24/01/22
Het regeerakkoord bevat veel kleine fiscale maatregelen, maar geen fundamentele hervorming van het belastingstelsel. De ambitie om het te hervormen en te vereenvoudigen is er wel, maar een vertaling naar concrete maatregelen daartoe ontbreekt, oordeelt voorzitter Marc Diepstraten van de belastingpraktijk van PwC. ‘Zo is er geen vereenvoudiging van de eigenwoningregeling en blijft het onduidelijk hoe om te gaan met inkomen uit arbeid en winst uit onderneming. Er wordt alleen opgemerkt dat het eindrapport van de commissie Borstlap en een SER-advies de leidraad vormen voor de inrichting van de arbeidsmarkt van de toekomst.’
Er zou vanaf 2025 een nieuw box 3-regime op basis van reëel rendement komen, maar ook daarover biedt dit regeerakkoord geen enkele duidelijkheid. Diepstraten: ‘Op 24 december jl. heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de huidige box 3-heffing op basis van fictief rendement in strijd is met grondrechten en dat belastingplichtigen recht hebben op rechtsherstel. De vraag is dus of er niet eerder een hervorming van box 3 komt. Dit is mede afhankelijk van de capaciteit van de Belastingdienst, die deze hervorming moet uitvoeren.’
Als gevolg van het oordeel van de Hoge Raad heeft staatssecretaris Fiscaliteit Marnix van Rij de Tweede Kamer op maandag 24 januari 2022 bericht dat de Belastingdienst ‘tot nader order’ geen aanslagen oplegt voor aangiftes waarbij sprake is van inkomsten uit sparen en beleggen in box 3. Alleen als verjaring dreigt, zoals bij aanslagen uit 2017 en 2018, of als het in het belang van de belastingplichtige is dat de aanslag wel wordt vastgesteld (denk aan voorlopige aanslagen, verliesrekening en middelingsverzoeken), gelden uitzonderingen. Ook gaf Van Rij aan dat hij de vermogenstaks versneld wil aanpassen en niet pas in 2025, zoals vermeld in het coalitieakkoord.
Het coalitieakkoord maakt wel al melding van afschaffing van de leegwaarderatio per 2023. Diepstraten: ‘Hierdoor zal de belasting van het rendement op verhuurd vastgoed in box 3 meer aansluiten bij de praktijk. Verder gaat de vrijstelling omhoog naar ongeveer tachtigduizend euro. In het nieuwe stelsel worden reguliere voordelen belast, zoals rente, dividend, huurinkomsten en waardeontwikkelingen. De waardeontwikkeling van vastgoed wordt eerst nog forfaitair belast, daarna volgt zo snel mogelijk de overstap naar werkelijk rendement.’
Hoewel de invulling ervan nog niet duidelijk is, is de hervorming van het toeslagenstelsel positief. Net als de aandacht voor klimaat en duurzaamheid: de vervuiler betaalt en ongewenst gedrag wordt aangepakt via rekeningrijden en een verhoging van de CO2-heffing. Het minimumloon gaat stapsgewijs omhoog met 7,5 procent en voor burgers komt er een laagdrempelige, onafhankelijke fiscale rechtshulp en directe fiscale bijstand.
De afschaffing van de verhuurderheffing in haar geheel in 2023 gaat samen met de verplichting voor corporaties om de investeringscapaciteit in te zetten voor de bouw van flexwoningen en betaalbare huurwoningen, renovatie, verduurzaming en leefbaarheid van wijken.
Om een gezonde leefstijl te stimuleren en ongezonde voeding te ontmoedigen, gaat de belasting op suikerhoudende dranken – zoals frisdrank per 2023 – omhoog. Om te voorkomen dat over bier minder accijns moet worden betaald dan over frisdrank, wordt het minimumtarief van bier ook verhoogd. Ook komt er onderzoek naar hoe op termijn een suikerbelasting kan worden ingevoerd. Het kabinet onderzoekt de mogelijkheid om op termijn de btw op groente en fruit te verlagen naar nul procent, maar de vraag is of de consument deze verlaging gaat merken. De accijns op tabak gaat in twee stappen omhoog naar circa tien euro voor een pakje in 2024.
Het sturen van gewenst gedrag – vooral waar het gaat om ‘groen’ produceren en in mindere mate om consumeren – wordt in toenemende mate vormgegeven via invoering van belastingverhogende maatregelen. ‘Het psychologisch effect hiervan kan zijn dat de burger dit niet ervaart als stimuleren, maar als straffen’, waarschuwt Diepstraten. ‘Dit doet weer afbreuk aan het vertrouwen in de overheid, als partner in de samenleving. Er is een hogere belasting op vervuiling, maar geen verlaging van belastingdruk op arbeid. Het kabinet doet er verstandig aan oog te blijven houden voor een uitgebalanceerde belastingmix.’
Voor bedrijven wakkert dit regeerakkoord onzekerheid aan. Als het minimumtarief voor winstbelasting niet tot de gewenste opbrengst leidt, wordt er gekeken naar een andere grondslagverbreding, het lage Vpb-tarief en/of de schijflengte in de Vpb, hoewel daarbij rekening wordt gehouden met het vestigingsklimaat en de positie van het mkb. Verbeteringen aan de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) moeten leiden tot vereenvoudiging en het tegengaan van oneigenlijk gebruik. De uitkomsten van de evaluatie van de BOR worden in het eerste kwartaal van 2022 verwacht.
Voor de hervorming van het belastingstelsel is een brede, maatschappelijke blik vereist, besluit Diepstraten. ‘Fiscaliteit heeft in onze ogen geen leidende, maar een dienende rol. Van daaruit moeten we bezien hoe de fiscaliteit een bijdrage aan de oplossing kan leveren. We willen politici en beleidsmakers graag een handvat aanreiken door grote maatschappelijke uitdagingen te identificeren, en daaraan fiscale thema’s te koppelen. Zo ontstaan inzichten in de keuzes die we moeten maken voor een goed gefundeerde, robuuste hervorming van ons belastingstelsel op lange termijn en de overwegingen die daarbij een rol spelen.’