De Ombudsman Pensioenen publiceerde in april zijn jaarverslag over 2023. Hierin geeft hij aan dat hij in 2023 meer klachten heeft behandeld dan in de jaren ervoor. Wel geeft de Ombudsman Pensioenen aan dat hij tijdens bemiddelingen meer aandacht ervaart voor de menselijke maat in plaats van een strikte uitleg van het reglement. Verder doet de Ombudsman Pensioenen drie aanbevelingen:
Eind mei publiceerde De Autoriteit Financiële Markten (AFM) haar Sectorbeeld Pensioenen. Hierin schetst de AFM op basis van data van pensioenuitvoerders een beeld van het pensioenlandschap. Hierbij zijn onder andere de volgende aandachtspunten geïdentificeerd.
Naar verwachting zullen werkgevers bij de overgang naar Wtp vaak kiezen voor eerbiedigende werking. Hierdoor behouden deelnemers hun bestaande staffelvolgende premie in het nieuwe pensioenstelsel. Als deelnemers echter van baan veranderen verliezen zij de oplopende staffel. Dit kan nadelig uitpakken. De AFM wijst daarom op het belang van tijdige en duidelijke informatie over de mogelijke effecten van eerbiedigende werking, inclusief bij uitdiensttreding.
Een aanzienlijk aantal deelnemers in premieregelingen loopt het risico teleurgesteld te raken vanwege een beperkte pensioenopbouw die mogelijk niet aan hun verwachtingen voldoet (de zogeheten ‘grijze vlek’). Zoals degenen met een aftopping van het pensioengevend salaris en deelnemers die een steeds kleiner deel van hun fiscale ruimte voor pensioenopbouw benutten. In 2022 gold dit voor respectievelijk 679.000 en 463.000 deelnemers. De AFM roept de sector op om manieren te vinden om dit te voorkomen.
Het wetsvoorstel ‘Toezeggingen pensioenonderwerpen’ is in internetconsultatie gegaan. De internetconsultatie loopt van 1 juni tot en met 26 juli 2024.
In dit voorstel worden enkele wijzigingen doorgevoerd in de Pensioenwet, die verband houden met toezeggingen die zijn gedaan tijdens de behandeling van de Wtp. Deze wijzigingen omvatten:
Het wetsvoorstel bevat ook een aantal technische aanpassingen en verduidelijkingen.
Het Staffelbesluit pensioenen is per 28 juni 2024 gewijzigd. Voor werknemers van 18 of 19 jaar mag maximaal het premiepercentage gehanteerd worden zoals dat geldt voor werknemers in de leeftijdsklasse 20 tot en met 24 jaar. Het percentage mag echter niet hoger zijn dan het premiepercentage voor de leeftijdsklasse van 15 jaar tot 20 jaar, genoemd in de staffel die gaat gelden voor toepassing van eerbiedigende werking van leeftijdsafhankelijke premiestaffels.
Daarnaast worden premiestaffels uitgebreid voor werknemers die doorwerken nadat ze de leeftijd van 68 jaar hebben bereikt, tot ten hoogste het moment waarop de leeftijd wordt bereikt van vijf jaar na de AOW-leeftijd. Dit is nodig in verband met de aanwijzing van regelingen waardoor werknemers die doorwerken vanaf 68 jaar tot ten hoogste vijf jaar na de AOW-leeftijd, de opbouw van pensioen kunnen voortzetten.
Het Centraal Aanspreekpunt Pensioenen (CAP) van de Belastingdienst heeft V&A 24-004 gepubliceerd. Hierin wordt besproken of het pensioengevend loon verandert wanneer een werkgever extra verlofspaaruren toekent na een wijziging van de voorwaarden van de verlofspaarregeling. Wanneer de werkgever eenmalig extra verlofspaaruren toekent, kan dit invloed hebben op het pensioengevend loon. Het CAP geeft aan dat de toekenning van extra verlofspaaruren in ieder geval niet leidt tot een daling van het pensioengevende loon. Wel kan er sprake zijn van een stijging van het pensioengevende loon.
Daarnaast is V&A 23-002 aangepast. Per 1 januari 2024 is de wettelijke minimale leeftijd voor het opbouwen van pensioen verlaagd van 21 jaar naar 18 jaar. Hierdoor ontstond mede de vraag of bij toepassing van het oude fiscale pensioenkader (tot uiterlijk 1 januari 2028) in een beschikbare -premieregeling en bij het hanteren van een gelijkblijvende premie, nog steeds uit zou mogen worden gegaan van de premie voor de leeftijdsklasse 20- tot en met 24-jarigen. De gelijkblijvende premie moest namelijk uitgaan van het laagste geldende leeftijdscohort. Het CAP heeft deze vraag bevestigend beantwoord. Bij een gelijkblijvende premie in het oud fiscale pensioenkader mag nog steeds de premie voor de leeftijdsklasse 20- tot en met 24-jarigen worden gehanteerd, ondanks de verlaging van de wettelijke minimale leeftijd voor het opbouwen van pensioen naar 18 jaar. De reden hiervoor is dat voor 18- en 19-jarigen dezelfde premie gehanteerd mag worden als de premie voor de leeftijdsklasse 20- tot en met 24-jarigen (zoals ook toegelicht in het bericht hierboven naar aanleiding van het per 28 juni 2024 gewijzigde staffelbesluit pensioenen).
De invoering van de Wtp heeft geleid tot wijzigingen in zowel de fiscale als civiele regels voor pensioenregelingen. Dit betekent dat bestaande pensioenregelingen moeten worden aangepast. Het CAP benadrukt dat vanuit de Wet op de loonbelasting 1964 de mogelijkheid bestaat om een nieuwe of gewijzigde pensioenregeling fiscaal te laten beoordelen door de Belastingdienst vóórdat deze wordt geïmplementeerd. Als de pensioenregeling tijdig wordt voorgelegd, kan deze zonder fiscale gevolgen met terugwerkende kracht worden aangepast op basis van de beoordeling van de Belastingdienst.
Toenmalig minister Schouten voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, heeft in april de eerste halfjaarlijkse voortgangsrapportage monitoring Wet toekomst pensioenen aan de Tweede Kamer gestuurd. Deze monitoring volgt de ontwikkelingen in de pensioensector tijdens de transitie naar het nieuwe pensioenstelsel. Bij de voortgangsrapportage is ook het eerste advies van de regeringscommissaris transitie pensioenen bijgevoegd. In de voortgangsrapportage geeft de minister aan dat sociale partners en pensioenuitvoerders voortvarend aan de slag zijn met de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel. De minister benadrukt dat de sector zich moet blijven inzetten om de gestelde doelen te behalen. De regeringscommissaris geeft aan dat het belangrijk is dat de sector voortvarend aan de slag blijft, omdat de transitieperiode krap is. Verlenging van de uiterste transitietermijn is volgens het advies niet nodig. De toenmalig minister onderschrijft dit advies. Op advies van de commissaris kijkt de minister op korte termijn samen met sociale partners, pensioenfondsen, verzekeraars en de toezichthouders hoe best practices gedeeld kunnen worden wat bij moet dragen aan een optimale uitvoering.
De arbeidsvoorwaardelijke afspraken voor de nieuwe pensioenregeling worden momenteel afgerond. Naar verwachting zullen in 2025, 14 fondsen overstappen, gevolgd door 74 fondsen in 2026, 44 fondsen in 2027 en 5 fondsen in 2028. Ongeveer 25% van de pensioenfondsen heeft aangegeven niet over te stappen, bijvoorbeeld vanwege nadelige gevolgen of liquidatieplannen. Voor regelingen bij verzekeraars en premiepensioeninstellingen (PPI's) geldt een ander proces. De productontwikkeling bij de meeste verzekeraars (83%) en PPI's (75%) verloopt volgens planning.
Op 20 juni 2024 is op de site www.werkenaanonspensioen.nl de set met veelgestelde vragen en antwoorden rondom pensioenregelingen ondergebracht bij een verzekeraar of PPI aangevuld. Het gaat om elf nieuwe antwoorden. De vragen gaan onder andere over de voorwaarden waaronder een transitieplan moet worden opgesteld, de bijspaarregeling, eerbiedigende werking en pensioen bij overgang van onderneming.
In het tweede seizoen van de podcastserie Pensioen Inside ging Bastiaan Starink samen met co-host Ronald Doornbos in gesprek met werkgevers, pensioenuitvoerders, uitvoeringsorganisaties en wetenschappers. Zij delen hun visie op de Wtp transitie en hun geleerde lessen. Ook geven ze de luisteraar praktische tips. De gasten uit het tweede seizoen waren: Oak pensioen, Tilburg University, Athora Netherlands/Zwitserleven, het Nederlands Loodswezen BV, a.s.r., Nouryon en AZL.
Na de zomerperiode starten we alweer met seizoen 3. Volg de podcast en ontvang een melding zodra het nieuwe seizoen begint.