Veel Nederlanders hebben hun nabestaandenpensioen niet (goed) verzekerd en zijn zich daarvan niet bewust. Onder omstandigheden kan dit leiden een tot enorme inkomensterugval, met name bij het overlijden van de partner (of ouder) vóór de pensioendatum. Dit blijkt uit de onlangs verschenen Netspar Brief ‘Nabestaandenpensioen niet verzekerd’ van pensioenspecialisten Bastiaan Starink (PwC) en Michael Visser. Zij dragen aan het kabinet en sociale partners enige oplossingen aan om dit maatschappelijk probleemrisico te verkleinen.
De meest kwetsbare groepen betreffen mensen uit lagere en middeninkomensgroepen en zij die hun baan verliezen of tijdelijk buiten loondienst hebben gewerkt. Hun nabestaanden lopen het risico dat zij in het geheel geen recht hebben op een nabestaandenpensioen of in aanmerking komen voor een klein nabestaandenpensioen.
Er zijn meerdere oorzaken aan te wijzen. Allereerst betreft het de versoberingen van de overheidsvoorzieningen de laatste decennia. Weinig mensen hebben maar recht op een Algemene Nabestaandenwet (Anw) uitkering. Verder is het nabestaandenpensioen op heel verschillende manieren in de pensioenregelingen ingeregeld waardoor geen helder eenduidig beeld op dit vlak bestaat. Ook zijn er veel momenten waarop de persoonlijke situatie van mensen verandert, die gevolgen hebben voor het nabestaandenpensioen zonder dat zij zich daarvan bewust zijn. Hierbij valt te denken aan het wisselen van baan, tijdelijk zelfstandig werken, echtscheiding of ongeregistreerd samenwonen.
Starink en Visser doen de volgende suggesties voor oplossingen:
Welke keuze gemaakt moet worden voor de hoogte en duur van het nabestaandenpensioen bij overlijden vóór de pensioendatum (samen te zien als de ambitie) is volgens Starink en Visser afhankelijk van persoonlijke en maatschappelijke voorkeuren. Zij stellen dat globaal twee uitgangspunten mogelijk zijn. Aan de ene kant kan het compenseren van het verlies van inkomen door een duuruitkering (bijvoorbeeld levenslang) centraal staan. Aan de andere kant kan het nabestaandenrisico met een eenmalige uitkering of tijdelijke gewenningsuitkering worden opgevangen. Hierbij staat niet de compensatie van het verlies aan inkomen centraal, maar wordt de nabestaande in staat gesteld om zijn inkomen of uitgaven aan te passen aan de nieuwe situatie.