02/07/20
Eigenlijk houdt ze er helemaal niet van om in de schijnwerpers te staan, dus de aandacht die ze krijgt vanwege haar plek in de ‘30-onder-30-lijst’ van Elsevier Weekblad vindt Inge Gerrits (27) maar ‘onwennig’. ‘Mijn ouders zijn heel nuchter en van huis uit heb ik meegekregen dat je moet kiezen wat je leuk vindt, maar dat je wel altijd je best moet doen.’
Die houding leverde Inge Gerrits, accountant bij PwC, in elk geval een plek op tussen 29 andere jonge Nederlandse talenten. Dit jaar bevat de lijst met 'smaakmakers van de komende decennia' onder meer sporters als Tess Wester (handbal) en Mohamed Ihattaran (voetballer bij PSV), maar ook een jonge laborante bij het RIVM, een jongerenvertegenwoordiger bij de VN en een kroonlid van de SER.
‘Ja en nee, eigenlijk. Als je kijkt naar de negatieve rapporten die er de laatste jaren over ons vak zijn geschreven en de bijkomende negatieve media-aandacht, heeft het me verrast. Maar als je zorgvuldiger kijkt naar wat een accountant tegenwoordig doet, is het een beroep met een steeds groter wordende maatschappelijk relevantie. Het gaat allang veel verder dan het zetten van vinkjes achter cijfers.’
Gerrits weet dat dit beeld bij de meeste mensen niet bestaat. ‘Mijn zus is juf. Als we dan op een feestje naast elkaar staan en iemand vraagt wat we doen, zeg ik dus dat ik accountant bij PwC ben. Dus jij bent van de cijfertjes, is dan steevast de reactie. Als mijn zus vervolgens vertelt dat ze juf is, komen meteen de verhalen over de eigen kinderen. Mensen hebben nu eenmaal meer een gevoel bij beroepen die dichter bij ze staan. Van ons vak weten de meeste mensen heel weinig. Zonde, want het is zo leuk!’’
‘Het werk van een accountant is heel gevarieerd. Ik kom bij veel bedrijven binnen en vind het leuk om te kijken wat hun businessmodel is, hoe ze waarde toevoegen aan de maatschappij en hoe wij daarbij dan kunnen helpen. Ik werk met veel verschillende teams, veelal bestaande uit jonge mensen. Als accountant moet je tegenwoordig nog wel meer van de mensen zijn dan van de cijfers.’
Naar aanleiding van het kritische rapport van de Monitoring Commissie Accountancy heb je begin dit jaar een brief naar de Commissie Toekomst Accountancysector gestuurd en is er een opiniestuk van jou in het Financieele Dagblad geplaatst. Is dat de manier?
‘Die brief hebben we geschreven vanuit het jongerenbestuur van de accountancypraktijk van PwC, waarvan ik tot voor kort secretaris was. De laatste jaren is er heel kritisch over de accountancysector geschreven. Daarna hebben we ontzettend veel verbeteringen laten zien. We hebben het controleproces nu veel beter in de hand, waardoor de kwaliteit veel hoger is. Je mag dan nog vinden dat nog niet alles goed gaat, maar in het MCA-rapport werd duidelijk gezegd dat accountants “niet intrinsiek gemotiveerd zijn om hun werk goed te doen”. Ik vond het heel erg om dat te lezen. Normaal klim ik niet snel in de pen, maar wij vonden het tijd om een tegengeluid te laten horen. Je moet mensen wel eerlijk behandelen. Zeker als je weet dat de sector hard werkt aan kwaliteitsverbeteringen en resultaten laat zien. Ik heb veel reacties van accountants binnen en buiten PwC gekregen, het gevoel dat wij overhielden aan het rapport werd breed gedragen in de sector.’
‘Daar denk ik eigenlijk niet zo over na. Ik ben geen planner. Ik wil vooral doen wat ik leuk vind en waarvan ik energie krijg. Als je dan een stip op de horizon zet, zit je vast aan een verwachting die jezelf hebt opgelegd. Dat wil ik voorkomen.’
Opinie Inge Gerrits naar aanleiding van rapport Monitoring Commissie Accountancy (MCA).
Bij veel ondernemingen is, als gevolg van de fors gewijzigde regelgeving, niet altijd meer duidelijk waaraan moet worden voldaan. De invoering van...