15/12/22
Als onderdeel van de Wet toekomst pensioenen verandert het nabestaandenpensioen ingrijpend. De beoogde hervormingen moeten een eenvoudig en generiek stelsel creëren dat transparant is en fouten in de uitvoering voorkomt. PwC voorziet echter ook risico’s bij de hervormingen. Door de wijzigingen kunnen zich situaties voordoen waarbij het nabestaandenpensioen geen adequate dekking biedt of waarin de dekking juist (veel) hoger uitvalt dan gewenst. Actie is dus vereist. In dit artikel zetten wij de belangrijkste aandachtspunten voor werkgevers op een rij.
Het nabestaandenpensioen gaat de komende jaren als onderdeel van de Wet toekomst pensioenen (Wtp) grondig op de schop. ‘Uit gesprekken met sociale partners over het nieuwe pensioenstelsel blijkt dat de (financiële) gevolgen van het nieuwe nabestaandenpensioen voor de werknemers veelal nog onbekend zijn’, zeggen PwC-experts Ronald Doornbos, Marijn Eland en Coen de Smalen. ‘Vorig jaar informeerden wij u in een actueelbericht al over de belangrijkste wijzigingen van het nabestaandenpensioen vanuit arbeidsvoorwaardelijk perspectief. Hieronder zetten we de belangrijkste aandachtspunten voor werkgevers op een rij.’
Het partnerpensioen bij overlijden na pensioendatum blijft op opbouwbasis, gefinancierd vanuit het opgebouwde vermogen. Dit verandert in feite dus niet.
De overgang naar een nieuw nabestaandenpensioen is veelal gunstig voor lage en middeninkomens, en werknemers met kortere te bereiken dienstverbanden. Zo mogen deelnemers hun ‘oude’ opbouw meenemen naar het nieuwe stelsel. Deze aanspraken komen bovenop eventuele nieuwe verzekeringen in het nieuwe pensioenstelsel.
Door alle wijzigingen zijn de kosten in het huidige en nieuwe stelsel niet een-op-een te vergelijken. ‘Op basis van eerste analyses kunnen we wel zeggen dat (vaak) bij een partnerpensioen van dertig procent van het salaris de kosten van het oude en het nieuwe stelsel ongeveer gelijk (zullen) zijn’, stelt Ronald Doornbos.
‘Het compenseren van de negatieve uitkeringseffecten als gevolg van het nieuwe pensioenstelsel staat bij veel sociale partners inmiddels op de agenda. Compensatie voor het eventueel lagere nabestaandenpensioen zal daarvan deel uitmaken.’
De groep die een lagere uitkering dan in het huidige stelsel zal ontvangen, wordt veelal groter naarmate het uitkeringspercentage lager ligt. ‘Het compenseren van de negatieve uitkeringseffecten als gevolg van het nieuwe pensioenstelsel staat bij veel sociale partners inmiddels op de agenda’, zegt Doornbos. ‘Compensatie voor het eventueel lagere nabestaandenpensioen zal daarvan deel uitmaken.’
Volgens Marijn Eland kun je bij de vormgeving en de invulling van de nieuwe pensioenregeling de effecten op het ouderdoms- en partnerpensioen het best als één geheel beschouwen. ‘Het blijft daarbij wel een lastige opgave de verschillende (financiële) situaties van de deelnemers goed te vergelijken’, stelt Eland. ‘Sommige deelnemers hebben bij verschillende werkgevers pensioenaanspraken opgebouwd; inzicht daarin verkrijgen blijft een lastige klus.’
Het compenseren voor een lager nabestaandenpensioen kan op verschillende wijzen. ‘Eén manier is het verhogen van het budget voor het nabestaandenpensioen, maar dit gaat wel ten koste van (de hoogte van) het ouderdomspensioen’, vertelt Coen de Smalen. ‘Een andere manier zou het aanbieden van een Anw-hiaatpensioen kunnen zijn. De uiteindelijke (meest optimale) invulling van de compensatie verschilt per werkgever, en zal in overleg moeten worden bepaald.’
De afgelopen maanden hebben verschillende Kamerleden tijdens de behandeling van de Wtp hun zorgen geuit over het feit dat nabestaanden mogelijk geen uitkering krijgen als hun partner voor pensioendatum overlijdt. Als iemand voor pensioendatum namelijk geen baan heeft, krijgen nabestaanden in het nieuwe pensioenstelsel in principe geen uitkering. In het nieuwe pensioenstelsel is het nabestaandenpensioen bij overlijden vóór pensioendatum namelijk op risicobasis. Overigens is het in bepaalde gevallen wel mogelijk om na uitdiensttreding (vrijwillig) het nabestaandenpensioen verder te verzekeren en/of voort te zetten.
Tijdens het wetgevingsoverleg van 5 december 2022 heeft minister Schouten laten weten toch te gaan onderzoeken wat de gevolgen zijn bij een pensioenfonds van restitutie van opgebouwd pensioenkapitaal aan nabestaanden, als iemand voor pensioendatum komt te overlijden. De minister heeft ook aangegeven dat de resultaten van dit onderzoek niet op korte termijn zullen volgen, en dat het wordt meegenomen bij een ander wetsvoorstel - ‘Keuzemogelijkheid bij nabestaandenpensioen’ - dat pas medio 2023 in consultatie gaat. Tenslotte heeft de minister aangegeven dat deze mogelijkheid alleen zal (kunnen) gelden voor toekomstige opbouw, en dat niet iedereen direct recht heeft op de pensioenpotten; er is immers geen premie voor betaald. Indien restitutie van opgebouwd pensioenkapitaal aan nabestaanden voor alle pensioenuitvoerders mogelijk wordt, leidt dit naar alle waarschijnlijkheid tot een hogere premie en daarmee tot hogere kosten voor u en/of uw werknemer(s).
De overgang naar een diensttijdonafhankelijk partnerpensioen als afgeleide van het salaris in plaats van de pensioengrondslag heeft (financiële) consequenties. Mede doordat het reeds opgebouwde partnerpensioen ook in het nieuwe stelsel behouden blijft. Er ontstaat een overdekking voor huidige deelnemers als er een riante nieuwe regeling komt naast de opgebouwde aanspraken die behouden blijven. Voor de huidige deelnemers zouden werkgevers kunnen volstaan met een wat minder riante regeling. Dat is echter minder gunstig voor nieuwe deelnemers, die geen of weinig opgebouwde aanspraken hebben. De uitdaging wordt iets te bedenken wat ook voldoende zekerheid biedt aan nieuwe deelnemers. Het is in ieder geval belangrijk duidelijk te communiceren over de eventuele gevolgen van het nieuwe nabestaandenpensioen.
In de basis is de eerste vraag voor de werkgever dus: welk partnerpensioen (percentage) willen wij de (nieuwe) werknemers aanbieden?
Een zo ruim mogelijke dekking van het partnerpensioen in het nieuwe stelsel (vijftig procent van het salaris) kan natuurlijk wenselijk zijn voor de deelnemers, maar is niet gratis. Daarom zal ook een antwoord moeten worden gezocht op vragen als:
Het wetsvoorstel kan impact hebben op de toekomstige financiële situatie van werknemers en hun partners en kinderen. Afhankelijk van het moment van overlijden en de diensttijdhistorie kan het nabestaandenpensioen een stuk hoger of lager uitvallen dan aanvankelijk gedacht. Als werkgever moet u geïnformeerd het gesprek aangaan met werknemers en hen wijzen op de acties die zij bij uitdiensttreding kunnen ondernemen om de nabestaandenpensioendekking voort te zetten. Daarnaast moet u keuzes maken over de gewenste hoogte van het nabestaandenpensioen in de nieuwe pensioenregeling. PwC kan u hierbij ondersteunen, en eventuele (financiële) gevolgen van de nieuwe percentages in kaart brengen.