Internetconsultatie alternatieven aanpak dividendstripping

16/12/21

15 december 2021 is het Ministerie van Financiën een internetconsultatie gestart over alternatieve maatregelen om dividendstripping effectiever te bestrijden. 

Het kabinet vindt het namelijk ongewenst wanneer partijen door middel van dividendstripping ten onrechte geen of minder dividendbelasting betalen. De internetconsultatie benoemt zes alternatieve maatregelen om dividendstripping effectiever aan te pakken. Reageren op deze alternatieven kan vanaf 15 december 2021 tot en met 26 januari 2022.

Wat betekent dit voor uw organisatie

Op dit moment is nog slechts sprake van een internetconsultatie. Daarna kunnen de resultaten daarvan worden omgezet in een wetsvoorstel. Een dergelijk wetsvoorstel  moet eerst worden voorgelegd aan het parlement, en vervolgens door het parlement worden aangenomen. Als (een van) de alternatieven uit de internetconsultatie wet wordt, zullen stringente(re) voorwaarden worden gesteld aan de verrekening van dividendbelasting indien uw organisatie/onderneming dividenden ontvangt. 

Wat houdt dividendstripping in?

Bij dividendstripping worden de juridische eigendom van, en het economische belang bij aandelen gesplitst. Door de splitsing behoudt een aandeelhouder het economische belang bij de aandelen, maar wordt de juridische eigendom van de aandelen (tijdelijk) overgedragen aan andere partijen. Het doel van een dergelijke splitsing is om op deze wijze een belastingvoordeel te behalen, omdat die andere partijen veelal recht hebben op een gunstige(r) behandeling voor de dividendbelasting. Deze gunstige(re) behandeling kan bijvoorbeeld betrekking hebben op een recht op verrekening, teruggaaf of vermindering van de Nederlandse dividendbelasting waartoe de oorspronkelijke (buitenlandse) aandeelhouder geen of een beperkter recht heeft.

De afgelopen periode heeft het kabinet in kaart gebracht welke hoofdvormen van dividendstripping zich in de praktijk voordoen en welke handhavingsproblemen hiermee gepaard gaan. De verschijningsvormen waarbij het juridische eigendom enerzijds en het economische belang anderzijds wordt gesplitst, zijn zeer divers. De meest ‘eenvoudige’ vorm is het in- en uitlenen van aandelen (security lending). Degene die de aandelen inleent, verkrijgt hierbij de juridische eigendom terwijl de uitlener economisch belanghebbende blijft. Splitsing van het belang bij aandelen kan ook worden bereikt door bijvoorbeeld putopties te kopen (= het recht om aandelen gedurende een vastgestelde periode tegen een vastgestelde uitoefenprijs te verkopen) of callopties te schrijven (= het recht om aandelen gedurende een vastgestelde periode tegen een vastgestelde uitoefenprijs te kopen). De partijen die hierbij betrokken zijn, zullen over het algemeen het voordeel dat hieruit voortvloeit met elkaar delen.

Huidige antimisbruikwetgeving

In 2001 is in de Nederlandse wetgeving een algemene antimisbruikregel opgenomen om dividendstripping tegen te gaan. Op grond van deze regel wordt – kort gezegd – een vermindering, verrekening of teruggaaf van dividendbelasting uitgesloten voor degene die het dividend heeft ontvangen (dan wel om een vermindering, verrekening of teruggaaf heeft verzocht), terwijl diegene niet de uiteindelijke gerechtigde is tot dat dividend. Het doel was destijds om een maatregel te introduceren die uitvoerbaar zou zijn in de praktijk en geen overkill zou bevatten.

Doel van de internetconsultatie

In de praktijk is gebleken dat dividendstripping binnen de huidige wettelijke mogelijkheden niet altijd adequaat kan worden bestreden, ondanks de hiervoor genoemde antimisbruikwetgeving. Zo rust de (zware) bewijslast dat sprake is van dividendstripping op de inspecteur, en is de complexiteit van de geconstateerde gevallen de afgelopen jaren toegenomen. Het kabinet vindt het ongewenst dat het mogelijk blijft om door middel van dividendstripping geen of minder dividendbelasting te betalen dan de wetgever heeft bedoeld. Daarom zijn zes verschillende mogelijkheden onderzocht om dividendstripping beter aan te pakken. Het doel van de internetconsultatie is om de impact op de praktijk van deze zes verschillende alternatieven in kaart te brengen. Daarnaast krijgen betrokken partijen de mogelijkheid om andere alternatieven aan te dragen.

Zes alternatieve maatregelen om dividendstripping effectiever aan te pakken

Om de aanpak van de hier beschreven problematiek te verbeteren, is een inventarisatie gemaakt van de mogelijke (fiscale) oplossingsrichtingen. Het consultatiedocument benoemt de volgende zes alternatieve maatregelen:

Alternatief A: Juridische eigendom en economisch belang aandelen verplicht voor vermindering, verrekening of teruggaaf dividendbelasting

Bij dit alternatief wordt wettelijk vastgelegd dat verrekening, vermindering of teruggaaf van dividendbelasting alleen mogelijk is indien de belastingplichtige die de dividendbelasting verrekent, terugvraagt of recht heeft op een vermindering, bewijst dat hij zowel het juridische eigendom als het economisch belang houdt op het moment van de dividenduitkering. Dit alternatief zou dividendstripping in de kern moeten aanpakken.

Alternatief B: Introductie van een houdsterperiode

Bij dit alternatief wordt wettelijk vastgelegd dat alleen degene die gedurende een bepaalde periode voorafgaand aan de “record datum” en enige tijd daarna de gehele juridische eigendom en het economisch belang heeft van de aandelen waarop dividendbelasting is ingehouden, als de uiteindelijk gerechtigde van de dividenden wordt beschouwd. De “record datum” is de datum waarop aan het einde van de werkdag door de financiële instelling de posities worden vastgesteld, en op basis van de aandelendepots van cliënten wordt bepaald wie recht heeft op het dividend. Gedacht wordt aan een relatief korte periode (10 dagen voor en na de record datum), maar ook een langere periode (twee tot vier maanden) is denkbaar. Dit alternatief kan eventueel worden gecombineerd met een tegenbewijsregeling en/of een minimumbedrag bij wijze van doelmatigheidsdrempel.

Alternatief C: Introductie van een nettorendement/grondslag-benadering voor verrekening of teruggaaf van dividendbelasting

Bij dit alternatief kan de dividendbelasting slechts worden verrekend voor zover vennootschapsbelasting is verschuldigd over het dividend na vermindering van de daarmee verband houdende kosten, zoals dividendvervangende betalingen. Denk bijvoorbeeld aan betalingen voor het inlenen van de aandelen, zoals bij security lending. Ook dit alternatief kan eventueel worden gecombineerd met een minimumbedrag bij wijze van doelmatigheidsdrempel.

Alternatief D: Documentatieverplichtingen

Gedacht wordt aan een systeem waarbij verifieerbaar per dividenduitkering slechts één dividendnota wordt uitgereikt, dividendnota’s verplicht moeten worden geregistreerd bij de Belastingdienst, en aandeelhouders verplicht zijn om voor verrekening, teruggaaf of vermindering een dividendnota te tonen.

Alternatief E: Codificatie record datum

Volgens een besluit van de Staatssecretaris van Financiën wordt op record datum bepaald wie gerechtigd is tot het dividend. Voorgesteld wordt om dit voorschrift op te nemen in de Wet Div.bel. 1965.

Alternatief F: Uitbreiding met verbonden lichamen

Volgens dit alternatief zal een wettelijke bepaling worden ingevoerd waarin is opgenomen dat alleen sprake is van het economisch belang bij de aandelen als een persoon zelfstandig, of tezamen met een verbonden lichaam dan wel een verbonden natuurlijke persoon het gehele economische belang bezit.

De alternatieven A, B en C zijn zelfstandige maatregelen. Alternatieven D, E en F lijken zelfstandig bezien onvoldoende effectief om dividendstripping te bestrijden, maar zouden wel als aanvullende maatregelen kunnen worden opgenomen.

In het consultatiedocument legt het kabinet aan de praktijk drie algemene vragen voor, alsmede elf vragen die meer betrekking hebben op specifieke oplossingsrichtingen.

Tot slot

Zoals gezegd, kan vanaf 15 december 2021 tot en met 26 januari 2022 worden gereageerd op deze internetconsultatie. Naar verwachting wordt in het voorjaar van 2022 de Tweede Kamer naar aanleiding van de consultatie verder geïnformeerd.

Contact

Maarten de Wilde

Maarten de Wilde

Director, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)63 419 67 89

Michel van Dun

Michel van Dun

Senior Manager, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)61 042 11 99

Volg ons