Nieuwe regeling verzekeringsplicht werknemersverzekeringen voor DGA’s

De Regeling aanwijzing directeur-grootaandeelhouder 2016 is onlangs gepubliceerd. Deze regeling gaat in op de wijze waarop kan worden vastgesteld of verzekeringsplicht bestaat voor de werknemersverzekeringen voor een statutair bestuurder van een vennootschap. De situatie van een directeur-grootaandeelhouder (‘DGA’) neemt hierbij een bijzondere positie in, waar deze regeling nadere toetsingskaders voor geeft.

Wat betekent dit voor u?

Vanaf 1 januari 2016 zou de verzekeringsplicht van een DGA kunnen wijzigen als gevolg van deze nieuwe regeling. In deze regeling wordt ingegaan op de vraag of er sprake is van een gezagsverhouding tussen de DGA en de vennootschap en op grond van welke criteria dit kan worden vastgesteld. In de nieuwe regeling is rekening gehouden met de eventuele toepassing van de vanaf 1 oktober 2012 bestaande Wet vereenvoudiging en flexibilisering bv-recht (Wet Flex-BV).

Achtergrond

De verzekeringsplicht voor de werknemersverzekeringen (Ziektewet, Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, en Werkloosheidswet) van een bestuurder die tevens DGA is heeft in het verleden nogal eens tot discussies geleid met de belastingdienst en UWV. De Centrale Raad van Beroep en de Hoge Raad hebben in het verleden ook enkele malen uitspraken gedaan in procedures op dit gebied.

De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft in 1997 de huidige Regeling Aanwijzing directeur-grootaandeelhouder gepubliceerd voor de beoordeling van de verzekeringsplicht van de DGA. De invoering van de Wet Flex-BV en de ontwikkeling in de jurisprudentie zijn voor de minister aanleiding geweest tot aanpassing van de bestaande regeling.

Directeur-grootaandeelhouder

Uitgangspunt van de huidige regeling is dat als de DGA de feitelijke macht heeft in de algemene vergadering van aandeelhouders van de vennootschap, hij daaraan nietondergeschikt is en daarmee geen verzekeringsplicht. De ondergeschiktheid wordt in de huidige regeling bepaald aan de hand van de omvang van het aandelenbezit of het aantal stemmen dat uitgebracht kon worden in de algemene vergadering van aandeelhouders.

In de nieuwe regeling gaat het, net als in de huidige regeling, ook om het vaststellen van de feitelijke macht binnen de vennootschap op basis van de statutaire regelingen van de vennootschap. Voor de nieuwe regeling is meer expliciet gemaakt dat deze macht blijkt uit de regeling over het besluiten over ontslag van de statutair bestuurder. Indien de statutair bestuurder, afzonderlijk of met echtgenoot en/of familieleden, op grond van zijn statutaire positie de beslissende stem heeft in het besluit over zijn ontslag, is er geen sprake van ondergeschiktheid en geen verzekeringsplicht.

Bij nevengeschiktheid van bestuurders, hetgeen onder de nieuwe regeling (mede) wordt bepaald aan de hand van het aandeel in het kapitaal van de vennootschap, wordt ook geen ondergeschiktheid aangenomen. Doordat de DGA’s hiervoor tezamen dan wel alleaandelen dienen te bezitten zou dit tot een wijziging in de verzekeringsplicht per 1 januari 2016 kunnen leiden.

Wet Flex-BV

In deze regeling wordt ook stilgestaan bij de gevolgen van de ‘Wet Flex BV’ voor de verzekeringsplicht van bestuurders. Door de vrijheid tot inrichting van de besloten vennootschap, waaronder de wijze van benoeming en ontslag van bestuurders, ontstonden vragen over de verzekeringsplicht, die met deze nieuwe regeling (grotendeels) zouden moeten zijn opgelost.

Contact

Henk van Keersop

Henk van Keersop

Senior Manager, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)62 285 13 14

Volg ons