en omgekeerd. Een dergelijke omzetting is civielrechtelijk gezien een rechtshandeling waarbij sprake is van een rechtsvormwijziging bij de rechtspersoon. Hierbij wordt de rechtspersoon niet ontbonden, maar “krijgt een ander jasje aan”. Civielrechtelijk is bij een omzetting geen sprake van een vermogensoverdracht, want de rechtspersoon blijft eigenaar van de vermogensbestanddelen van de door hem gedreven onderneming.

Fiscaal gezien wordt een omzetting van een openbare rechtspersoon in een andere rechtspersoon gezien als een overdracht. Het vermogen van de onderneming wordt ten tijde van de omzetting geacht te zijn overgedragen tegen de waarde in het economische verkeer. Bij een omzetting is hierdoor in beginsel belasting verschuldigd over de stille reserves (verschil tussen de werkelijke waarde en de fiscale boekwaarde). Omdat dit een ongewenste drempel voor omzetting kan vormen, zijn diverse doorschuifregelingen opgenomen in het wetsvoorstel. Zowel aan natuurlijk personen als vennootschapsbelastingplichtige lichamen wordt de mogelijkheid geboden om de omzetting geruisloos te laten plaatsvinden. De fiscale boekwaarde wordt daardoor doorgeschoven, zodat de belastingheffing wordt uitgesteld. Hier moet wel een verzoek voor worden gedaan.

Er geldt nog wel een belangrijk aandachtspunt bij een omzetting van een openbare personenvennootschap in een andere rechtsvorm. Als sprake is van zowel natuurlijk personen als vennootschapsbelastingplichtige lichamen als vennoot, dan kunnen de natuurlijk personen wel een beroep doen op een doorschuifregeling, maar de vennootschapsbelastingplichtige lichamen niet. Hierdoor worden de vennootschapsbelastingplichtige lichamen slechter behandeld.

Overgangsrecht

Na de inwerkingtreding van het wetsvoorstel wordt een bestaande vof en (niet-stille) maatschap van rechtswege een openbare personenvennootschap met rechtspersoonlijkheid. De (afgescheiden) vermogens van deze personenvennootschappen gaan op dat moment onder algemene titel over op de openbare vennootschap.

Omdat vanaf het moment van inwerkingtreding de openbare personenvennootschap ook het eigendom van onroerende zaken verkrijgt gaat een zogenoemde overgangsrechtvrijstelling gelden. De overgang van onroerende zaken onder algemene titel is hierdoor niet belast met overdrachtsbelasting. Deze vrijstelling geldt alleen voor het vermogen dat door de inwerkingtreding van het wetsvoorstel onder algemene titel overgaat, te weten de economische eigendom. Over de exacte reikwijdte van het overgangsrecht bestaat momenteel onduidelijkheid. Uit de Memorie van Toelichting blijkt namelijk dat alleen goederen die op naam van de maatschap of vof zijn geleverd onder algemene titel overgaan. Onroerende zaken kunnen onder de huidige wetgeving juridisch helemaal niet op naam van de personenvennootschap worden geleverd, omdat deze personenvennootschappen thans nog geen rechtspersoonlijkheid bezitten.

Tot slot is belangrijk te vermelden is dat bij overgang van registergoederen (waaronder begrepen onroerende zaken), de personenvennootschap de registratie moet laten bijwerken door bijvoorbeeld melding aan het Kadaster te doen.

Andere aandachtspunten

Het conceptwetsvoorstel biedt de mogelijkheid om op het deelnamerecht van de vennoot in de personenvennootschap beperkte rechten te vestigen, zoals een pandrecht. Dit verschaft eventuele externe financiers meer zekerheid en kan daarmee de financiering van de personenvennootschap vergemakkelijken.

Tot slot verdient nog de aandacht dat het conceptwetsvoorstel de mogelijkheid biedt om een openbare personenvennootschap met één vennoot tijdelijk voort te zetten na uittreding van de voorlaatste vennoot. Treedt bij tijdelijke voortzetting van de openbare personenvennootschap binnen drie maanden een tweede vennoot toe, dan is de openbare personenvennootschap hersteld. Dit kan de flexibiliteit van de personenvennootschap vergroten.

Contact us

Brenda Coebergh

Brenda Coebergh

Senior Manager, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)65 396 57 07

Edwin Sarkinovic

Edwin Sarkinovic

Director, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)62 032 36 64

Tom de Regter

Tom de Regter

Senior Associate, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)61 364 62 87

Volg ons