Voorbereiden op nieuwe handelsrelatie met het Verenigd Koninkrijk

30/01/20

Belangrijke onderwerpen in transitieperiode

Brexit is per 31 januari 2020 een feit. In de daaropvolgende transitieperiode, die in eerste instantie tot eind 2020 duurt, onderhandelen de Europese Unie (EU) en het Verenigd Koninkrijk (VK) over de nieuwe handelsrelatie. Feit is dat het VK na de transitieperiode een derde land zal zijn, waardoor allerlei formaliteiten, procedures en wellicht tarieven van toepassing worden. Ook zal het vrije verkeer van personen worden aangepast. Op welke onderwerpen moeten bedrijven zich voorbereiden tijdens de transitieperiode?

Noodmaatregelen na 2020

Tijdens de transitieperiode van elf maanden vanaf 1 februari 2020 zal het VK als een EU-lidstaat behandeld worden. EU-richtlijnen blijven in die periode in beginsel gelden. Na de transitieperiode zullen er op allerlei gebieden veranderingen zijn. Hoe die er precies uitzien, is mede afhankelijk van het gesloten handelsakkoord.

De onderhandelingen over de toekomstige betrekkingen tussen de EU en het VK gaan behalve over handel ook over zaken als bijvoorbeeld terrorismebestrijding, defensie en reisverbindingen. De besprekingen over de toekomstige betrekkingen zullen naar verwachting ook na 2020 worden voortgezet. Op sommige gebieden zullen noodmaatregelen nodig zijn. De hoofdonderhandelaar van de EU - Michel Barnier - heeft voorbeelden gegeven van lucht- en wegvervoer waarbij de EU tijdelijke vergunningen kan verlenen aan het VK om zaken zoals gebruikelijk voort te zetten.

Wijzigingen na de transitieperiode

Zeker is dat er wijzigingen zullen zijn in de toepassing van de Europese richtlijnen op het gebied van de vennootschapsbelasting. De Nederlandse uitvoeringswetgeving verwijst naar de EU-lidstaten – dat zal het VK niet meer zijn. Wat douane betreft zullen goederen die de grens tussen de EU en het VK overschrijden, worden beschouwd als in- en uitvoer in plaats van als intracommunautaire transacties. Ook zal het VK een derde land worden voor de toepassing van de EU-btw-richtlijnen en -verordeningen en de btw-verordeningen van de EU zullen niet langer gelden in het VK. Ook voor Britse onderdanen die in een EU-lidstaat wonen en werken zullen nieuwe regels gelden, net als voor Europeanen in het VK. Wat kunnen ondernemingen tijdens de transitieperiode doen om zich voor te bereiden op deze wijzingen? Hieronder vindt u een aantal aandachtspunten.

Directe belastingen

Zoals opgemerkt zullen de richtlijnen, zoals de moeder-dochterrichtlijn en de rente- en royaltyrichtlijn gewoon blijven gelden tijdens de transitieperiode. Dit geeft ondernemingen de mogelijkheid om hun juridische structuur nog eens goed tegen het licht te houden om te voorkomen dat ze na de transitieperiode onbedoeld geconfronteerd worden met bijvoorbeeld bronbelastingen of een verbreking van een fiscale eenheid. Maar denk ook aan de meldingsplicht voor bepaalde transacties van DAC6. Na 2020 valt het VK niet langer binnen de reikwijdte van deze richtlijn; het is verstandig nu al rekening te houden met het inrichten van de DAC6-processen binnen een onderneming.

Douane en supplychain

Let op wanneer u gebruikmaakt van vrijhandelsverdragen met landen buiten de EU, ook al tijdens de transitieperiode. Mochten partnerlanden niet instemmen met de positie van het VK tijdens de transitieperiode, dan moeten bedrijven per 1 februari 2020 nieuwe berekeningen voor de oorsprongsregels klaar hebben.

Btw- en EORI-registraties

Bedrijven kunnen btw- en EORI-registraties aanvragen, net als fiscaal vertegenwoordigerschap van VK-entiteiten in EU-lidstaten. Ook kunt u 2020 gebruiken om uw transactieketens te analyseren ter voorbereiding op brexit. Diverse EU-lidstaten gebruiken 31 januari 2020 als uittredingsdatum voor het geldig verklaren van EORI-nummers, waardoor ondernemers bepaalde wijzigingen nu al zouden kunnen doorvoeren.

Quick Fixes btw

Bekijk de Quick Fixes die per 1 januari 2020 in de meeste EU-lidstaten gelden, in sommige EU-lidstaten een paar maanden later. De Quick Fixes gaan over het verplicht hanteren van het btw-identificatienummer bij de toepassing van het btw-nultarief, het voorkomen van een btw-registratie bij voorraad op afroep (call-off stock), het toerekenen van transport bij goederenverkoop in ketentransacties binnen de EU en het te hanteren bewijs bij de toepassing van het btw-nultarief.

Omdat het btw-identificatienummer een materiële voorwaarde wordt voor toepassing van het btw-nultarief wordt ook het verifiëren van dit nummer, in beginsel per transactie, en de kwaliteit van customer master data cruciaal. PwC heeft een systeemagnostische oplossing ontworpen om deze btw-identificatienummers te controleren op geldigheid en het resultaat daarvan in uw systeem te verwerken. We bespreken graag de Quick Fixes en de implementatie in uw supplychains en systemen.

Werknemers

Tot het einde van de transitieperiode blijven de regels voor het vrije verkeer van personen gelden voor werknemers en hun familieleden. Na de transitieperiode zullen echter in iedere lidstaat nationale regels gelden voor immigratie en zullen er nieuwe bilaterale afspraken moeten worden gemaakt op het gebied van sociale zekerheid. Daarom moeten werkgevers ervoor zorgen dat zij op de hoogte zijn van welke groepen mobiele werknemers zij hebben - zoals expats, commuters en zakenreizigers - en wat de gevolgen van de aankomende veranderingen zullen zijn voor iedere groep. Door nu actie te ondernemen, kunnen werkgevers ervoor zorgen dat zij vanaf dag één aan de nieuwe regelgeving voldoen en dat de langere doorlooptijden geen negatieve gevolgen hebben voor hun bedrijfsvoering.

Contracten

Houd in nieuwe contracten rekening met de mogelijke gevolgen van brexit, door bijvoorbeeld clausules over tijdige levering en toenemende transporttijden, additionele kosten voor douaneformaliteiten, transportcondities, etc.

Financiële verslaggeving

Op basis van de overgangsbepalingen in de uittredingsovereenkomst tussen het VK en de EU blijkt dat de verslaggevingsregels, waaronder artikel 2: 403 BW (groepsvrijstelling voor de jaarrekening van Nederlandse dochters) van toepassing blijven tot eind 2020. Dit betekent dat Nederlandse ondernemingen voor hun jaarrekening 2019 gebruik kunnen maken van de groepsvrijstelling van artikel 403 BW mits de geconsolideerde jaarrekening van de Britse moeder uiterlijk op 31 december 2020 is opgemaakt. Uiteraard moet ook aan de andere voorwaarden worden voldaan. Ook andere faciliteiten die in de EU Richtlijn inzake verslaggeving zijn opgenomen, blijven tot eind van dit jaar van kracht. Na deze datum is de vrijstelling echter niet meer van toepassing en zullen Nederlandse dochtermaatschappijen van Britse ondernemingen een jaarrekening moeten opmaken die wellicht ook moet worden gecontroleerd. 

Geen tijd te verliezen

Hoewel veel veranderingen pas na 2020 van kracht worden, maakt bovenstaand overzicht duidelijk dat er geen tijd te verliezen valt bij de voorbereiding van uw bedrijf op het einde van de transitieperiode. Weet u niet zeker wat u moet doen, of waar u moet beginnen? Ons team van brexit-experts staat klaar om u en uw bedrijf te adviseren.

Contact

Jan-Willem Thoen

Jan-Willem Thoen

Senior Director, PwC Netherlands

Tel: +31 (0)61 002 95 71

Volg ons