18/06/21
De EU Green Deal heeft tot doel de EU te transformeren naar een moderne, grondstof- efficiënte economie waarin economische groei wordt losgekoppeld van het gebruik van hulpbronnen. PwC’s achtste Green Deal Monitor kijkt naar de voordelen van het verlengen van de levenscyclus van producten door een beter ontwerp en betere mogelijkheden voor reparatie en gaat in op wat overheden en de EU kunnen doen om dit te stimuleren.
Het recht op reparatie (‘right to repair’) is een belangrijke stap in het behalen van de ambitie uit de Green Deal om over te gaan van een lineair naar een circulair productiesysteem. Het recht op reparatie houdt in dat de consument het recht heeft om zijn of haar (elektronische) apparaten te (laten) repareren in plaats van ze weg te gooien. In de Europese Unie zegt 77 procent van de burgers dat ze apparaten liever repareert dan vervangt, maar slechts weinigen doen dat al. De vraag is waarom we momenteel niet een groter deel van onze oude elektrische apparaten repareren en waarom er tot dusver weinig wetgeving is om reparatie te stimuleren.
Sommige producten zijn al de moeite waard om te repareren. De marginale kosten van reparatie zijn relatief laag en de vraag van consumenten is groot. In een volledig circulaire economie zou dit voor alle producttypes het geval moeten zijn. Dat vergt een economisch systeem waarin producten makkelijk en goedkoop te repareren zijn en de vraag naar gerepareerde, tweedehands of opgeknapte producten groot is. Overheden en de EU kunnen daartoe aan de ene kant belastingen of heffingen gebruiken om consumenten ertoe aan te zetten hun apparaten te repareren. Producenten moeten dan producten ontwerpen die rekening houden met repareerbaarheid om zo ook de reparatiekosten te verlagen. Het bedrijfsleven en de overheid moeten samenwerken om dit te kunnen realiseren.
Jan Willem Velthuijsen
Energy Transition Economist, PwC Netherlands
Tel: +31 (0)62 248 32 93