10/12/19
In de afgelopen weken zijn de pensioenkerncijfers voor 2020 gepubliceerd. De Belastingdienst heeft de voorlopige AOW-franchises en het maximum pensioengevend loon per 1 januari 2020 bekendgemaakt.
Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft tevens de voorlopige AOW-bedragen per 1 januari 2020 bekendgemaakt. Voor alle bedragen geldt het voorbehoud van de definitieve vaststelling in of op basis van wet- en regelgeving. Daarnaast heeft de Pensioenfederatie de waardeoverdrachtfactoren gepubliceerd voor 2020.
Het fiscaal maximum pensioengevend loon is voor 2020 voorlopig vastgesteld op € 110.111 (in 2019: € 107.593). Het maximaal pensioengevend loon is (het gedeelte van) het brutoloon waar, na aftrek van de AOW-franchise, fiscaal gefaciliteerd aanvullend pensioen over mag worden opgebouwd.
Omdat iedereen in Nederland recht heeft op een AOW-uitkering, wordt over een deel van het loon geen aanvullend pensioen opgebouwd. Dit wordt de AOW-franchise genoemd. De Belastingdienst heeft de voorlopige minimale AOW-franchises voor 2020 gepubliceerd voor middelloon- en eindloonregelingen:
Voor een middelloon- en eindloonregeling met een lager opbouwpercentage dan het fiscaal maximum, mag een lagere AOW-franchise worden gehanteerd. De fiscaal minimale franchise bij een middelloonregeling (maximum opbouwpercentage is 1,875%):
De fiscaal minimale franchise bij een eindloonregeling (maximum opbouwpercentage 1,675%):
Voor een overzicht van bovenstaande cijfers verwijzen wij naar de website van het Centraal Aanspreekpunt Pensioenen van de Belastingdienst.
SVB maakt halverwege december de definitieve AOW-bedragen per 1 januari 2020 bekend. De voorlopige AOW-bedragen per 1 januari 2020, genoemd als bruto jaarbedragen, zijn als volgt:
Voor de totstandkoming van deze bedragen verwijzen wij naar de website van het Ministerie van SZW.
De pensioenfederatie heeft in samenwerking met PGGM de factoren voor individuele waardeoverdrachten in 2020 vastgesteld. Op basis van deze tabellen kunnen waardeoverdrachten van deelnemers naar een pensioenfonds worden berekend. De gehanteerde grondslagen zijn gewijzigd ten opzichte van 2019: AG periodetafel GBM/V 2010-2015 (2019: GBM/V 2005-2010) en een rekenrente van 0,290% (2019: 1,577%).
De sterke daling van de rekenrente betekent dat de overdrachtswaarde voor pensioenen gebaseerd op een uitkeringsovereenkomst (middelloon-, eindloonregelingen) aanzienlijk hoger wordt.
Voor de tabellen verwijzen wij naar de website van de Pensioenfederatie.
Met onder meer: regeerakkoord 2021-2025, pensioenkerncijfers 2022, mogelijkheid tot eerdere indexatie en wetsvoorstel waardeoverdracht.
Met onder meer: wet pensioenverdeling bij scheiding, wijzigingen wet bedrag ineens en compensatie afschaffing progressieve premie via salaris.
In 2025 zal de AOW-leeftijd 67 jaar zijn op basis van de afspraken in het pensioenakkoord. Er komt geen stijging van de AOW-leeftijd tussen 2024 en 2025.