17/09/22
Vanaf 1 oktober 2022 moeten bedrijven starten met het aflossen van uitgestelde belastingen, maar voor veel ondernemingen biedt de terugbetalingsregeling onvoldoende lucht. PwC’s herstructureringsspecialisten schetsen verschillende oplossingsrichtingen om de nieuwe schuldenerfenis het hoofd te bieden en een faillissement te voorkomen.
Tijdens de coronacrisis hadden veel bedrijven in uiteenlopende branches en sectoren een grote terugval in de vraag naar producten en/of diensten. Om deze ondernemingen te helpen, kwam er steun vanuit de overheid: de NOW-regeling gaf een tegemoetkoming in de loonsom en door het bijzonder uitstel van belasting konden ondernemingen de betaling van verschillende belastingen eenvoudig uitstellen.
Van deze maatregelen is dankbaar en op grote schaal gebruikgemaakt, blijkt uit cijfers van het UWV en de Rijksoverheid. Er is inmiddels meer dan twintig miljard euro aan NOW-steun uitgekeerd. Daarnaast hebben in totaal meer dan vierhonderdduizend ondernemingen voor een bedrag van 47 miljard euro aan belastingbetalingen uitgesteld. Hoewel een groot deel hiervan al terugbetaald is, moeten naar schatting 280.000 bedrijven in totaal nog zo’n twintig miljard euro aan uitgestelde belastingen terugbetalen. Daarnaast zijn er steeds meer ondernemingen die (een deel van) de NOW-steun moeten terugbetalen, omdat zij – zo blijkt achteraf – te veel hebben ontvangen of toch niet aan alle voorwaarden hebben voldaan. Voor veel ondernemingen komt zo’n schuld aan het UWV als een verrassing.
Vanaf 1 oktober 2022 moeten bedrijven starten met het aflossen van uitgestelde belastingen. Een groot deel van de ondernemingen zal waarschijnlijk voldoende hersteld zijn om deze extra aflossingen te dragen boven op hun bestaande financieringslasten. Maar er zijn ook bedrijven voor wie deze belastingschuld impact heeft op de levensvatbaarheid van de onderneming op de korte of middellange termijn. Voor veel van deze ondernemingen biedt de terugbetalingsregeling van vijf (en in sommige gevallen zeven) jaar – aangeboden door de Belastingdienst – niet voldoende lucht.
Om de nieuwe schuldenerfenis het hoofd te bieden en een faillissement te voorkomen, zijn er verschillende oplossingsrichtingen:
Dit blijkt in de praktijk vaak lastig omdat het mede afhankelijk is van externe factoren, veelal investeringen vergt en over het algemeen pas op de middellange tot lange termijn tot een verhoging van de verdiencapaciteit leidt. Kortom, tijd en geld die in een situatie waar de belastingschuld niet kan worden afgelost vaak niet voorhanden zijn.
Ook deze optie is niet voor iedere onderneming weggelegd. Zo moet er in eerste instantie nog wel aandeelhouderswaarde zijn om de kapitaalinjectie terug te verdienen. Daarnaast zijn (zeker nieuwe) investeerders vaak minder genegen geld in te brengen in een onderneming in zwaar weer. Helemaal als deze middelen (in)direct worden aangewend voor het verlagen van een grote schuldenberg in plaats van het verbeteren van de operatie van de onderneming. Voor bestaande aandeelhouders is het bovendien de vraag of hun zakken diep genoeg zijn om de onderneming te redden, zeker als zij tijdens de coronapandemie al extra in de onderneming hebben geïnvesteerd.
Voor veel bedrijven in moeilijkheden is dit de enige realistische oplossingsrichting, soms in combinatie met een kapitaalinjectie van (nieuwe) investeerders. In de praktijk betekent dit vaak een schuldreductie naar een niveau dat de kasstromen van de onderneming kunnen dragen. U kunt de schuldpositie van de onderneming aanpassen via een consensueel onderhands akkoord met de schuldeisers of via de rechter door middel van de Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA).
Het consensuele akkoord geniet uiteraard de voorkeur omdat deze sneller en goedkoper is dan de route via de rechter. In het consensuele akkoord hebt u echter de medewerking nodig van alle betrokken schuldeisers. Bij een akkoord op grond van de WHOA is dat niet het geval.
Om de kans op een consensueel akkoord te verhogen, maar tegelijkertijd snel door te kunnen schakelen naar een akkoord op grond van de WHOA – als niet alle betrokkenen willen meewerken – helpt PwC ondernemingen het consensuele akkoord op te stellen langs de lijnen van de WHOA. Om in korte tijd in te schatten of de WHOA-route voor de onderneming geschikt is en hoe een akkoord langs de lijnen van de WHOA er voor de onderneming uit zou kunnen zien, hebben wij de WHOA Quickscan ontwikkeld.
De positie van de Belastingdienst en het UWV als schuldeisers is bij veel bedrijven als gevolg van de coronapandemie belangrijker dan voorheen. De Belastingdienst en het UWV hebben immers bijgedragen aan de verliesfinanciering tijdens corona. Als u als onderneming af wilt wijken van de algemene terugbetalingsregeling voor de uitgestelde belastingen (in zestig gelijke delen over vijf jaar) komt u bij de Belastingdienst automatisch in het ‘maatwerkbakje’. Dit geldt ook voor het UWV en de terug te betalen NOW-steun.
Er zitten hierdoor – naast de gebruikelijke schuldeisers zoals banken – extra partijen aan de onderhandelingstafel als de onderneming tot een akkoord moet komen voor het aanpassen van de schuldpositie. Dit maakt een oplossing vaak moeilijker. Elke oplossing moet immers rekening houden met en recht doen aan de positie van elke betrokken partij.
Een aantal recente casussen laat zien dat de Belastingdienst zich constructief opstelt en actief meedenkt in het zoeken naar een oplossing. Een welkome houding in een lastige periode voor uw onderneming. Wij hebben recent een consensueel akkoord begeleid waarbij de verschillende schuldeisers, inclusief het UWV en de Belastingdienst – na een gedegen proces met een goede informatiebasis – meer dan tachtig procent van hun claim hebben kwijtgescholden om de onderneming weer levensvatbaar te maken en een toekomst te geven.
De positieve grondhouding van de Belastingdienst is mede gedreven door de politieke wil om oplossingen te zoeken voor de schuldenerfenis die de coronapandemie heeft achtergelaten. Dit blijkt ook uit de verdere versoepelingen rondom de aflossingen van de uitgestelde belastingen die recent bekend gemaakt zijn, zoals het oprekken van de terugbetalingstermijn naar zeven jaar, betaling per kwartaal, het mogen ‘missen’ van een aflossing en het nieuwe beleid van de Belastingdienst om zich soepeler op te stellen bij een akkoord als de schuldenproblematiek het gevolg is van de coronapandemie. Van 1 augustus 2022 tot 1 oktober 2023 neemt de Belastingdienst namelijk genoegen met een relatief lagere uitkering dan voorheen; tijdelijk namelijk eenzelfde percentage als de andere schuldeisers.
Ook merken wij dat het UWV zich beter organiseert om deel te nemen aan de gesprekken over een akkoord. Een goede ontwikkeling gelet op de significante NOW-steun die is uitgekeerd, waarvan een deel terugbetaald moet worden.
Om tot een oplossing te komen met alle stakeholders is een gedegen proces en een duidelijke informatiebasis nodig. De praktijk laat zien dat een goed informatieplatform onmisbaar is. Hieruit moet in ieder geval blijken dat – indien er geen akkoord tot stand komt – de onderneming op de korte- of middellange termijn failliet dreigt te gaan.
Ook moet duidelijk gemaakt worden wat, gelet op ieders rechten en positie, een reële afschrijving is voor de verschillende schuldeisers om tot een levensvatbare onderneming te komen. Het informatieplatform is de basis voor de gesprekken met de betrokken partijen en noodzakelijk om het benodigde vertrouwen in en draagvlak voor de oplossing te creëren.
Hebt u vragen of wilt u advies bij uw individuele casus? Neem dan contact op met ons team van herstructureringsspecialisten dat dagelijks ondernemingen ondersteunt en begeleidt bij het komen tot een consensueel of WHOA-akkoord met haar stakeholders, het opstellen van een informatieplatform en het managen van de belangrijkste stakeholders.