29/11/22
De stijgende energieprijzen in Nederland - onder meer door de afname van de aanvoer van gas uit Rusland - raken bedrijven in metalen, chemicaliën, gewas en veeteelt hard, mede omdat overige productiekosten fors meestijgen. Dit blijkt uit onderzoek van Strategy&, dat onderdeel is van PwC. Op basis van de stijging in energiekosten, berekende Strategy& hoeveel invloed dit mogelijk heeft op onder meer de winstmarge en de productiekosten van bedrijven.
Energie intensieve sectoren ondervinden de grootste impact van de stijgende energieprijzen, zie afbeelding 1. Fabrikanten van metalen (71 procent), chemicaliën (87 procent), gewas en veeteelt (81 procent) zien daardoor hun variabele productiekosten flink oplopen. Opvallend is dat Nederlandse fabrikanten van gewas en veeteelt de hoogste stijging van productiekosten hebben in de gehele Europese Unie (EU).
Afbeelding 1: vergelijking stijging Nederlandse productiekosten t.o.v EU-landen
Energie-expert Gulbahar Tezel van Strategy&: ‘De Nederlandse glastuinbouwsector is gewend gewas in kassen te produceren. Daarvoor gebruikt die sector veel gas, waardoor de stijging vermoedelijk zo hoog is. De glastuinbouwsector is, net als de andere gas-intensieve sectoren, erg gevoelig voor de stijgende gasprijzen. Binnen de rubber- en plastic industrie stijgen door de energiekosten niet alleen de prijzen van gas, olie en kolen, maar ook de prijzen van chemicaliën die gebruikt worden in het productieproces. Veel Nederlandse sectoren worden daardoor hard geraakt. De Nederlandse gasprijs is relatief hoog door verschillende factoren, zoals beperkingen in de internationale transportcapaciteit, een lager aandeel van langetermijncontracten en verschillen in de regulering. Daarnaast vormt gas in Nederland een relatief groot deel van de energiemix, waardoor Nederland harder wordt getroffen. Andere landen in Europa, zoals Frankrijk en Duitsland, worden relatief minder hard getroffen. Dit komt omdat ze meer gebruiken maken van andere energievormen, zoals bijvoorbeeld kernenergie.’
Als we naar de winstmarge kijken, valt het op dat bijna iedere industrie in Nederland een sterkere daling heeft ten opzichte van het EU-gemiddelde, zie afbeelding 2. Alleen industrieën in mineraal producten en producenten van rubber en plastic wedijveren nog met het gemiddelde van de EU. De winstmarge voor bedrijven in gewas en veeteelt daalt met wel twaalf procent-punt. Toch blijft de winstmarge voor bedrijven in deze sector gemiddeld gezien nog wel positief (zeven procent). Dat geldt niet voor bedrijven die actief zijn in de houtindustrie, metaal en chemicaliën. Door de hoge kosten is de winstmarge in deze industrieën inmiddels negatief.
Afbeelding 2: verandering in winstmarge van 2016 t/m 2022, exclusief kosten van vreemd en eigen vermogen
Menno Braakenburg is als energie-expert van Strategy& nauw betrokken bij het onderzoek. Braakenburg adviseert bedrijven alvast na te denken hoe ze slimmer met hun energieverbruik kunnen omgaan, zodat ze de kosten kunnen drukken. ‘Het is belangrijk allereerst te kijken naar de efficiëntie van energie-intensieve processen, want de productieprocessen zijn nu niet primair gefocust op het energieverbruik. Daarnaast is het goed te onderzoeken welke innovatieve contractsoorten bedrijven met energieproducenten kunnen afsluiten. Andere opties zijn het zelf opwekken van stroom via hernieuwbare energie en/of batterijen inkopen die ervoor kunnen zorgen dat eigen productie matcht met het vraagpatroon van de industrie.’
In de hele EU zullen energie intensieve industrieën zoals de metaalindustrie, de mineralen industrie en de chemische industrie variabele kostenstijgingen van 40 tot 50 procent zien. Omdat het voor EU-landen lastiger wordt aan gas te komen, zorgt het ervoor dat hun productie minder concurrerend wordt op de wereldmarkt, terwijl de invoer in de EU qua kosten concurrerend wordt. Tezel: ‘De huidige energiecrisis onderstreept het belang van een gediversifieerde energiemix voor Nederland en Europa. Meer capaciteit van duurzame energiebronnen is niet alleen goed voor onze klimaatdoelen, maar verlaagt ook onze afhankelijkheid van olie, gas en kolen.’
Gulbahar Tezel geeft aan dat het gehanteerde model zich baseert op een scenarioschets en dus niet een definitieve voorspelling is. ‘We hebben een in- en outputmodel gemaakt van negentien Europese landen en zestig subsectoren. Het model toont wat de gevolgen kunnen zijn als de energiekosten op dit hoge niveau blijven en de energiemix niet verandert. Op basis van het model kunnen we de impact van de stijgende energiekosten en de stijging van de daaropvolgende overige productiekosten in kaart brengen.’
Gülbahar Tezel
Partner Strategy&, Lead Denktank Energietransitie, PwC Netherlands
Tel: +31 (0)61 391 56 71
Energy - Utilities - Resources Industry Leader, PwC Netherlands
Tel: +31 (0)61 003 87 14