CSRD luidt nieuw tijdperk voor rapporteren over duurzaamheid in

06/12/22

Impactvolle veranderingen door EU-richtlijn

PwC organiseerde de afgelopen periode een aantal webinars over de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD). De belangstelling was enorm: vele honderden deelnemers wilden meer weten over de inhoud en de impact van deze nieuwe EU-richtlijn. We vroegen twee CSRD-experts, tevens de presentatoren van de webinars, Alexander Spek en Kees-Jan de Vries, welke veranderingen er op bedrijven afkomen en hoe goed ze daarop voorbereid zijn. ‘Strikt genomen gaat de CSRD over rapporteren, maar het effect dat ervan uitgaat is veel en veel breder.’

Wat is vanuit jullie praktijkervaring en na de webinars jullie indruk van de manier waarop bedrijven met de CSRD bezig zijn?

Kees-Jan de Vries: ‘Ik ben bang dat er een grote groep bedrijven is die hier voorlopig geen aandacht aan wil besteden of die nog in de ontkenningsfase zit, gezien uitspraken als “Dit is zo uitgebreid, dit kan niet waar zijn.” Aan de andere kant: de belangstelling voor de webinars was veel groter dan we hadden verwacht. Dat maakt wel duidelijk dat het besef groeit van hoe omvangrijk en urgent dit onderwerp is, en dat er een enorme behoefte bestaat aan informatie erover. Wat me daarbij opvalt, is dat het bij bedrijven die hier al mee bezig zijn vooral de laag onder top is die doorheeft wat er op ze afkomt. In gesprekken met hen hoor ik dat ze desondanks moeite hebben dit bij de board onder de aandacht te krijgen.’

Alexander Spek

Alexander Spek

Hoe verklaar je dat?

Kees-Jan de Vries: ‘Tijdgebrek is ongetwijfeld een reden, want om te begrijpen hoe groot en veeleisend de CSRD is, moet je echt wel even de inhoud in. Daarbij komt dat in de top wellicht nog het idee bestaat dat dit vooral een compliance-exercitie is waarvoor de specialisten in finance of de sustainability-afdeling verantwoordelijk zijn. Maar dat gaat volledig voorbij aan het strategische belang van de richtlijn en de gedragsverandering die impliciet door de Europese Commissie met deze regelgeving gevraagd wordt.’

Alexander Spek: ‘Dat laatste is goed om te benadrukken. Heel bijzonder aan de CSRD is dat het niet alleen gaat om het rapporteren over de huidige prestaties, zoals bedrijven voor hun jaarrekening gewend zijn. Weliswaar moeten ze in hun financiële verslaggeving wel iets zeggen over de vooruitzichten, maar dat kan allemaal in relatief algemene, kwalitatieve bewoordingen. Onder de CSRD moet een bedrijf voor ieder ESG-onderwerp ook vertellen wat zijn strategie is, wat de concrete doelstellingen, de actieplannen en de beschikbare middelen zijn, welke meetmethode is gekozen, enzovoort.

Onlangs hadden we bij PwC de sustainability director van een grote Nederlandse onderneming te gast als spreker over dit onderwerp. Het is indrukwekkend als je hoort welke impact dit heeft op een bedrijf, op beloningssystemen, op managementinformatie, op de omgang met klanten die allerlei doelstellingen neerleggen, op medewerkers en leveranciers, en ga zo maar maar door. De veranderprocessen die zo'n bedrijf moet managen, zijn ‘mindboggling’! Strikt genomen gaat de CSRD over rapporteren, maar het effect dat ervan uitgaat is veel en veel breder.’

Kun je nu al zeggen dat veel bedrijven niet op tijd klaar zullen zijn voor de invoering van de CSRD?

Kees-Jan de Vries: ‘Niemand zal ervan uitgaan dat alles vanaf 2024 al perfect is geïmplementeerd. Maar met veel van dit soort wetgeving is het 'best effort'-principe belangrijk. Dat betekent dat je in ieder geval begint met de meeste materiële zaken en kunt uitleggen hoe je gaat verbeteren. Je zult dus wel een redelijk stuk op weg moeten zijn. Van belang is daarbij dat de informatie die straks wordt gepubliceerd, is voorzien van een auditopinie van de externe accountant. Nu hoeft de accountant alleen vast te stellen dat wat in het jaarverslag staat niet in strijd is met wat hem is gebleken uit de jaarrekeningcontrole. Dat wordt dus heel anders; straks moet hij gaan vaststellen dat wat in het verslag staat echt klopt. Dat gaat echt een wijziging van speelveld veroorzaken.’

Waar ligt het belangrijkste struikelblok op weg naar CSRD-compliance?

Alexander Spek: ‘Voor veel bedrijven zal dat ongetwijfeld de beschikbaarheid van informatie zijn. In het algemeen ontbreekt nog meer dan zeventig procent van de informatie over de thema's waarover ze moeten gaan rapporteren. Dat geldt zelfs voor bedrijven die al vrijwillig rapporteren over ESG-thema's die voor hen belangrijk zijn en vinden dat ze al goed bezig zijn. Voor een klant die circulariteit als strategische prioriteit heeft en daar al jaren heel veel aan doet, hebben we dit onderzocht. Dan blijkt dat deze klant over nog geen twintig procent van de benodigde informatie beschikt. Van dit soort analyses schrikken klanten echt, en dan gaan de ogen pas open. Overigens is er ook veel kritiek op de hoeveelheid data die gevraagd wordt. Die blijft enorm, zelfs als bedrijven alleen moeten rapporteren over standaarden die voor hen belangrijk zijn.’

Deel je die kritiek?

Alexander Spek: ‘PwC heeft gepleit voor een gefaseerde invoering: begin met de invoering van de CSRD-standaarden voor klimaat, doe dan twee jaar niets en ga daarna verder. Het risico van een snelle invoering van nieuwe regels is dat ze niet robuust, niet goed doordacht zijn. Daardoor krijg je - en dat zien we bijvoorbeeld bij de toepassing van de EU Taxonomie door banken waar Kees-Jan onderzoek naar heeft gedaan - dat informatie van bedrijven onvergelijkbaar wordt en nauwelijks te interpreteren is. Dat is uiteindelijk wel nodig om transparant te kunnen maken wie het goed doet en wie niet, en dat is een belangrijke succesfactor voor het behalen van het uiteindelijke doel.

Om een vergelijking te maken: de laatste grote verandering in financiële verslaggeving was de invoering van IFRS 16, de nieuwe standaard voor ‘lease accounting’. Na het uitbrengen van het eerste consultatiedocument heeft het acht jaar geduurd voordat de finale standaard er lag. Ook omdat er enorm tegen gelobbyd is. Maar het proces is wel heel zorgvuldig geweest. Je kunt je natuurlijk afvragen hoe zorgvuldig het proces voor de CSRD is geweest.’

Hoe kunnen bedrijven die nog aan het begin staan aan de slag?

Alexander Spek: ‘Een goed startpunt is een gapanalyse van wat er al is rond duurzaamheid aan strategie, initiatieven, rapportages en wat er binnenkort onder de CSRD moet zijn. Dat is niet alleen een technische vraag over wat er precies gerapporteerd moet worden en welke informatie daarvoor al beschikbaar is. Het gaat bijvoorbeeld ook over de hulpbronnen die nodig zijn en over de vraag in hoeverre processen en systemen op orde zijn. Dat hoeft niet per se heel gedetailleerd, je kunt best in een aantal weken een grove analyse maken om te bepalen wat ongeveer jouw startpunt is. Daarvoor moet je wél het hele bedrijf door. Het voordeel daarvan is dat je verschillende geledingen in de organisatie bewust kunt maken van wat er op ze afkomt en ze alvast mee kunt nemen in de veranderingen. Wat ook helpt, is als je ESG kunt vertalen in kansen, en het weg kunt trekken uit de compliancehoek waar dingen alleen maar geld kosten. Het creëren van kansen geeft heel andere energie. Dan gaat het als vanzelf lopen, of je nou intrinsiek gemotiveerd bent om de wereld te verbeteren of niet.’

Hoe zit het met jullie eigen motivatie om met de CSRD bezig te zijn?

Kees-Jan de Vries: ‘Naar mijn idee vinden we met z'n allen dat we al lekker bezig zijn met ESG. Alleen: nemen we nu al echt de moeilijke beslissingen? Gaan we echt de kant van de planeet kiezen bij het nemen van investeringsbeslissingen? Volgens Morningstar (onafhankelijke beleggingsonderzoeker, red.) is zo’n vijftig procent van de beleggingsfondsen inmiddels ‘lichtgroen’, maar de grote vraag is wat er onderliggend echt is veranderd. Ik ben bang dat er eigenlijk niet zoveel is veranderd en dat het vooral zegt dat de classificatie ‘lichtgroen’ zo vaag is dat er wel heel erg veel in past. Ik vind dat zorgwekkend. Langzamerhand moeten we wel die moeilijke beslissingen gaan nemen: met deze producten stoppen we, we vliegen niet meer, met deze klant gaan we niet meer in zee. Ik hoop dat we aan de vooravond staan van die moeilijke beslissingen, en ik denk dat goed rapporteren kan helpen om het inzicht te geven om daar uiteindelijk te komen.’

Alexander Spek: ‘Veranderingen gaan inderdaad niet snel genoeg. Je kunt kritiek hebben op de zorgvuldigheid rond de CSRD, maar uiteindelijk zijn het wel overheden en beleidsmakers die via wet- en regelgeving bepalen hoe snel we onze economie verduurzamen. Ik vind bij zo'n belangrijk onderwerp als dit dat snelheid zwaarder weegt dan zorgvuldigheid. Als we nog jaren zouden steggelen over de richtlijn gaan we de klimaatdoelstellingen voor 2050 simpelweg niet halen.

Om opnieuw een vergelijking te maken met IFRS: ook op de invoering daarvan was veel kritiek, niemand zat erop te wachten en de rekening werd neergelegd bij individuele bedrijven. Maar het hogere doel was om de Europese economie sterker en concurrerender te maken. Wetenschappelijk onderzoek laat zien dat dat doel bereikt is omdat de kapitaalkosten voor Europese bedrijven dankzij IFRS zijn gedaald.

Het mechanisme bij de CSRD is hetzelfde. De Europese Unie wil het eerste klimaatneutrale economische blok ter wereld worden in de overtuiging dat dat ons heel veel voordeel op gaat leveren. Ik begrijp dat een bedrijf dat midden in de CSRD-implementatie en een ESG-transformatie zit dat grotere verhaal misschien niet zo voor ogen heeft. Maar het idee dat je door te werken aan een betere ESG-rapportage een hoger doel kunt dienen, vind ik heel inspirerend en motiverend.’

Kees-Jan de Vries

Contact us

Alexander Spek

Alexander Spek

Partner, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)88 792 00 02

Kees-Jan de Vries

Kees-Jan de Vries

Partner, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)61 069 68 28

Volg ons