Wij vragen ons netwerk van experts naar de verwachtingen én kansen van deze top, want alleen gezamenlijk kunnen we vooruitgang boeken. Vandaag: Hans de Kroon, hoogleraar plantenecologie aan de Radboud Universiteit.
Hans de Kroon is opgeleid als plantenecoloog en richt zich daarmee op de interacties tussen planten, vooral ondergronds aan wortels en het gedrag van planten in de bodem. Interacterende planten zijn al fascinerend, maar hij raakte toenemend geïnteresseerd in het reguleren van de biodiversiteit van ecosystemen. Leren begrijpen hoe de soortenrijkdom van plant-, vogel- en insectengemeenschappen in stand wordt gehouden, dat is zijn missie. Hoe kijkt hij naar COP15 en wat betekent dit voor de ambities binnen het bedrijfsleven?
Hans de Kroon: 'COP15 maakt biodiversiteit urgent en zet het op de agenda.'
‘Het is van enorm belang dat alle partijen – regeringen, ngo’s, de industrie – de koppen bij elkaar steken met biodiversiteit als hoofdonderwerp. De conferentie maakt, net als het invloedrijke IPBES-rapport over biodiversiteit en ecosystemen uit 2019, het onderwerp urgenter en zal daarmee agendazettend zijn.’
‘Ja, maar tegelijk heb ik geen overspannen verwachtingen, ook op basis van de laatste klimaatconferentie. Ik zou aangenaam verrast zijn als hier bindende afspraken gemaakt worden die een game-changer zijn voor het herstel van biodiversiteit.’
‘Elk bedrijf kan klimaatneutraal gaan werken’
‘Het is zeker mogelijk de natuur te herstellen en tegelijk veel koolstof op te slaan. Denk aan herstel van veensystemen door een verhoging van het waterpeil of het herstel van natuurlijke bossen. Dit doel behelst de ideale combinatie van kansen bieden voor biodiversiteit en een ecosysteem herstellen dat van nature koolstof vastlegt. Dit is dus absoluut een heel belangrijke doelstelling.’
‘Elk bedrijf kan als doelstelling formuleren dat ze op een termijn van een aantal jaar binnen de gehele productieketen klimaatneutraal gaan werken. Dit betekent dus nul uitstoot van koolstofdioxide. Echt ambitieus, echt anders en écht snel.’
‘Ik zie deze ambitie al in de praktijk. Bijvoorbeeld bij de waterschappen en bij infrastructurele werken. Dat is goed voor het klimaat én goed voor de biodiversiteit. Daarnaast kan elk bedrijf biodiversiteit-neutraal gaan werken of, liever nog, biodiversiteit bevorderen. Dit betekent bijvoorbeeld dat grondstoffenwinning niet ten koste gaat van natuurlijke systemen en dat door mitigatiemaatregelen biodiversiteit bevorderd wordt.’
‘Voor mij is dat doelstelling nummer veertien: “Mainstreaming Biodiversity”. Er verandert pas echt iets als we biodiversiteit omarmen als iets dat bij ons hoort, als iets waar wij een onderdeel van zijn en als iets waar we altijd en in al onze activiteiten rekening mee willen houden. We moeten biodiversiteit zien als een vanzelfsprekend en natuurlijk proces. Biodiversiteit zien als iets dat vooral essentiële diensten voor ons levert, is onvoldoende voor een werkelijk duurzame toekomst van de natuur.’