De coronacrisis heeft ervoor gezorgd dat ons normale leven abrupt stil stond. Van de ene op de andere dag waren duizenden Nederlanders aangewezen op hun ‘thuiskantoor’. Bij anderen stond vrijwel direct hun baan op de tocht. Bedrijven werden gedwongen om de bedrijfsstrategie onder de loep te nemen. ‘Wendbaarheid en flexibiliteit zijn de kernbegrippen van deze tijd. Als we niet openstaan voor veranderingen en nieuwe manieren van werken gaan er veel banen verloren’, zegt Bastiaan Starink, partner People & Organisation bij PwC. ‘Upskilling en reskilling van personeel wordt door de dynamiek waarin we ons nu bevinden belangrijker dan ooit.’
De coronacrisis heeft nog maar eens laten zien dat we in een tijd leven waarin aanpassingsvermogen de norm is. Het leren van nieuwe vaardigheden en deze ook daadwerkelijk toepassen is essentieel. De afgelopen jaren hebben we dit met name teruggezien in de digitalisering van werkprocessen. ‘De digitalisering heeft heel duidelijk laten zien hoe snel werkprocessen kunnen veranderen en dat er al snel sprake is van een achterstand als werknemers en bedrijven deze veranderingen niet adopteren en ermee leren omgaan, bijvoorbeeld door upskilling-programma's’, stelt Starink. Toch geeft hij aan dat er meer met een helikopterview naar het aanpassingsvermogen moet worden gekeken. ‘Er is heel veel geïnvesteerd in upskilling-programma's om medewerkers digital fit te maken, maar waar het in de kern echt om gaat, is dat je mensen stimuleert om wendbaar te zijn. Het is het aanleren van een nieuwe soort mindset zou je kunnen zeggen.’
‘Medewerkers nieuwe vaardigheden aanleren, is niet gemakkelijk’, vindt Magda Chrysoulis-Stegeman, senior director bij PwC. ‘Verandering van taken en werkzaamheden vindt in de kern niemand leuk. Sommigen reageren beter op verandering dan anderen. Bij die laatste groep zie je dan echt de hakken in het zand gaan.’ Volgens Chrysoulis-Stegeman is het dan ook van groot belang werknemers mee te nemen in veranderingen die worden doorgevoerd. ‘Als je niet uitlegt waarom je upskilling of omscholing doorvoert vanuit de bedrijfsstrategie, wordt het voor werknemers een lastig verhaal om het te omarmen. Dan werkt het angst op de werkvloer voor eventueel baanverlies in de hand. Werknemers moeten echt enthousiast worden gemaakt en worden meegenomen bij de gemaakte plannen. Transparantie is alles bij dit proces.’
Eén van de meest voorkomende redenen voor het doorvoeren van upskilling-programma's is het concurrentievoordeel dat het onder de streep oplevert. Starink: ‘Als werknemers tijdig nieuwe vaardigheden aanleren of op de juiste manier worden omgeschoold, zie je op den duur een concurrentievoordeel optreden. Wendbaar personeel heeft een enorme meerwaarde. Toch zien nog lang niet alle bedrijven de meerwaarde in van investeringen in personeel. Bedrijven zijn soms terughoudend omdat ze niet direct resultaat terugzien van upskilling- of reskillinginvesteringen. Nieuwe vaardigheden aanleren kost tijd net zoals omscholing. In de praktijk ontbreekt het geduld nogal eens. Bedrijven willen direct resultaat.’
‘Bedrijven zijn zich vaak wel bewust dat ze iets moeten doen aan upskilling en reskilling, maar weten vaak niet hoe ze te werk moeten gaan’, vertelt Chrysoulis-Stegeman. In PwC’s Talent Trends 2020 zijn er daarom een aantal stappen gedefinieerd die bedrijven moeten doorlopen voordat ze daadwerkelijk een dergelijk succesvol programma kunnen lanceren. Hierbij is de eerste stap de belangrijkste van allemaal: belicht wat er de afgelopen jaren veranderd is en wat er nog gaat veranderen in de toekomst. Wat doet de markt en hoe ontwikkelen concurrenten zich? Schets de eerste kaders en plaats een stip op de horizon. Deze stap wordt vaak overgeslagen door bedrijven, maar is essentieel bij het stellen van doelen. Na het doorlopen van alle stappen wordt een kloof zichtbaar tussen de vaardigheden die nodig zijn en het deel van het personeel dat die vaardigheden nog niet heeft. Hierop kun je dan upskilling- en reskilling-programma’s afstemmen.’