Verliesverrekening in de vennootschapsbelasting beperkt tot 50% van de jaarwinst

06/10/20

Vanaf 2022 wordt de verliesverrekening in de vennootschapsbelasting gemaximeerd tot 50% van de belastbare winst, waarbij een bedrag tot 1 miljoen euro in ieder geval nog verrekenbaar blijft. Daar staat tegenover dat verliezen voortaan onbeperkt in de tijd verrekenbaar blijven.

Het kabinet heeft daartoe een Nota van Wijziging bij het wetsvoorstel Belastingplan 2021 ingediend waarin dit nader wordt uitgewerkt. Deze maatregel was eerder al in een kamerbrief aangekondigd.

De voorgestelde regeling houdt in dat, indien de verliezen van voorgaande boekjaren gezamenlijk meer bedragen dan 1 miljoen euro, de verrekening van die verliezen in een bepaald boekjaar slechts plaatsvindt tot een bedrag van 1 miljoen euro plus 50% van de belastbare winst van dat jaar nadat die winst is verminderd met het bedrag van 1 miljoen euro. Dit geldt alleen voor de vennootschapsbelasting. Voor verliezen geleden door een IB-ondernemer verandert er niets en blijft de huidige regeling van toepassing. Verder geldt dat deze beperkingen in de vennootschapsbelasting ook van toepassing zullen zijn op de achterwaartse verliesverrekening in de vennootschapsbelasting. 

Dit betekent dat in een boekjaar waarin een BV of ander Vpb-plichtig lichaam winst behaalt, verliezen uit andere jaren maximaal tot 1 miljoen euro onbeperkt kunnen worden verrekend. Van de aanwezige belastbare winst in dat jaar boven de 1 miljoen euro kan vervolgens slechts 50% worden verrekend met verliezen uit andere jaren.

Voorbeeld

Een belastingplichtige behaalt de volgende resultaten:

  • Jaar 1: winst 1 miljoen
  • Jaar 2: verlies 4 miljoen
  • Jaar 3: winst 4 miljoen

De verliesverrekening werkt als volgt uit. Eerst is 1 miljoen verlies van jaar 2 achterwaarts verrekenbaar met jaar 1. Bepaald is namelijk dat in een winstjaar in ieder geval 1 miljoen aan belastbare winst mag worden verrekend. Vervolgens is 2,5 miljoen euro verlies van jaar 2 verrekenbaar met de winst van jaar 3: namelijk een bedrag van 1 miljoen plus 50 procent van de resterende winst boven die 1 miljoen, is dus 50% van 3 miljoen. Er moet dus in jaar 3 over 1,5 miljoen euro vennootschapsbelasting worden betaald. Er resteert dan een verrekenbaar verlies van 0,5 miljoen euro van jaar 2 (in plaats van volledige verrekening in jaar 3 zoals het volgens de huidige regels nog uit zou werken).

Achtergrond

Doel van de voorgestelde maatregel is te voorkomen dat bedrijven met winstgevende activiteiten jaren achtereen geen vennootschapsbelasting betalen door een groot bedrag aan verrekenbare verliezen uit het verleden. Met deze regeling beoogt het kabinet een ondergrens in de vennootschapsbelasting voor bedrijven met winstgevende activiteiten te bewerkstelligen. 

Geen verliesverdamping meer

Het voorstel bevat ook een verruiming: de voorwaartse verliesverrekening wordt onbeperkt in de tijd. Nu geldt nog dat verliezen na zes jaar verdampen. Op 1 januari 2022 bestaande nog te verrekenen verliezen, worden hiermee onbeperkt in de tijd verrekenbaar, maar vallen vanaf dan uiteraard wel onder de hierboven beschreven beperkingen. Verliezen geleden vanaf 2013 worden hiermee feitelijk onbeperkt verrekenbaar in de tijd  (voor bedrijven met een boekjaar dat gelijk is aan een kalenderjaar of volledige gebroken boekjaren). Vanaf 1 januari 2022 gelden wel de hierboven genoemde beperkingen (maximaal 1 miljoen euro plus 50% van het meerdere aan belastbare winst in een jaar). 

Overgangsrecht

Op basis van overgangsrecht bestaat er een tweetal bijzondere bepalingen: 

  1. Verliezen uit jaren die aanvangen vóór 1 januari 2013 blijven maximaal negen jaar verrekenbaar (de tot dat moment geldende verliesverrekeningstermijn van negen jaar blijft gehandhaafd). 
  2. Indien een belastingplichtige zowel verrekenbare houdster- of financieringsverliezen van vóór 2019 als andere verliezen heeft, dan geldt voor elk van deze soort verliezen afzonderlijk dat zij tot een bedrag van 1 miljoen euro volledig en boven dit bedrag slechts tot een bedrag van 50% van de resterende belastbare houdster- of financieringswinst, onderscheidenlijk de andere winst, worden verrekend. 

Impact op de jaarrekening

Als de voorgestelde nieuwe regels worden ingevoerd, dan dienen deze in 2020 in aanmerking te worden genomen bij de analyse of er al dan niet een actieve latente belastingvordering gevormd kan worden voor de ultimo 2021 bestaande verliezen. Dit  kan mogelijkerwijs impact hebben op de effectieve belastingdruk.

Zie hiervoor ook ‘Tax accounting impact voorgestelde maatregel verliesverrekeningsregeling’, waarin meer in detail wordt ingegaan op de impact van de nieuwe regeling op de jaarrekening.

Wat betekent dit voor u?

De beperking van de verliesverrekening in de vennootschapsbelasting heeft voor u concreet de volgende gevolgen:

  1. Belastbare winst tot 1 miljoen euro in een jaar kan met ingang van 1 januari 2022 nog volledig worden verrekend met beschikbare verrekenbare verliezen.
  2. Voor zover uw bedrijf in een jaar meer dan 1 miljoen belastbare winst heeft gemaakt, is van dat meerdere vanaf 1 januari 2022 nog slechts maximaal 50% verrekenbaar met beschikbare verrekenbare verliezen. 
  3. In de meeste gevallen worden verliezen geleden in boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2013 onbeperkt in de tijd verrekenbaar, waarbij vanaf 1 januari 2022 wel de hierboven genoemde beperkingen gelden (maximaal 1 miljoen euro resp. 50% van het meerdere aan belastbare winst in een jaar). Dit kan anders zijn wanneer sprake is van een of meerdere “korte” boekjaren in deze periode.

  4. Een separate regeling geldt voor nog aanwezige houdster- en financieringsverliezen (van vóór 2019). Deze moeten daarom ook na invoering van de maatregel nog separaat worden geadministreerd.

  5. Deze wijzigingen kunnen van invloed zijn op de omvang van een actieve belastinglatentie in de jaarrekening in verband met de verrekenbare verliezen. Bespreek dit met uw tax accountant. Voor meer informatie verwijzen wij naar ons BelastingnieuwsActueel bericht  'Tax accounting impact voorgestelde maatregel verliesverrekeningsregeling'.

Contact

Knowledge Centre

Rotterdam, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)88 792 43 51

Volg ons