Met het vakantiegeld dat veelal in mei wordt uitgekeerd, komt circa dertig miljard euro in handen van consumenten. Waaraan gaan zij het vakantiegeld uitgeven? Welke rol speelt de coronapandemie bij de besteding? En hoeveel ruimte is er voor werkgevers om de vakantiegeldregeling aan te passen? Om het consumentensentiment over vakantiegeld te peilen, ondervroeg PwC samen met retailexperts Q&A ruim zeventienhonderd mensen. Hieronder leest u de voornaamste uitkomsten van de Vakantiegeldsurvey 2021.
Waar gaan de deelnemers aan de Vakantiegeldsurvey 2021 hun vakantiegeld aan uitgeven? De uitkering doet zijn naam eer aan, want vakantie is het meest gegeven antwoord: 43 procent van de ondervraagden geeft het vakantiegeld deels uit aan vakantie. De onzekerheid rondom de coronapandemie heeft waarschijnlijk invloed op hoe Nederlanders die vakantie invullen. Zo zegt 42 procent van de vakantiegangers in Nederland te zullen blijven. ‘Zolang corona nog volop heerst, stap ik geen vliegtuig in’, stelt een van hen.
Het meest populaire vakantieverblijf is het vakantiehuisje met 34 procent. Net als voor de B&B’s en campers geldt dat de vakantieganger hier beperkt contact heeft met anderen. De wens om zelfvoorzienend vakantie te vieren, zal door de coronaperiode versterkt zijn, al kiest nog altijd 22 procent van de ondervraagden voor een hotel.
Deze uitkomsten zijn in lijn met de eerste pulse van de Consumer Insights Survey 2021 die PwC in maart presenteerde. Daarin stelde meer dan de helft van de ondervraagden dan zij in het komende halfjaar geen internationale reizen of hotelovernachtingen verwachten.
Zestien procent van de ondervraagden noemt de aanschaf van producten voor in en om het huis als bestedingsdoel voor een deel van het vakantiegeld. Deze productgroep nam al een vlucht in de coronaperiode waarin mensen meer tijd thuis doorbrachten. Met het vakantiegeld dat in mei wordt overgemaakt lijkt het erop dat de goede tijden voor retailbedrijven in tuinartikelen, meubels en huisdecoratie voorlopig nog voortduurt.
Hoewel het vakantiegeld voor veruit de meeste ondervraagden elk jaar binnenkomt, beschouwt ruim driekwart van hen het als een extraatje. Zo'n 22 procent heeft het geld nodig om rond te komen. Het aflossen van schulden staat op de derde plaats van bestedingen - zeven procent van het vakantiegeld wordt hiervoor gebruikt.
De jaarlijkse vakantiegelduitkering van zo’n acht procent van het basissalaris is voor werkgevers een terugkerende, grote uitgavenpost die in economisch onzekere tijden tot hoofdbrekens kan leiden. Op hoeveel flexibiliteit kunnen zij rekenen als zij de betaling van vakantiegeld willen aanpassen?
Vrijwel alle ondervraagden ontvangen het vakantiegeld jaarlijks in een eenmalige betaling en tachtig procent geeft daar de voorkeur aan. Twintig procent heeft liever een maandelijkse betaling of heeft geen voorkeur. Als de werkgever ermee geholpen wordt, is ongeveer de helft van de onderzoeksdeelnemers bereid een gespreide of zelfs uitgestelde betaling te accepteren. Met name bij de deelnemers vanaf dertig jaar is die bereidheid groot, waarschijnlijk omdat hun financiële buffers groter zijn dan bij jongeren.
De traditionele vakantiegelduitkering is bij een aantal van de ondervraagden al van vorm veranderd. Het vakantiegeld is bij hen opgegaan in een individueel keuzebudget (IKB) dat naar eigen behoefte gebruikt kan worden voor bijvoorbeeld verlof, pensioen, uitbetaling, opleiding, een fiets of een vakbondscontributie. De werknemer krijgt hiermee meer keuzevrijheid en de kosten voor de werkgever worden erdoor gespreid.
Dit onderzoek is in samenwerking met retailexperts Q&A.
Consumer Markets Industry Leader, PwC Netherlands
Tel: +31 (0)62 299 15 98