03/06/20
In een brief aan de Tweede Kamer van 29 mei 2020 heeft het kabinet aangekondigd dat het overweegt om vanaf 2024 een nieuwe bronbelasting op dividendstromen naar bepaalde landen in te voeren. Deze maatregel wordt ingevoerd in de strijd tegen belastingontwijking, en gaat gelden voor dividendstromen naar landen met een winstbelastingtarief van minder dan 9% en landen die op de EU-lijst van non-coöperatieve jurisdicties staan. De nieuwe belasting is ook van toepassing als Nederland met deze landen een belastingverdrag heeft.
De nieuwe bronbelasting kan gevolgen hebben voor in Nederland gevestigde vennootschappen die dividenden uitkeren aan aandeelhouders die zijn gevestigd in laagbelastende landen (dat wil zeggen, landen met een winstbelastingtarief lager dan 9%), of die gevestigd zijn in landen die voorkomen op de EU- lijst van non-coöperatieve landen. Het is de bedoeling dat Nederland vanaf 2024 ter zake van dergelijke dividenduitkeringen de nieuwe bronbelasting gaat heffen, ook wanneer Nederland met de desbetreffende landen belastingverdragen is overeengekomen.
Natuurlijk is op dit moment niet zeker dat, en zo ja hoe, dit voornemen door de Tweede en Eerste Kamer wordt aangenomen, ook omdat er in de tussentijd Tweede Kamerverkiezingen zullen zijn geweest. Ook de ontwikkelingen op internationaal niveau, gedreven door de OESO, met betrekking tot grensoverschrijdende betalingen die niet of onvoldoende worden belast zullen mogelijk invloed hebben op een nieuwe bronbelasting. Het voornemen van het kabinet is echter duidelijk.
Medio 2018 had het kabinet nog het voornemen om de dividendbelasting af te schaffen. Daarnaast had het kabinet het voornemen om een bronbelasting in te voeren op betalingen van dividenden, rente en royalty’s door in Nederland gevestigde lichamen aan in laagbelastende landen gevestigde gelieerde lichamen en in misbruiksituaties.
Eind 2018 heeft het kabinet besloten om de dividendbelasting toch te handhaven, de conditionele bronbelasting op rente en royalty’s per 2021 in te voeren, en de conditionele bronbelasting op dividend uit te stellen. Daarbij is toegezegd om op een later moment te bestuderen of het samenvoegen van de eerder voorgestelde conditionele bronbelasting op dividenden met de bestaande dividendbelasting wenselijk is.
Na onderzoek concludeert het kabinet nu dat aanvullende maatregelen tegen dividendstromen naar laagbelastende landen inderdaad wenselijk zijn. Ondanks de handhaving van de dividendbelasting en invoering van antimisbruikmaatregelen in de dividendbelasting per 1 januari 2018, blijft het mogelijk om in bepaalde gevallen binnen concernverband dividenden te betalen aan ontvangers in laagbelastende landen zonder dat deze dividenden belast zijn. Omdat het kabinet dit onwenselijk acht, worden naast de huidige dividendbelasting aanvullende maatregelen voorbereid om tegen te gaan dat in concernverband dividenden onbelast naar laagbelastende landen stromen.
Het kabinet heeft het voornemen om voor het einde van deze kabinetsperiode maatregelen uit te werken om ook deze dividendstromen vanaf 1 januari 2024 te belasten. De nieuwe bronbelasting op dividendstromen is bovendien aanvullend op de conditionele bronbelasting op rente en royalty’s die Nederland vanaf 2021 invoert.
Een volgend kabinet kan de bouwstenen gebruiken voor het ontwerpen van een nieuw belastingstelsel.
Het rapport analyseert de belastingafdracht in Nederland door multinationale ondernemingen en geeft een aantal adviezen voor wijzigingen van de winstbelasting.
Fiscaliteit binnen organisaties ondergaat een transformatie die vraagt om moderne processen en een herdefiniëring van de rol van tax binnen uw bedrijf.