Gevolgen van brexit voor mobiliteit werknemers in Nederland

04/02/20

Veranderingen als het gaat om immigratie, belasting en sociale zekerheid

Het Verenigd Koninkrijk heeft de EU met een 'deal' verlaten en tot 31 december 2020 is een transitieperiode van kracht. Tijdens deze periode blijven de regels omtrent het vrije verkeer tussen Nederland en de EU van kracht. Vanaf 1 januari 2021 gelden er echter nieuwe regels. Werkgevers moeten daarom nu actie ondernemen om ervoor te zorgen dat zij voorbereid zijn voor deze nieuwe regels.

Hieronder treft u meer informatie over wat er gaat veranderen en welke stappen u moet nemen als het gaat om immigratie, belasting en sociale zekerheid.

Wat betekent brexit voor ondernemingen in Nederland

Hoewel het Terugtrekkingsakkoord ervoor zorgt dat er op korte termijn vrijwel geen veranderingen zijn op het gebied van immigratie, belastingen en sociale zekerheid, is de verwachting dat de regels vanaf 1 januari 2021 wel veranderen. Daarnaast zullen Britten die in Nederland wonen of werken en EU-onderdanen die in het Verenigd Koninkrijk wonen of werken, actie moeten ondernemen om hun rechten te behouden na het einde van de transitieperiode.

Breng de gevolgen van de nieuwe regels in kaart

Wij adviseren werkgevers om goed op de hoogte te zijn van de nieuwe regels die voor hen en hun werknemers van toepassing zullen zijn. Dit kan bijvoorbeeld door het in kaart hebben van de verschillende werknemersgroepen – zoals 'expats' en 'locals', maar ook commuters en zakenreizigers – en na te gaan hoe iedere groep wordt geraakt door de veranderingen. Daarbij moeten werkgevers er ook voor zorgen dat zij de processen en de arbeidskrachten beschikbaar hebben om vragen van werknemers, aanvragen voor tewerkstellingsvergunningen en verblijfsvergunningen, en nieuwe administratieve verplichtingen te kunnen opvangen vanaf 1 januari 2021.

De transitieperiode

Ook al is het Verenigd Koninkrijk sinds 1 februari 2020 geen lid meer van de Europese Unie, de regels van het vrije verkeer van personen op basis van het Terugtrekkingsakkoord blijven van toepassing. Dit betekent dat de rechten van Britten om in de EU, EER en Zwitserland (hierna afgekort naar EU) te wonen en te werken niet veranderen tot 31 december 2020. De rechten die Britten hadden als EU-onderdanen blijven tot die datum gelden op het gebied van immigratie, belastingen en sociale zekerheid.

Nederlandse immigratieregels

Op basis van het Terugtrekkingsakkoord mogen Britten die in Nederland wonen vóór het einde van de transitieperiode, in Nederland blijven wonen en werken na het einde van de transitieperiode. De meest belangrijke voorwaarden zijn dat de betrokken persoon ingeschreven staat in de gemeente en voldoende inkomen heeft (bijvoorbeeld door arbeid in loondienst). De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) zal hen uitnodigen om een verblijfsvergunning aan te vragen en de deadline voor de aanvraag is 30 juni 2021. De uitnodigingen van de IND worden in groepen van vierduizend brieven verstuurd, waarbij de personen die het langst ingeschreven staan als eersten de uitnodiging ontvangen. Het zal niet mogelijk zijn om een verblijfsvergunning aan te vragen zonder de uitnodiging van de IND. De looptijd voor de aanvraag is drie maanden.

Britten die vijf jaar of langer in Nederland wonen, komen in aanmerking voor een verblijfsvergunning voor duurzaam verblijf. Britten die korter dan vijf jaar in Nederland wonen, kunnen een verblijfsvergunning aanvragen die vijf jaar geldig is. Zodra deze personen wel vijf jaar in Nederland wonen, kunnen zij eveneens een verblijfsvergunning voor duurzaam verblijf aanvragen. De uitnodigingen van de IND zullen aangeven welk type verblijfsvergunning kan worden aangevraagd.

In dit verband is het van belang dat de tijdelijke verblijfsvergunningen die door de IND zijn uitgereikt aan Britten in 2019, niet geldig zullen zijn. Dit is omdat deze zijn afgegeven op basis van de nationale ‘no-deal’-regeling van de Nederlandse regering en deze regeling nu is vervangen door het Terugtrekkingsakkoord en de procedure zoals die hierboven is omschreven.

Grensarbeiders

In het Terugtrekkingsakkoord wordt ook bevestigd dat Britten en EU-onderdanen die als ‘grensarbeiders’ kunnen worden aangemerkt, hun activiteiten mogen blijven verrichten na het einde van de transitieperiode. Dit heeft als doel de rechten te beschermen van Britten die bijvoorbeeld regelmatig in een EU-lidstaat werken, maar daar niet wonen. In Nederland is het echter nog niet bekend wat de exacte procedure of vereisten zullen zijn voor Britten die bijvoorbeeld forenzen tussen het Verenigd Koninkrijk en Nederland of tussen een EU-lidstaat waar zij wonen (bijvoorbeeld België of Duitsland) en Nederland.

De IND heeft bevestigd dat nadere details over de procedure en de vereisten voor ‘grensarbeiders’ in Nederland op een later tijdstip worden bekendgemaakt. De Britse regering heeft de procedure en de vereisten voor EU-onderdanen ook nog niet bekendgemaakt, waardoor het mogelijk is dat de regels voor deze groep zullen afhangen van nadere afspraken hierover tussen het Verenigd Koninkrijk en de EU.

Sociale zekerheid

Tijdens de transitieperiode zullen de Europese regels omtrent sociale zekerheid (EU Verordening 883/2004) van toepassing blijven voor werknemers die vanuit het Verenigd Koninkrijk in de EU werken en voor inwoners van de EU die in het Verenigd Koninkrijk werken. Hun rechten op het gebied van sociale zekerheid zullen tot 31 december 2020 niet wijzigen.

Tijdens de transitieperiode worden A1-verklaringen nog steeds afgegeven door de Nederlandse en Britse autoriteiten, ongeacht of de werkzaamheden voor of na de transitieperiode eindigen. Afhankelijk van verdere onderhandelingen op dit gebied is het echter mogelijk dat A1-verklaringen die zijn afgegeven met een einddatum na 31 december 2020, per 31 december 2020 worden ingetrokken.

Belasting

Vanaf de brexit-datum is het Verenigd Koninkrijk een derde land. Maar tijdens de transitieperiode zal het Verenigd Koninkrijk nog worden behandeld als een EU-lidstaat voor belastingdoeleinden. Dit betekent dat er voor werknemers geen verandering is op het gebied van belastingen tot het einde van 2020.

Na de transitieperiode

De hierboven genoemde rechten op basis van het Terugtrekkingsakkoord, die voor Britten in de EU en EU-onderdanen in het Verenigd Koninkrijk gelden, zijn vanaf 1 januari 2021 niet meer van toepassing, tenzij de transitieperiode verlengd wordt.

Nederlandse immigratieregels

Als gevolg zullen nieuwkomers zonder tewerkstellingsvergunning in Nederland niet mogen werken. De verwachting is dat Britten in het Schengengebied mogen verblijven voor een duur van maximaal negentig dagen in 180 dagen, zonder hiervoor een inreisvisum aan te vragen (dit zal het Verenigd Koninkrijk andersom ook moeten toelaten voor EU-onderdanen). Maar om langer in Nederland te verblijven, zullen Britten een verblijfsvergunning moeten aanvragen.

Aanvragen voor een tewerkstellingsvergunning en/of een verblijfsvergunning worden behandeld op basis van de bestaande immigratie wet- en regelgeving, zoals deze nu van toepassing is op derdelanders. In de praktijk zal dit veelal betekenen dat werkgevers de status van ‘erkend referent’ moeten aanvragen bij de IND en de betrokken werknemers een salaris van minimaal 4612 euro of 3381 euro bruto per maand betalen, afhangend van hun leeftijd (dit zijn de salarisnormen voor 2020).

Sociale zekerheid

Op het gebied van sociale zekerheid geldt de Europese regelgeving (EU Verordening 883/2004) vanaf 1 januari 2021 niet meer op de lijn met het Verenigd Koninkrijk. Het is de verwachting dat tijdens de transitieperiode wordt onderhandeld over nieuwe afspraken op het gebied van sociale zekerheid tussen het Verenigd Koninkrijk en Nederland. Deze moeten dan van kracht worden vanaf het einde van de transitieperiode. De verwachting is dat in de komende maanden meer informatie bekend zal worden gemaakt over de details van deze nieuwe afspraken.

Belasting 

Na afloop van de transitieperiode zal de belastingpositie van Britse medewerkers die onderworpen zijn aan Nederlandse belasting, mogelijk (deels) veranderen. Dit komt doordat bepaalde nationale belastingregelingen niet langer van toepassing zullen zijn voor Britten of inwoners van het Verenigd Koninkrijk vanaf 1 januari 2021 (dit ziet hoofdzakelijk op regelingen die gebaseerd zijn op het EU-recht). Vanuit een Nederlands perspectief zullen inwoners van het Verenigd Koninkrijk bijvoorbeeld vanaf 1 januari 2021 niet meer in aanmerking komen voor de aftrek van persoonlijke aftrekposten wanneer deze personen over negentig procent of meer van hun inkomen in Nederland aan belasting onderworpen zijn. Het in mindering brengen van persoonlijke aftrekposten op het Nederlands belastbaar inkomen in een dergelijke situatie is namelijk alleen mogelijk voor inwoners van de EU. Dit is (in het kort) wegens het feit dat deze belastingaftrek alleen wordt toegekend aan inwoners van de EU.

Vanuit een internationaal belastingperspectief blijft het bilaterale belastingverdrag tussen Nederland en het Verenigd Koninkrijk van toepassing na afloop van de transitieperiode, waardoor de allocatie van inkomen tussen beide landen na 1 januari 2021 ongewijzigd blijft.

Volg ons

Contact

Daniël Sternfeld

Daniël Sternfeld

Partner, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)61 089 28 89

Hide