Consumentensurvey december 2022 - Spending in times of uncertainty
Retailbedrijven hebben na de coronajaren te maken met nieuwe uitdagingen. De dalende koopkracht van consumenten leidt tot besparingen en ander koopgedrag. Loyaliteit aan specifieke retailers neemt af en consumenten kiezen bewuster waaraan zij hun geld uitgeven. Hoewel retailers een onmiskenbaar onzekere periode meemaken, biedt het verschuivende consumentengedrag ook nieuwe kansen, zien PwC’ers Milo Hartendorf en Bruno van Bennekom. Hieronder vindt u de meest opvallende uitkomsten van onze survey ‘Consumer spending in times of uncertainty‘ december 2022, waarvoor PwC met retailexpert Q&A meer dan 1.500 consumenten ondervroeg.
De afgelopen maanden is de koopkracht verminderd bij 63 procent van de respondenten. Vrijwel die gehele groep verwacht dat de koopkracht in de komende tijd verder afneemt. Bij generatie Z, de jongste groep in het onderzoek, is de bezorgdheid over de persoonlijke financiële situatie met 53 procent het grootst. Die bezorgdheid neemt af naarmate de deelnemers in het onderzoek ouder worden. Van de boomers, de oudste groep respondenten, is 39 procent bezorgd.
‘Naast algemene koopkracht kampen jongeren vaak met specifieke financiële zorgen voor de lange termijn’, zegt Milo Hartendorf, die bij PwC leidinggeeft aan de Retail & Consumer-groep. ‘Hoe komen ze aan een betaalbaar huur- of koophuis? Welke invloed heeft een langdurige studieschuld op de financiën? Deze groep heeft de grote financiële stappen vaak nog voor zich. Voor retailers betekent dit dat jongeren momenteel wat moeilijker te verleiden zijn tot grote, duurzame uitgaven dan ouderen.’
Wat zijn de voornaamste redenen van dalende koopkracht volgens de deelnemers aan het onderzoek? Tachtig procent van hen merkt dat de prijs van boodschappen is gestegen. Voor ruim de helft van de deelnemers aan het onderzoek is dit de belangrijkste reden van koopkrachtvermindering.
Nader kijkend naar leeftijdsgroepen, zien we bij de jongste groep dat boodschappen voor maar 42 procent van hen de koopkracht drukt. Dit komt mogelijk omdat zij nog bij hun ouders wonen of omdat de boodschappen met een kleiner huishouden – vaak nog zonder kinderen – een kleiner deel van het huishoudbudget uitmaken. Voor deze generatie Z zijn gestegen brandstofprijzen een belangrijkere reden van koopkrachtvermindering dan voor andere leeftijdsgroepen.
Op de tweede plek van redenen van koopkrachtdaling staat de energierekening – dit geldt voor dertig procent van de respondenten. Meer dan de helft van hen zag de persoonlijke energiekosten de afgelopen maanden stijgen of verwacht bij de jaarafrekening te moeten bijbetalen. Vooruitkijkend verwacht veertig procent dat de energierekening de grootste invloed gaat hebben op de koopkracht.
‘De jaarafrekening zal voor velen leiden tot een hoger maandbedrag. Er komen nieuwe, hogere energietarieven aan en een groep consumenten ziet het vaste energiecontract aflopen’, vertelt Bruno van Bennekom, retail- en consumentenmarktspecialist bij PwC. ‘En hoewel het prijsplafond in werking treedt, zal het nog niet voor iedereen duidelijk zijn in hoeverre dat de energierekening gaat beïnvloeden.’
Naast de stijgende rekening voor boodschappen ervaart bijna tachtig procent van de ondervraagden dat de prijzen in de horeca flink omhoog zijn gegaan. Meer dan de helft van de respondenten geeft hierdoor minder uit in cafés, restaurants en hotels. Vooral de boomers besparen op eten buiten de deur.
Een andere belangrijke besparingscategorie zijn de niet-essentiële producten waarvan de aankoop uitgesteld kan worden: producten voor woninginrichting, kleding en elektronica. Een kleine meerderheid van de consumenten geeft aan de niet-essentiële aankopen flink te hebben beperkt of helemaal te hebben stopgezet.
Hartendorf: ‘Retailers in woninginrichting, kleding en elektronica hebben de afnemende consumentenuitgaven ongetwijfeld gemerkt. Door de dreigende recessie hoeven zij voorlopig niet te rekenen op een grote stijging in vraag. Specifiek in de horeca lijkt het erop dat de hoogtijdagen van voor corona niet snel terugkeren. Maar voor individuele horecaondernemers biedt een kleiner horecalandschap op den duur nieuwe kansen. De creativiteit die we zagen tijdens de lockdowns, met bezorgmenu’s en afhaalmogelijkheden, kan wellicht ook nu weer soelaas bieden.’
Hoe proberen consumenten op hun winkeluitgaven te besparen? Voor de dagelijkse boodschappen kiezen respondenten voor de aanbiedingen (67 procent) en voor grotere verpakkingen (zestig procent). Bijna zestig procent overweegt vaker een product niet te kopen of laat het daadwerkelijk links liggen. 62 procent van de respondenten kiest vaker voor een huismerk om te besparen. Als we nader kijken naar inkomensgroepen, laat het onderzoek volgens verwachting zien dat consumenten met een inkomen tot 30.000 euro vaker producten laten liggen, terwijl de inkomensgroep erboven, tot 50.000 euro, vaker voor alternatieven kiest.
Een andere manier om de kosten voor boodschappen te drukken, is de aankoop van vaak duurdere verse, duurzame en gezonde producten achterwege te laten. Van alle onderzoeksdeelnemers kiest 38 procent minder voor vers, duurzaam of gezond. Van de consumenten die deze producten eerder regelmatig kochten, koopt de helft minder vaak duurzame producten zoals biologische voeding. Een kwart laat verse producten achterwege om te besparen en bijna een kwart laat de gezonde producten liggen.
Zoeken naar de beste prijs leidt ertoe dat de loyaliteit aan specifieke retailers afneemt. 44 Procent van de deelnemers aan het onderzoek geeft aan naar een andere of naar meerdere winkels te gaan – dit geldt voor zowel de boodschappen als voor niet-essentiële producten. Tweedehandsartikelen zijn voor meer dan een kwart van de consumenten een alternatief om de kosten te drukken.
Van Bennekom: ‘Het meer bewuste winkelgedrag van consumenten biedt retailers kansen om nieuwe klanten te winnen. Nu klanten meer dan voorheen prijzen vergelijken, is de juiste waardepropositie belangrijk. En als klanten je weten te vinden, kan de loyaliteit wellicht versterkt worden met een nieuw of verbeterd loyaliteitsprogramma.’
Hoe gaat het met de bakker, de groenteboer en de slager, de bloemist en de slijterij? Na een stijging in populariteit tijdens de coronapandemie zagen speciaalzaken de afgelopen maanden een terugloop van het aantal bezoekers. Van de consumenten die normaal gesproken bij speciaalzaken komt (65 procent), zegt bijna de helft nu minder of helemaal niet meer te kopen bij deze winkels. Voor een speciale gelegenheid zoals kerst maken consumenten slechts beperkt een uitzondering.
Welke effect heeft koopkrachtvermindering op de uitgaven voor kerst? 45 Procent van de respondenten is van plan minder aan kerst te besteden of helemaal geen kerstuitgaven te doen. Vooral op de kerstcadeaus wordt bezuinigd. Verder bespaart de consument op buiten de deur eten, kerstdecoratie en het kerstdiner. Op de kerstboom verwacht slechts 35 procent van de ondervraagden te besparen.
Een laatste opvallende uitkomst is dat vooral de jongste groep respondenten de komende kerstdagen juist groter wil uitpakken. Meer dan de helft wil het feest groter gaan vieren, hoewel slechts twee derde aangeeft hier geld voor te hebben. Hartendorf: ‘Door de lockdownmaatregelen van afgelopen winter werd kerst kleiner gevierd. Generatie Z voelt volgens ons onderzoek het sterkst de behoefte om dat in te halen. Die “inhaaluitgaven”, of revenge spending, bieden voor sommige retailers en horecabedrijven mogelijk een extra inkomstenbron in een onzekere periode.’
Dit onderzoek is in samenwerking met retailexperts Q&A.