Hoe kunnen we de kracht van de markteconomie aanwenden om deze kloof te dichten? Hoe kunnen we naar een inclusiever systeem bewegen waarin niemand buiten de boot valt? Het is tijd voor een duurzame strategische transformatie, zeggen PwC-experts Wendy van Tol en Noor Sanders.
Om de groeiende ongelijkheid aan te pakken moeten we onze huidige bedrijfs- en verdienmodellen omvormen, concludeert ‘Tackling inequality: an agenda for business action’, het rapport dat de Business Commission to Tackle Inequality (BCTI) samen met vele bedrijven - waaronder PwC - heeft uitgebracht in opdracht van de World Business Council for Sustainable Development.
Het individuele belang van bedrijven en het bredere belang voor de samenleving staan vaak op gespannen voet, net als het korte versus het lange termijn belang. Bedrijven die het natuurlijke, sociale en menselijke kapitaal uitputten, kunnen op korte termijn succesvol zijn en worden daarmee voor dit gedrag beloond door de markt. Bijvoorbeeld omdat ze voor investeerders zeer winstgevend zijn of voor consumenten heel voordelig. Op lange termijn is dit sociale en natuurlijke kapitaal echter een noodzakelijke voorwaarde voor economische waardecreatie.
‘Bedrijven hebben niet alleen een verantwoordelijkheid, maar ook een belang om positieve verandering in de samenleving te bewerkstelligen, vooruitgang en duurzaamheid te stimuleren en welvaart te delen', aldus Wendy van Tol, leader sustainability transformatie binnen PwC.
Ze ziet onmiskenbaar steeds meer aandacht voor de maatschappelijke verplichtingen van bedrijven op het gebied van duurzaamheid en sociale vooruitgang. ‘Dit heeft uiteraard impact op de bedrijfsstrategie en -activiteiten’, aldus Van Tol.
De transformatiespecialist ziet dit verandertraject als een reis. Een reis naar duurzame sociale vooruitgang en toekomstbestendige organisaties. Volgens Van Tol moet ieder bedrijf in de kern de volgende vragen adresseren om weerbaar naar de toekomst te zijn:
Van Tol, die meewerkte aan het rapport, geeft aan dat het Tackling Inequality-rapport drie fundamentele doelstellingen identificeert waar het bedrijfsleven naartoe moet werken:
‘Duurzame vooruitgang kan niet succesvol zonder de aanpak van ongelijkheid. Het succes hiervan hangt af van het vermogen van bedrijven om te begrijpen op welke manier zij afhankelijk zijn van mensen en andersom’, aldus Noor Sanders, PwC’s sustainability tax lead. ‘Bedrijven moeten leren de onderlinge verhoudingen te begrijpen en het effect - direct en indirect - zichtbaar te maken, meetbaar te maken en te laten zien hoe je vooruitgang boekt', zegt Sanders.
Ook Sanders heeft de afgelopen jaren de aandacht voor de ‘S’ in ESG flink zien toenemen. Onder andere door Covid-19 en de sociale kwetsbaarheden die de epidemie aan het licht bracht, maar ook door de toenemende zorg om het vinden en behouden van gekwalificeerd personeel Daarnaast stelt het BCTI-rapport vast dat de regelgeving op dit vlak dermate is toegenomen dat dit de broodnodige veranderingen stimuleert.
Toenemende aandacht voor de ‘S’ in ESG, meer regelgeving, een groter belang én verantwoordelijkheid voor bedrijven om een positieve verandering te realiseren - het aanpakken van toenemende sociale ongelijkheid vraagt om actie vanuit het bedrijfsleven. Van Tol werkte namens PwC mee aan het BCTI-rapport en richtte zich op het ‘sustainable business transformation framework for tackling inequality’.
Het BCTI-rapport schetst een behulpzaam kader om deze duurzame sociale bedrijfstransformatie toe te passen. 'Dit kader helpt bij het omgaan met de uitdagingen die gaandeweg de reis op het pad komen en het boeken van vooruitgang’, zegt Van Tol.
Als de inzet zo hoog is - niet in de laatste plaats om een leefbare toekomst te garanderen voor onze planeet en degenen die na ons komen - is het van groot belang ambitieuze doelen te stellen. Hier snijdt het mes aan twee kanten: deze doelen zijn zinvol voor de planeet, haar inwoners én voor het bedrijfsleven.