12/11/18
Om in 2050 volledig circulair te zijn moet de bouwsector op een radicaal andere manier gaan werken. ‘Het vereist een mentaliteitsverandering. In de eerste plaats bij de bestuurders van bouwbedrijven’, zegt Jan-Willem van den Beukel, bij PwC adviseur op het gebied van circulaire economie.
‘Nu stelt men zich eigenlijk maar twee vragen bij het beoordelen van een project’, vervolgt Van den Beukel. ‘Voldoen we aan de technische specificaties? En is het bestek concurrerend? Daar komt nu circulair als criterium bij. Dan moet je als bouwbedrijf heel anders gaan ontwerpen, tekenen, offreren en aannemen. Dat betekent een grote culturele omslag. Daar is sterk leiderschap voor nodig.’ Zijn collega Bas Weber vult aan: ‘Circulair bouwen kun je niet alleen. Bouwbedrijven moeten intensief gaan samenwerken, met leveranciers, met afnemers en met opdrachtgevers. De hele keten moet verduurzamen. Anders werkt het niet.’
Op basis van het Rijksprogramma Circulaire Economie moet de Nederlandse economie in 2050 volledig circulair zijn. Dat geldt dus ook voor de bouwsector. Uit de PwC Bouw Performance-meting 2018 blijkt dat de top van de Nederlandse bouwondernemingen op dat gebied nog voor grote uitdagingen staat.
‘Om circulair te worden is een radicaal andere manier van werken in de bouw nodig’, zegt Weber, verantwoordelijk voor de samenstelling van het rapport. ‘Het dominante economische model in de bouw is nu lineair: take-make-use-waste. Dat model gaat gepaard met een inefficiënt en verkwistend gebruik van grondstoffen en materialen.’
Van den Beukel: ‘De fundamentele gedachte van een circulaire economie is dat je het milieu in stand houdt en niet uitput of vernietigt zoals we dat sedert het begin van de industriële revolutie hebben gedaan, zonder rekening te houden met de gevolgen voor onze kinderen en kleinkinderen. Als je bedenkt dat wat we hier op aarde hebben, eindig is, dat het op kan, dan is het toch vanzelfsprekend dat je daarmee rekening houdt. De circulaire manier van werken, biedt daarvoor een geschikt perspectief. Het is een visie waarbij je eigenlijk zegt: afval kennen we niet, afval is een ontwerpfout. Het is eerder een grondstof, iets waar je wat mee kan. Dat betekent voor de bouw dat je bijvoorbeeld gebruikmaakt van bestaande materialen en deze een tweede leven geeft. Bij circulair bouwen is winst niet langer het enige criterium. De zorg voor het milieu en het besef dat volgende generaties ook toegang moeten houden tot materiële welvaart komt daar nu bij.’
Bas Weber: ‘De komende jaren zullen duurzaamheidscriteria leidend worden bij de aanbestedingen van de Rijksoverheid en private partijen. Als een bouwbedrijf niet kan voldoen aan de nieuwe eisen, raakt het belangrijke opdrachtgevers kwijt. Dan valt de keuze op een concurrent die wel circulair kan ontwerpen en bouwen. Dat betekent dat bouwbedrijven er vanuit zakelijk oogpunt verstandig aan doen om de omslag naar duurzaam en circulair bouwen te maken. Voor bedrijven die meegaan in deze ontwikkeling zijn er aanzienlijke economische kansen.’
Van den Beukel: ‘De digitale innovaties van de laatste jaren bieden zeer interessante mogelijkheden voor de sector. Neem sensortechnologie. We kunnen de bouw ‘slim’ maken met behulp van sensoren en chips. Als je materialen en producten een identiteit geeft, hoeft er niets meer verloren te gaan. Je kunt het registreren en later als je het nodig hebt weer terugvinden en hergebruiken.’
‘In de gebruiksfase weten beheerder en taxateur exact wat de conditie is van alle componenten en kunnen facilitaire dienstverleners er hun programma op afstemmen. Je gooit niks meer weg en vindt eenvoudig een toepassing voor hergebruik. We kunnen zo ook transparantie creëren in wat er is, denk aan digitale platforms, een soort digitale marktplaatsen voor de bouw. Zo wordt het ook eenvoudiger om secundair bouwmateriaal te vinden en te hergebruiken.
Een ander voorbeeld is 3D-printing. Die techniek is veel materiaal-efficiënter dan andere productietechnieken. Je kunt exact maken wat je nodig hebt. Daarbij gaat veel minder materiaal verloren. Zo zitten er in de digitale technologie allerlei vindingen die circulair werken kunnen ondersteunen.’
Weber: ‘Als bedrijven omarmen dat dit de toekomst is en dat dit het nieuwe "normaal" is, is het cruciaal dat zij hun visie en bedrijfsstrategie aanpassen. Bouwbedrijven moeten zichzelf in zekere zin opnieuw uitvinden. Circulair bouwen werkt door tot in de haarvaten van een onderneming. Het heeft gevolgen voor onder meer de systemen, de processen, de scholing van medewerkers en voor de incentives die medewerkers krijgen. Het heeft gevolgen voor het complete operationele model.’
Van den Beukel: ‘In de samenleving groeit het besef dat een radicaal andere manier van werken en leven nodig is. Maar in de leidende posities in de bouwsector moet nog veel gebeuren. Daar maak ik me soms wel zorgen om. Het is belangrijk dat bouwbedrijven dit nu snel, fundamenteel en systematisch aanpakken, zodat zij straks circulaire productie kunnen realiseren. Anders missen zij de boot. De tijd van de mediagenieke pilots is nu echt voorbij.’