Rechtelijke uitspraken
- Pensioenrechten zijn niet absoluut
In 2019 maakten Italiaanse parlementsleden bezwaar tegen de verlaging van hun pensioenen. Het Hof van Justitie van de Europese Unie oordeelde op 19 september 2024 dat deze verlaging was toegestaan. De overweging van het Europees Hof is dat er in het Europese recht geen regel bestaat die stelt dat eenmaal verkregen rechten altijd onveranderd of onaangetast moeten blijven. Volgens het Europees Hof is pensioen een verworven recht, maar een verlaging van het pensioen levert niet altijd een schending van die rechten op. Als het pensioen op een andere manier wordt berekend en vervolgens wordt verlaagd, levert dit niet direct een schending van het eigendomsrecht op. Door middel van deze uitspraak bevestigt het Europees Hof dat een pensioenrecht niet absoluut is.
- Geen indexatie
De kantonrechter in Utrecht heeft op 9 oktober 2024 de eis van indexatie van deelnemers van De Eendragt verworpen. Al sinds 2011 zijn de pensioenen van De Eendragt niet geïndexeerd. De reden dat de pensioenen niet zijn geïndexeerd is omdat indexatie voorwaardelijk is en uitvoerder ASR hiervoor geen geld heeft. ASR heeft namelijk De Eendragt overgenomen vanwege financiële problemen bij De Eendragt. De motivering van de rechter is dat door de slechte financiële situatie destijds van De Eendragt, indexatie uitblijft.
- Geen premie wel recht
Het aantal zelfstandigen is de afgelopen jaren gestegen en hierdoor zijn er meer schijnzelfstandigen bij gekomen. Een schijnzelfstandige moet eigenlijk als werknemer worden beschouwd. De Belastingdienst gaat per 1 januari 2025 handhaven op schijnzelfstandigheid. Voor pensioenfondsen en werkgevers kunnen de schijnzelfstandigen grote financiële gevolgen veroorzaken. Zij kunnen beroep doen op het principe ‘geen premie, wel recht’. Dat betekent dat zij zonder premies te betalen aanspraak kunnen maken op pensioen.
De rechtbank Groningen heeft bepaald dat het principe 'geen premie, wel recht' van toepassing was op een oud-medewerker. Hoewel deze zaak niet om een schijnzelfstandige ging, illustreert het duidelijk dat de rechters meegaan met het betoog van 'geen premie, wel recht'. Op 19 november 2024 heeft de rechtbank in Groningen bepaald dat Pensioenfonds Oak pensioen moet uitkeren aan een oud-medewerker. De oud-medewerker kwam niet voor in de administratie van het fonds. Echter kan het fonds niet bewijzen dat de werkgever van de man was vrijgesteld van deelname aan het pensioenfonds. De rechter wees erop dat een collega van de man wel aanspraken bij het fonds had opgebouwd en dat het de taak van het pensioenfonds is om een deugdelijke administratie te voeren. De rechter heeft Pensioenfonds Oak opgedragen om de man pensioen uit te keren vanaf het jaar waarin hij met pensioen ging.
Ontwikkelingen Kabinet
- De Tweede Kamer heeft ingestemd met Wet herziening bedrag ineens
De Tweede Kamer heeft ingestemd met de Wet herziening bedrag ineens. Deze wet biedt de mogelijkheid om in één keer een deel van het opgebouwde pensioen op te nemen. Deelnemers hebben de keuze om dit op pensioendatum of in februari van het jaar na het bereiken van de AOW-leeftijd op te nemen. De Eerste Kamer moet de wet nog behandelen. Dit is ook de reden dat het kabinet de vermoedelijke ingangsdatum voor de opname van het bedrag ineens heeft verschoven naar 1 juli 2025.
- De AOW-leeftijd blijft in 2030 gelijk
Minister Van Hijum heeft op 8 november 2024 de Kamer geïnformeerd over de AOW-leeftijd. Een verhoging van de AOW-leeftijd moet door de regering altijd vijf jaar van tevoren worden aangekondigd. Van Hijum schrijft dat volgens berekeningen van het CBS de voorspelling van vorig jaar voor 2030 lager is met 0,04 jaar door hogere oversterfte. Het is wettelijk vastgelegd dat de AOW-leeftijd niet kan dalen, tenzij er sprake is van een trendbreuk. In dit geval is er geen sprake van een trendbreuk en daarom blijft de AOW-leeftijd in 2030 gelijk.
- Aanbiedingsbrief Ontwerpbesluit Transitietermijnen
Afgelopen zomer is het Ontwerpbesluit Transitietermijnen opengesteld voor internetconsultatie. Vervolgens is er advies gekomen en is het conceptbesluit hierop aangepast. Op 20 december 2024 heeft minister Van Hijum in het kader van de voorhangprocedure het ontwerpbesluit transitietermijnen naar de Tweede Kamer gestuurd. Dit ontwerpbesluit hoort bij het wetsvoorstel verlenging transitieperiode toekomst pensioenen. Het doel van het wetsvoorstel is dat de verschillende transitiedata die zijn opgenomen in de Wtp worden overgedragen naar een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB). De uiterste transitiedatum wordt via de AMvB verschoven naar 1 januari 2028.
Antwoorden op Kamervragen
- Spreidingsmethodes in de uitkeringsfases van nieuwe premieregelingen
Op 12 november 2024 heeft minister Van Hijum antwoord gegeven op de Kamervragen van NSC over de spreidingsmethodes in de uitkeringsfases van nieuwe premieregelingen. De minister verklaart dat het Besluit gelijke aanpassingen met spreiden bij een solidaire premieregeling tegemoet komt aan het verzoek van de pensioensector om gelijke aanpassingen met spreiding uitvoerbaar te maken binnen de solidaire premieregeling. Volgens de minister biedt dit besluit een uitvoeringskader dat aansluit bij de doelen van het amendement van het lid Palland. Het besluit verduidelijkt hoe deze doelen op een beheerste en integere manier in de praktijk kunnen worden gerealiseerd. De voorgestelde maatregelen verhogen de complexiteit van de uitvoering niet, aldus de minister.
- Hoorrecht
Op 14 november 2024 heeft minister Van Hijum antwoord gegeven op de Kamervragen van NSC over het hoorrecht. Volgens de minister heeft het onderzoek naar de tevredenheid over het hoorrecht onder gewezen deelnemers en gepensioneerden waardevolle algemene lessen opgeleverd. De resultaten zijn in lijn met eerdere onderzoeken en peilingen, en bieden inzicht in de toepassing van het hoorrecht binnen de pensioenfondsen. Tijdens het onderzoek zijn case studies uitgevoerd en de uitkomsten daarvan zijn verwerkt in het rapport. Het ministerie en het onderzoeksbureau hebben besloten de gespreksverslagen niet op te nemen om de vertrouwelijkheid van de participanten te waarborgen. De onderliggende verslagen worden om die reden niet met de Kamer gedeeld.
Netspar: pensioenplicht alle werkenden
In oktober 2024 is het paper "Pensioen voor alle werkenden" door Netspar gepubliceerd. Er wordt in het artikel onderzocht hoe een geschikte pensioenopbouw voor alle werkenden in Nederland kan worden gerealiseerd. Het artikel richt zich op zowel werknemers als zelfstandigen en bespreekt verschillende scenario's en voorwaarden voor een succesvolle implementatie van een pensioenplicht. In de tweede pijler bouwt tien tot 25 procent van de werkende beroepsbevolking in Nederland geen pensioen op. Dit is een significant probleem en er worden drie varianten besproken die goed passen binnen het Nederlandse stelsel, deze zijn:
- Een nationale regeling voor alle werkenden.
- Een verplicht pensioenfonds voor zelfstandigen.
- Een algemene pensioenplicht voor alle werkenden met vrije keuze van uitvoerder.
Uit de SWOT-analyse blijkt dat de beste optie een algemene pensioenplicht voor alle werkenden is. De bedoeling is dat alle werkenden ten minste een basisniveau van aanvullend pensioen opbouwen. Om de implementatie zo goed mogelijk te regelen moet er wel aan een aantal voorwaarden worden voldaan:
- De hoogte van de verplichte pensioenopbouw moet worden vastgesteld.
- Er moet op de pensioeninleg adequaat toezicht zijn.
- Goede begeleiding bij het maken van de juiste pensioenkeuzes is essentieel.
- Transparantie en toegankelijkheid van het aanbod zijn cruciaal bij oplossingen via de derde pijler.
Het paper concludeert dat een algemene pensioenplicht voor alle werkenden de meest haalbare en effectieve oplossing is om ervoor te zorgen dat iedere werkende een pensioen opbouwt dat aan de maatschappelijke norm voldoet. Dit biedt een realistische en praktische oplossing voor het probleem van zelfstandigen en werknemers zonder of met een te lage pensioenopbouw.
CAP: Eventtoets voor pensioenaanspraken die zijn opgebouwd vóór overgang naar WTP-regime
Op 18 november 2024 heeft de CAP het V&A 24-007 gepubliceerd over de eventtoets die blijft gelden voor pensioenaanspraken die zijn opgebouwd vóór de overgang naar het Wtp-regime. De eventtoets blijft van toepassing op deze aanspraken, tenzij ze worden omgezet naar het nieuwe Wtp-regime. De toets vervalt wanneer de aanspraken worden omgezet in een premieovereenkomst volgens de Pensioenwet of de Wet verplichte beroepspensioenregeling. De toetsing is bedoeld om te controleren of de pensioenuitkering niet boven een bepaald niveau uitkomt. De regels en voorwaarden die golden vóór de invoering van de Wtp blijven van kracht voor niet omgezette aanspraken.
AFM: Pensioenfondsen moeten deelnemers volledig informeren en aanbevelingen voor het RPO
Pensioenfondsen moeten bij de overgang naar de nieuwe pensioenregeling tijdig, duidelijk, correct en evenwichtig communiceren met deelnemers, dat benadrukt de AFM. De pensioenfondsen benoemen vaak alleen de voordelen en niet de risico's van hun besluiten. De AFM doet aanbevelingen om in elke informatie laag zowel positieve als negatieve gevolgen te vermelden, informatie begrijpelijk en vindbaar te maken, en deelnemers tijdig te informeren. Dit geldt voor alle communicatie tijdens en na de pensioentransitie.
Op 17 december 2024 heeft de AFM een aantal aanbevelingen gedaan voor het risicopreferentieonderzoek (RPO). Op basis van het uitgevoerde onderzoek komt de AFM met een aantal aanbevelingen en de belangrijkste zijn:
- Stel alleen relevante vragen over risico en rendement om de risicotolerantie van deelnemers beter te begrijpen.
- Houd de vragenlijst eenvoudig en werkbaar om de respons en betrouwbaarheid te verhogen.
- Documenteer het RPO zorgvuldig, inclusief aannames en ongebruikte resultaten, voor toekomstige vergelijkingen en analyses.
- Zorg voor transparantie in hoe antwoorden leiden tot de RPO-resultaten.