Brexit-deal: DAC6

15/01/21

Wat betekent de brexit-deal voor de Europese DAC6-richtlijn?

Vanaf 1 januari 2021 is niet alleen de brexit, maar ook de daadwerkelijke rapportageverplichting onder de Europese DAC6-richtlijn van kracht. In eerdere publicaties zijn we uitvoerig ingegaan op de toepassing van deze richtlijn vanaf 25 juni 2018. Het was al langere tijd duidelijk dat - ondanks de implementatie van de richtlijn door zowel Nederland als het Verenigd Koninkrijk (VK) - eventuele meldingen in het VK vanaf 1 januari 2021 niet meer zouden leiden tot een vrijstelling voor de melding in Nederland. PwC-expert Jan-Willem Thoen bespreekt belangrijke aandachtspunten.

DAC6-richtlijn en Verenigd Koninkrijk

Nu de brexit daadwerkelijk een feit is en er geen specifieke afspraken zijn gemaakt in de gesloten handels- en samenwerkingsovereenkomst is de Europese DAC6-richtlijn niet meer van toepassing op het VK. Het VK heeft dan ook besloten geen uitvoering meer te geven aan de lokale DAC6-regelgeving in het VK. Deze niet-toepassing van de Europese DAC6-richtlijn en de lokale wetgeving betreft zowel de rapportages voor transacties die plaatsvinden en plaatsgevonden hebben vanaf 1 juli 2020, als de transacties uit de periode 25 juni 2018 tot 1 juli 2020.

Dit betekent per saldo dat eventuele rapporteerbare transacties die gemeld zijn in het VK of waarbij de intentie was deze te melden in het VK niet langer leiden tot een vrijstelling van de meldingsplicht in Nederland. In Nederland zal hiervan dus alsnog melding moeten worden gemaakt binnen de daarvoor gestelde deadlines. Dit is des te meer belangrijk nu op non-compliance in dit kader significante boetes staan.

In Nederland kan geen vrijstelling van melding meer worden gekregen voor transacties waarbij de transactie in het VK wordt gemeld. Ondanks dat transacties die vallen onder wezenskenmerk D nog steeds moeten worden gemeld in het VK lijkt het erop dat ook voor dergelijke transacties geen vrijstelling van melding kan worden verkregen in Nederland.

Wezenskenmerken D blijven meldingsplichtig

De DAC6-richtlijn verwoordt verschillende wezenskenmerken: A t/m E. Deze wezenskenmerken hebben betrekking op transacties waarvoor een melding moet worden gemaakt om de belastingautoriteiten in de verschillende landen in een vroeg stadium te wijzen op mogelijke agressieve tax planning. Deze kenmerken zijn allemaal gericht op andere doelstellingen en uitkomsten van transacties. Ondanks de terugtrekkende beweging van het VK met betrekking tot de DAC6-verplichting blijven transacties die vallen onder de D-categorieën van de Europese DAC6-richtlijn wel rapportageplichtig in het VK. Dit zijn de wezenskenmerken die betrekking hebben op het ondermijnen van Common Reporting Standard (CRS)-rapportageverplichtingen en het onidentificeerbaar maken van uiteindelijk gerechtigden (UBO's).

In de handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie (EU) en het VK is afgesproken dat het VK zich houdt aan de minimumstandaarden en -regels zoals die zijn overeengekomen in OESO-verband. Juridisch gezien zijn de regels van de DAC6-richtlijn geen onderdeel van het OESO BEPS initiatief (en meer specifiek actie 12). De CRS-verplichtingen en de automatische uitwisseling van financiële gegevens (die zijn verwerkt in wezenskenmerk D) zijn dit wel.

In Nederland kan geen vrijstelling van melding meer worden gekregen voor transacties waarbij de transactie in het VK wordt gemeld. Ondanks dat transacties die vallen onder wezenskenmerk D nog steeds moeten worden gemeld in het VK lijkt het erop dat ook voor dergelijke transacties geen vrijstelling van melding kan worden verkregen in Nederland.

Brexit-desk PwC

De Brexit-experts van PwC kunnen u helpen bij het bepalen van de exacte eisen waaraan u moet voldoen. Ook bieden zij hulp bij het opzetten van processen en procedures om ervoor te zorgen dat uw bedrijf aan de vereisten voldoet voor een goede omgang met de DAC6-richtlijn.

Contact

Jan-Willem Thoen

Jan-Willem Thoen

Senior Director, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)61 002 95 71

Volg ons