Het Nederlandse implementatievoorstel UBO-register is er, maar is teleurstellend

05/04/19

Op 4 april 2019 is het langverwachte wetsvoorstel ter implementatie van het UBO-register in Nederland ingediend bij de Tweede Kamer. Persoonlijke gegevens van uiteindelijk belanghebbenden (UBO) van in Nederland opgerichte entiteiten moeten worden geregistreerd in het openbare Handelsregister van de KvK. Het wetsvoorstel is vrijwel gelijk aan het eerdere conceptwetsvoorstel dat in 2017 in consultatie is gebracht. Teleurstellend is, dat er niets is gedaan met de kritiek dat er te grote inbreuk wordt gemaakt op de privacy. Nieuw is dat naast dit reguliere UBO-register op een later moment ook een UBO-register voor trusts en trustachtigen zal worden ingevoerd. Open fondsen voor gemene rekening moeten hun UBO's in dat register opnemen. Uitwerking hiervan komt in een apart wetsvoorstel.

De planning van de behandeling van het wetsvoorstel is nog onbekend. Op basis van de Vijfde antiwitwasrichtlijn moet het UBO-register uiterlijk 10 januari 2020 zijn ingevoerd. In het wetsvoorstel zelf staat geen inwerkingtredingsdatum genoemd. Entiteiten die al zijn ingeschreven bij het Handelsregister moeten uiterlijk 18 maanden na inwerkingtreding van het UBO-register hun UBO('s) opgeven.

Wat betekent het UBO-register voor u?

U kwalificeert als UBO als u een eigendoms- of zeggenschapsbelang heeft van meer dan 25 procent in een entiteit zoals een BV, stichting of CV. Eigendomsbelang en zeggenschap kunnen beiden leiden tot een bestempeling als UBO. Ook maakt het niet uit of u het belang direct of indirect (via andere entiteiten) houdt, er wordt doorgekeken totdat een privépersoon met meer dan 25 procent belang is gevonden. In de situatie dat er geen privé persoon is die boven die grens uitkomt, wordt een pseudo-UBO geregistreerd. Dat is iemand van het hoger leidinggevend personeel van de betreffende entiteit: een statutair bestuurder.

Bij kwalificatie als UBO worden zes van uw persoonsgegevens openbaar geregistreerd: naam, geboortemaand en -jaar, woonstaat, nationaliteit en aard en omvang van uw economische belang. Wat het laatste gegeven betreft, zal niet de exacte omvang van het belang openbaar inzichtelijk zijn, maar alleen een bandbreedte: van meer dan 25% tot 50%, van 50% tot 75% of van 75% tot en met 100%. Voor de eerste vijf gegevens is het mogelijk om een verzoek tot afscherming bij de KvK in te dienen als de UBO kan aantonen dat er sprake is van (1) blootstelling aan een onevenredig risico; (2) een risico op fraude, ontvoering, chantage, afpersing, pesterijen, geweld of intimidatie; (3) minderjarigheid of (4) andersoortige handelingsonbekwaamheid. Ondanks de afscherming zullen bevoegde autoriteiten, de Financiële inlichtingeneenheid (FIE), kredietinstellingen, financiële instellingen en notarissen echter altijd inzage hebben in de zes gegevens in het openbare deel van het register.

Daarnaast zijn enkele aanvullende gegevens (o.a. geboortedag, -plaats en -land; adres, eventueel een BSN of een TIN) alleen door de bevoegde autoriteiten en de FIE in te zien. Ook kunnen deze bevoegde autoriteiten en de FIE UBO-gegevens gerangschikt op natuurlijke personen raadplegen. Andere instellingen of personen kunnen niet op natuurlijke personen zoeken, maar uitsluitend op de naam van de juridische entiteit.

Tegen een besluit van de KvK omtrent de registratie van UBO-informatie, wijziging van en afscherming van die gegevens staat voor een belanghebbende bezwaar of beroep open.

De UBO-gegevens zullen tot maximaal tien jaar na uitschrijving van de in Nederland opgerichte entiteit uit het UBO-gedeelte van het handelsregister toegankelijk blijven.

Wijzigingen ten opzichte van het consultatievoorstel

In 2017 heeft een consultatie plaatsgevonden met een conceptwetsvoorstel voor de implementatie van het UBO-register. PwC heeft daar samen met 57 andere personen en instanties op gereageerd. Wij vinden het zeer teleurstellend dat niets is gedaan met de gerechtvaardigde kritiek dat er een te grote inbreuk wordt gemaakt op de privacy van personen.

De wetgever heeft aan een zeer beperkt aantal kritiekpunten gehoor gegeven, waaronder de oproep om een eenduidig UBO-begrip (voor cliëntidentificatieprocedures en voor de UBO-registratie). Daarnaast is in de toelichting verduidelijkt dat voor open fondsen voor gemene rekening ook een UBO-registratie zal gelden, al wordt dat in het UBO-register voor trusts en trustachtigen. Op basis van de EU-richtlijn hoeven de gegevens in dit register voor trusts en trustachtigen niet volledig openbaar te zijn, maar het is nog niet bekend hoe Nederland dat register gaat implementeren.

In de toelichting bij het wetsvoorstel zit nog een bijzonderheid, daar wordt aangegeven dat een uitkering door een stichting aan een privépersoon tot kwalificatie als UBO kan leiden. Als een uitkering meer bedraagt dan 25 procent van wat de stichting in enig jaar maximaal kan uitkeren, dan wordt de begunstigde van die uitkering als UBO gezien, met registratie in het UBO-register als gevolg. Het is voor ons de vraag of de tekst van het huidige wetsvoorstel (in samenhang met de UBO-definitie in het Uitvoeringsbesluit Wwft 2018) inderdaad zo kan worden uitgelegd.

Daarnaast wordt in het wetsvoorstel een expliciete registratieverplichting voor stichtingen voorgeschreven ter zake van uitkeringen van 25 procent of minder van het totaalbedrag dat zij in een jaar maximaal kunnen uitkeren. Daarvoor mag een intern en niet-openbaar register worden gebruikt. In principe is die explicitering nieuw maar de verplichting an sich niet, deze informatie zou voor stichtingen sowieso onderdeel van de administratie moeten zijn.

In de toelichting bij het implementatiewetsvoorstel wordt ten slotte bevestigd dat buitenlandse rechtspersonen met een onderneming in Nederland zich weliswaar moeten registreren in het Handelsregister, maar niet onder de UBO-registratieplicht vallen. Zij hoeven hun UBO in Nederland dus niet te registreren. In andere EU-lidstaten kunnen zij wel daartoe verplicht zijn.

Meer informatie over het UBO-register?

Neem contact op met uw PwC contactpersoon, met Jan Nieuwenhuizen (+31 (0)6 30 09 60 77), of met het Knowledge Centre: Pjotr Anthoni (+31 (0)6 10 91 73 45) en Mitra Tydeman (+31 (0)6 30 24 66 06).

Uiteraard volgen wij het verdere parlementaire proces ter zake van de implementatie van het UBO-register op de voet en brengen wij u op de hoogte van bijzondere ontwikkelingen.

Contact

Jan Nieuwenhuizen

Jan Nieuwenhuizen

Senior Manager, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)63 009 60 77

Volg ons