Dit zijn enkele belangrijke conclusies in het PwC-rapport 'Made in NL - The value of the Dutch high-tech manufacturing industry'. Voor het rapport hebben we onder meer gesproken met bestuurders van bedrijven in de sector en overheidsvertegenwoordigers. Verder hebben we de waarde van de Nederlandse hightech-maakindustrie geanalyseerd vanuit vier perspectieven: de externe waarde van deze industrie, de belangrijkste economische indicatoren, de rol binnen wereldwijde waardeketens en de economische relaties binnen Nederland.
Uiteindelijk kwam daar een positief beeld uit, aldus Velthuijsen. ‘Als je het puur economisch bekijkt, kun je denken dat de waarde van de hightech-maakindustrie bescheiden is. Ze zorgt immers maar voor zes procent van het bruto binnenlands product en voor minder dan vier procent van het totaal aantal banen in Nederland. Maar dat is een vertekend beeld. De industrie organiseert zich in ecosystemen waarin onderzoek, de particuliere sector en de overheid nauw samenwerken. Op die manier bevordert ze in hoge mate innovatie. De hightech-maakindustrie is verantwoordelijk voor een groot deel van de Nederlandse patenten en uitgaven op het gebied van onderzoek en ontwikkeling.’
Deze innovaties zijn van cruciaal belang voor het aanpakken van uitdagingen zoals klimaatverandering, voedselzekerheid en een vergrijzende bevolking, waarmee de Nederlandse industrie een steen bijdraagt aan mondiale vraagstukken. Bovendien vergroot de hightech-maakindustrie de veerkracht van een land of regio door de afhankelijkheid van buitenlandse productiemiddelen te verminderen.
De Nederlandse hightech-maakindustrie is een productiviteitskampioen. Vergeleken met andere industrieën en vergelijkbare sectoren in andere landen heeft ze een hogere toegevoegde waarde per werknemer. In deze eeuw is die zelfs verdubbeld van ruim 100.000 euro in 2000 naar meer dan 187.000 euro in 2022. Deze cijfers zijn hoger dan in Duitsland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, België en de Verenigde Staten.
De hightech-maakindustrie heeft echter ook negatieve effecten. De uitstoot van broeikasgassen is nog steeds hoog. Daarnaast verergert de concentratie van industriële clusters de krapte op de arbeidsmarkt en de concurrentie om infrastructuur en ruimte in Nederland. Bedrijven in de sector zullen meer moeten samenwerken met gemeenten en de omringende gemeenschap om tot een goede balans te komen.
In het verleden hebben overheid en bedrijfsleven altijd goed samengewerkt wat heeft geleid tot grote successen, zegt Velthuijsen. Hij ziet echter dat de liefde tussen beide partijen de laatste jaren is bekoeld. 'Bedrijven klagen over het beleidsapparaat. En terwijl sommige toonaangevende bedrijven Nederland al hebben verlaten, stellen verschillende andere openlijk de vraag of ze niet hetzelfde moeten doen. Aan de andere kant staat de overheid die voor dilemma's staat die keuzes met zich meebrengen die het vestigingsklimaat beïnvloeden. Het vertrouwen van het publiek in het bedrijfsleven daalt, omdat het is geconfronteerd met misstanden of in ieder het vermoeden heeft dat ondernemingen nonchalant omspringen met het publieke belangen. Dan betaalt het zich politiek niet uit om pal te staan voor de belangen van ondernemingen.'
Velthuijsen: ‘Bedrijven doen er goed aan transparanter te zijn over bijvoorbeeld hun succesverhalen én over de uitdagingen, anders ben ik bang dat de liefde vanuit onder meer de politiek nog meer bekoelt, en omslaat in onverschilligheid of zelfs vijandigheid. Ons rapport maakt duidelijk dat deze sector belangrijk is voor de Nederlandse maatschappij. Het zou dus slecht zijn als de hightech-maakindustrie geleidelijk uit Nederland verdwijnt omdat er steeds minder energie wordt gestoken in ons ondernemersklimaat. Het is een gevaarlijke misvatting dat een economie alleen op diensten kan draaien.’
The value of the Dutch high-tech manufacturing industry
De waarde van de Nederlandse hightech-maakindustrie
Partner Industrial Manufacturing & Automotive, PwC Netherlands
Tel: +31 (0)62 233 25 30