20/10/21
Het nieuwe belastingplan waarmee de G20-landen afgelopen juli akkoord gingen, is ‘een stap in de richting van stabiliteit, maar geen duurzame stap. De prijs die betaald wordt voor voorlopige stabiliteit is een toevoeging aan het bestaande belastingstelsel dat van een ongekende complexiteit is.’
Dat zeggen Stef van Weeghel en Edwin Visser, de leiders van respectievelijk PwC's Global en EMEA Tax Policy Teams, in een interview met Spotlight. In het vaktechnisch magazine van PwC gaan zij in op het plan van de belangrijkste industrielanden en de Europese Unie om een wereldwijd minimumbelastingtarief in te voeren om te voorkomen dat bedrijven winsten doorsluizen.
‘De discussie over de winstbelastingheffing van het internationale bedrijfsleven bleef tot nog toe altijd weg van de invoering van een minimumtarief dat landen zouden moeten hanteren’, vertelt Edwin Visser. ‘Dat werd gezien als iets dat landen zelf kunnen bepalen, in lijn met hun visie op de rol van de overheid en de markt. Dat in het akkoord nu toch een minimumtarief van ten minste vijftien procent is opgenomen, maakt het in zekere zin historisch.’
Volgens de PwC’ers is het nog de vraag of de maatregelen uit het akkoord effectief zijn om belastingontwijking en -concurrentie tegen te gaan. Stef van Weeghel: ‘Vooral kleinere landen zetten hun belastingstelsel in om bedrijven aan te trekken. Het samenspel tussen verschillende nationale wetgevingen en de belastingverdragen kan heel goed gebruikt worden voor belastingstructurering met het oog op het verlagen van de winstbelasting.’
‘Dat is het wrange of cynische aan deze discussie. Regeringsleiders en ministers van Financiën spreken zich in het openbaar uit dat belastingconcurrentie slecht is, maar vervolgens zijn ze in hun kabinet bezig wetgeving op te tuigen die hun land aantrekkelijk maakt in de internationale belastingconcurrentie.’
Visser en Van Weeghel verwachten dat het akkoord vooral meer complexiteit voor bedrijven betekent. ‘Bovenop het bestaande systeem komt nu een systeem om een deel van de overwinst van multinationals toe te rekenen aan marktlanden, én een systeem om te bepalen of een multinational effectief wel voldoende belasting betaalt in alle landen waar ze opereert. De politieke druk in deze richting is volkomen begrijpelijk, maar je zult dit maar moeten implementeren als multinational. Dat is van een ongekende complexiteit’, aldus Visser.
‘Ik denk daarom dat dit akkoord wel een belangrijke stap in de goede richting is, maar geen duurzame stap. Het zal een tussenstation zijn, omdat het uiteindelijk veel te complex zal blijken om geïmplementeerd te kunnen worden door zowel bedrijven als landen.’
Lees het hele interview met Stef van Weeghel en Edwin Visser in Spotlight.
Bij veel ondernemingen is, als gevolg van de fors gewijzigde regelgeving, niet altijd meer duidelijk waaraan moet worden voldaan. De invoering van...
Fiscaliteit binnen organisaties ondergaat een transformatie die vraagt om moderne processen en een herdefiniëring van de rol van tax binnen uw bedrijf.