31/03/21
Dit artikel is voor het laatst geüpdatet op 5 juli 2021
Op 29 maart 2021 heeft het Nederlandse Ministerie van Financiën een consultatiedocument gepubliceerd waarin wijzigingen worden voorgesteld van de Nederlandse kwalificatieregels voor bepaalde Nederlandse en buitenlandse entiteiten. De consultatieperiode liep af op 26 april 2021.
Het doel van de voorstellen is om het aantal hybride mismatches in een internationale context te verminderen. De voorgestelde regels zouden met name moeten leiden tot minder hybride mismatches als gevolg van een verschil in kwalificatie van entiteiten door twee landen. Verschillen in de fiscale kwalificatie van entiteiten tussen twee landen kunnen ertoe leiden dat bepaalde inkomsten ofwel tweemaal (d.w.z. op het niveau van de entiteit en op het niveau van haar participanten), dan wel in het geheel niet worden belast.
Op basis van de consultatie is besloten dat het uiteindelijke wetsvoorstel geen onderdeel uitmaakt van het Belastingplan 2022, maar separaat zal worden ingediend in de winter van 2021/2022.
Als uw organisatie of onderneming een internationale structuur heeft waartoe ook Nederlandse bedrijfsonderdelen behoren, kan deze worden beïnvloed door de voorgestelde regels. Hiervan is met name sprake als uw organisatie of onderneming:
Ook particuliere beleggers kunnen worden getroffen door de voorgestelde maatregelen.
Als onderdeel van de voorgestelde regels wordt het zogenoemde ‘toestemmingsvereiste’ ingetrokken omdat dit de oorzaak is van veel hybride mismatches in Nederland. Op basis van de ‘toestemmingsvereiste’ wordt een Nederlands CV als niet-transparant beschouwd voor de Nederlandse vennootschapsbelasting, als de toetreding of vervanging van vennoten mogelijk is zonder toestemming van alle andere vennoten (zowel beherende als commanditaire vennoten).
Op basis van het consultatiedocument zullen CV's volgens de nieuwe regels voortaan altijd fiscaal transparant worden.
Als gevolg van de voorgestelde maatregelen zou het aantal hybride mismatches aanzienlijk moeten afnemen, en wordt meer flexibiliteit verwacht voor organisaties die een transparante Nederlandse CV-structuur nastreven. Toch is het belangrijk om bestaande structuren te analyseren om onverwachte gevolgen van de voorgestelde maatregelen te voorkomen.
Als onderdeel van de nu voorgestelde maatregelen wordt het ‘toestemmingsvereiste’ ingetrokken. Het ‘toestemmingsvereiste’ bepaalt momenteel de kwalificatie van een Nederlands CV als transparant of niet-transparant. Een Nederlandse CV zal voortaan altijd als fiscaal transparant worden behandeld, en niet (langer) onderworpen zijn aan de heffing van Nederlandse vennootschapsbelasting of aan Nederlandse bronbelastingen. In plaats daarvan worden de vennoten van een CV vanaf 1 januari 2022 rechtstreeks belastingplichtig voor hun participatie in de CV (vennootschaps- dan wel inkomstenbelasting). Deze regel zal ook gaan gelden voor buitenlandse rechtsvormen die vergelijkbaar zijn met een Nederlands CV.
Voor Nederlandse CV's en daarmee vergelijkbare buitenlandse rechtsvormen die op dit moment kwalificeren als niet-transparant voor de heffing van Nederlandse vennootschapsbelasting, heeft de wijziging naar fiscale transparantie tot gevolg dat zij worden geacht hun activa en passiva te hebben overgedragen aan hun participanten. Dit leidt in beginsel tot een eindafrekening over de stille en fiscale reserves en de goodwill. Om te voorkomen dat daarover nu belasting moet worden betaald, bevat het consultatiedocument verschillende tegemoetkomingen waaronder de toepassing van voorwaardelijke doorschuiffaciliteiten en de mogelijkheid tot uitstel van betaling.
In het consultatiedocument werden ook wijzigingen voorgesteld in het fiscale regime voor transparante en non-transparante fondsen voor gemene rekening (FGR). Inmiddels heeft de staatssecretaris in een Kamerbrief bekend gemaakt deze wijzigingen uit het wetsvoorstel te lichten en het regime voor de FGR te bezien in samenhang met de aanbevelingen die voortvloeien uit de voorgenomen evaluatie van het fbi- en vbi-regime.
Momenteel vindt de classificatie van buitenlandse juridische entiteiten als transparant of niet-transparant voor Nederlandse fiscale doeleinden plaats op basis van hun vergelijkbaarheid met Nederlandse juridische entiteiten (‘rechtsvormvergelijking’). Volgens de nu voorgestelde maatregelen blijft de rechtsvormvergelijkingsmethode gehandhaafd.
Voor buitenlandse juridische entiteiten die niet vergelijkbaar zijn met een bestaande Nederlandse juridische entiteit, bevat het voorstel twee nieuwe benaderingen:
In het consultatiedocument worden de Britse Limited Liability Partnership (LLP), de Ierse Unlimited Company (ULC) en de Duitse Kommanditgesellschaft auf Aktien (KGaA) genoemd als voorbeelden van entiteiten die niet vergelijkbaar zijn met een Nederlandse juridische entiteit. Daarnaast kan ook de Franse Société en Nom Collectif (SNC) worden genoemd als een buitenlandse entiteit die niet is te vergelijken met een Nederlandse juridische entiteit.