29/10/21
Het nieuwe kabinet gaat werken aan een sterk en duurzaam Nederland na de coronacrisis. Wat verwacht 'Den Haag' van de bankensector? En andersom: wat verwachten banken van de politiek? Die vragen zorgden voor een scherpe discussie in de Financiële Poort*, een bijeenkomst van de Nederlandse Vereniging van Banken op 13 oktober jl. Eugénie Krijnsen, Industry Leader Financial Sector bij PwC stelde dat Nederlandse banken tijdens corona lieten zien dat ze bijdragen aan oplossingen. ‘Maar het bankenlandschap is diverser dan ooit. Die nieuwe realiteit vraagt om een nieuwe (Europese) blauwdruk. Voor gezonde spelers en gezonde concurrentie in de bancaire sector.’
* Dit artikel is ook gepubliceerd op de website van de Nederlandse Vereniging van Banken
‘BigTech en FinTech zijn in korte tijd succesvol geworden’, stelt Krijnsen. ‘Ze spelen goed in op de steeds digitalere klant en maken daarbij dankbaar gebruik van de ‘DNA-loop’ (data, netwerk en activiteiten): data die de klanten achterlaten op hun platformen, maken de platformen steeds aantrekkelijker, zorgen voor meer activiteiten, waardoor er weer meer data beschikbaar komen, enzovoort. Digitale markten hebben daardoor een 'winner-takes-all'- of een 'winner-takes-most'-dynamiek. Sommige onlineplatformen zijn zo machtig dat ze feitelijk de voorwaarden voor markttoegang bepalen. Poortwachters zijn voor consumenten en andere marktpartijen. Het succes van BigTech en FinTech ligt ook in het speelveld dat niet helemaal gelijk is; ze richten zich vooral op de 'smakelijkere hapjes' van banking. Op de beter renderende en minder gereguleerde activiteiten.'
‘Of het bankenlandschap met al die nieuwe toetreders pluriformer is geworden is, is zeer de vraag’, vervolgt Krijnsen. ‘Ik durf te stellen dat het systeemrisico niet kleiner is geworden, integendeel zelfs. BigTech zitten er ‘big’ in. Niet alleen in onze financiën, maar ook – via social media en apps - in ons communiceren, entertainment, winkelen, reizen, smart homes (domotica), gezondheid. Ze zijn vaak ook cloudprovider voor banken. Onder PSD2 worden banken geacht de data te delen met andere partijen, zoals BigTech en FinTech. Omgekeerd is er geen regelgeving die die partijen verplicht data te delen met banken. Ook is er nog te weinig regelgeving om consumenten te beschermen tegen uitwassen als ongewenste beïnvloeding. Lessen uit het verleden vertellen ons dat goed toezicht op de financiële sector nodig is. Maar wie houdt toezicht op BigTech?’
Alle geleerde lessen uit het verleden – ook als het gaat om banken en hoe ze robuuster uit de financiële crisis kwamen - zijn volgens Krijnsen genoeg om de noodzaak te onderstrepen van een nieuwe (Europese) blauwdruk voor gezonde spelers en gezonde concurrentie in de bancaire sector. ‘Uiteindelijk willen we met z’n allen dat banken, BigTech en FinTech bijdragen aan een lange en gelukkige financiering van de economie, de betalingsinfrastructuur, de zorgplicht voor klanten en de digitale revolutie van klanten, het bestrijden van financiële criminaliteit en het bespoedigen van de ESG-transitie. Tijdens de financiële crisis waren banken onderdeel van het probleem. Nu zijn banken financieel gezonder. En geholpen door veel nieuwe wet- en regelgeving is er een groot beroep gedaan op banken om een voortrekkersrol te spelen bij de ESG-transitie. Dat betekent dat zij factoren op het gebied van milieu, maatschappij en goed bestuur nu integreren in hun strategie; van duurzame investerings- en kredietbeslissingen en risicobeheer tot en met de externe berichtgeving.’
'Er is geen regelgeving die BigTech en FinTech verplicht data te delen met banken. Ook is er nog te weinig regelgeving om consumenten te beschermen tegen uitwassen als ongewenste beïnvloeding. Lessen uit het verleden vertellen ons dat goed toezicht op de financiële sector nodig is. Maar wie houdt toezicht op BigTech?’
‘In de coronacrisis zag je dat banken meer onderdeel van de oplossing werden door bij te dragen aan de financiering van het herstel van de economie’, besluit Krijnsen. ‘Banken moeten nu voldoende rendabel zijn om gezond te blijven en die maatschappelijke taken ook te kunnen blijven verrichten. Die rentabiliteit wordt nu zwaar op de proef gesteld: lage rente, dreigende waardevermindering van activa, nieuwe concurrenten, veranderende klantverwachtingen, compliance aan wet- en regelgeving zoals ‘financial crime’. Nederland telt inmiddels meer dan achtduizend bankmedewerkers die belast zijn met deze poortwachtersrol - ruim het dubbele van het aantal wijkagenten. Banken moeten allereerst zelf werken aan hun winstgevendheid door blijvend te investeren in hun relevantie voor klanten. Goed toezicht op deze relevantiefactoren door toezichthouders, maatschappij en klanten blijft nodig. Naast die robuustheid is ook een gezond concurrentiespeelveld hard nodig, evenals een nieuwe dialoog over de zorgplicht van banken voor klanten over het gebruik van hun data, maar ook over de vraag of klanten altijd gebaat zijn bij een ‘seamless experience’ of een snelle betaling of lening, om maar te kunnen kopen? En wie ondersteunt klanten in een realiteit van lage rente en overliquiditeit? En in verstandige besluiten over beleggingen in cryptovaluta, een ‘asset class’ waarvan de ‘market cap’ rond de tweeduizend miljard dollar ligt? Ligt ‘mis-buying’ van financiële producten niet op de loer? Sprookjes bestaan niet, maar er zijn absoluut lessen te trekken voor een nieuwe (Europese) blauwdruk voor gezonde spelers en gezonde concurrentie in de bancaire sector. Een nieuwe blauwdruk, voor een nieuwe realiteit.’
Eugénie Krijnsen
Industry Leader Financial Sector, PwC Netherlands
Tel: +31 (0)88 792 36 98